direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0352.bpwbdbinnenstad-va01

Artikel 22 Waarde - Beschermd Stadsgezicht

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het behoud en herstel van de historische samenhang van bebouwing;
  • b. het behoud en herstel van het stratenpatroon en de aaneengesloten wijze van bouwen in samenhang met de schaal van de bebouwing;
  • c. het behoud en herstel van muren, verkaveling, parcellering en bebouwingskarakteristieken.

22.2 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, gelden, onverminderd het bepaalde in de Monumentenwet 1988, voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken de volgende regels:

  • a. de goothoogte van een hoofdgebouw dient ten minste 0,20 m te verschillen van de goothoogte van het aangrenzende hoofdgebouw, in welk kader de aangegeven maximale goothoogte met 0,50 m mag worden overschreden;
  • b. de maximale breedte van de voorgevel van een hoofdgebouw mag niet meer dan 10 m bedragen dan wel de bestaande breedte indien deze meer bedraagt;
  • c. dakterrassen op hoofdgebouwen zichtbaar vanaf de openbare weg zijn niet toegestaan;
  • d. dakkapellen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte van een dakkapel maximaal 40% bedraagt van de daklengte tot een maximum van 1,5 m;
    • 2. de bouwhoogte van een dakkapel niet meer bedraagt dan de helft van het verschil in hoogte tussen de goot- en bouwhoogte;
    • 3. de afstand van een dakkapel tot de zijdelingse grens van het dakvlak bedraagt mimimaal 1 m;
    • 4. indien een dakvlak doorloopt over meer gebouwen dient voor de zijdelingse grens van het dakvlak, scheidsmuur van het gebouw te worden gelezen.

22.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van:

  • a. het behoud en herstel van de historische samenhang van bebouwing, nadere eisen stellen aan de situering, afdekking en nokrichting van gebouwen;
  • b. het behoud en herstel van de parcellering, nadere eisen stellen aan de situering en bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen;
  • c. het behoud en herstel van bebouwingskarakteristieken, nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.