direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0352.bpwbdbinnenstad-va01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  • a. plan:
    het bestemmingsplan Binnenstad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

  • b. bestemmingsplan:
    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0352.bpwbdbinnenstad-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

  • c. aanduiding:
    een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

  • d. aanduidingsgrens:
    de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

  • e. aan-huis-verbonden bedrijf:
    het verlenen van diensten en/of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), als ook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze diensten en/of bedrijvigheid, en internetwinkels, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend;

  • f. aan-huis-verbonden beroep:
    een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, als ook ondergeschikte detailhandel ten dienste van het dienstverlenend beroep, dat uitsluitend door de bewoner(s) in een woning en/of overige gebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;

  • g. aan- en uitbouw:
    een onderdeel van een hoofdgebouw dat door de vorm daarvan onderscheiden kan worden en dat door zijn ligging en/of in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

  • h. atelier:
    werkplaats voor het uitoefenen van het beeldende kunstenaarschap, al dan niet in combinatie met een galerie;

  • i. bebouwing:
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

  • j. bedrijfswoning:
    een woning in of bij een gebouw op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

  • k. begane grondvloer:
    het met de straat gelijk liggende gedeelte van een gebouw;

  • l. bestaand:
    - met betrekking tot bebouwing:
    legale bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning;
    - met betrekking tot gebruik:
    het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een ontheffing;

  • m. bestemmingsgrens:
    de grens van een bestemmingsvlak;

  • n. bestemmingsvlak:
    een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

  • o. bijgebouw:
    een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundig als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

  • p. bouwen:
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

  • q. bouwgrens:
    de grens van een bouwvlak;

  • r. bouwperceel:
    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

  • s. bouwperceelgrens:
    de grens van een bouwperceel;

  • t. bouwvlak:
    een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

  • u. bouwwerk:
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • v. bunkerschip:
    een aangemeerd schip voorzien van brandstofbunkers ten behoeve van het opslaan en distribueren van stookolie voor de scheepvaart;

  • w. detailhandel:
    het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  • x. dienstverlening:
    het op het publiek gerichte aanbieden, verkopen en/of leveren van commerciële en/of maatschappelijke diensten, zoals reisbureaus, kapsalons, uitzendbureaus, bankfilialen en makelaarskantoren;

  • y. extensief recreatief medegebruik:
    extensieve vorm van recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan. Onder extensief recreatief medegebruik wordt onder andere verstaan (sport)vissen, kanoën en daarmee gelijk te stellen activiteiten, zulks met uitsluiting van gemotoriseerd vaarverkeer;

  • z. galerie:
    (culturele) voorziening ten behoeve van het tentoonstellen en het verkopen van kunst;

  • aa. gebouw:
    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • ab. geluidzoneringsplichtige inrichtingen:
    een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

  • ac. hoofdgebouw:
    een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmeting, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;

  • ad. horeca:
    een bedrijf of instelling zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 2 'Staat van Horeca activiteiten', waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of mee te nemen waren worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

  • ae. maatschappelijke voorzieningen:
    educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

  • af. mantelzorg:
    het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan ten hoogste twee personen, gelieerd aan het ter plaatse gevoerde huishouden;

  • ag. netto-vloeroppervlak:
    het netto-vloeroppervlak van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein dat wordt gebruikt voor horeca;

  • ah. overkapping:
    een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en met maximaal twee wanden is omgeven;

  • ai. peil:
    - voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
    - in andere gevallen, de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein;

  • aj. productiegebonden detailhandel:
    detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

  • ak. recreatief medegebruik:
    een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan. Onder recreatief medegebruik wordt onder andere verstaan: waterskiën en gemotoriseerd recreatief waterverkeer;

  • al. risicovolle inrichting:
    een inrichting waarvoor op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

  • am. scheidingslijn:
    een aangegeven lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;

  • an. seksinrichting:
    de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht. Onder seksinrichting wordt mede begrepen:
    - seksclub:
    Een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht;
    - seksautomaat:
    Een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;
    - sekswinkel:
    Een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van seksartikelen, waaronder begrepen pornografische lectuur en videobanden, aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;
    - prostitutiebedrijf:
    Een ruimte, bestemd dan wel in gebruik voor het daarin uitoefenen van prostitutie;

  • ao. vloeroppervlakte:
    de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis- verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling;

  • ap. voorgevel:
    de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw;

  • aq. voorgevellijn:
    de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;

  • ar. woning:
    een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.