De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
10.2 Bouwregels
a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers aan het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat:
1. de diepte mag maximaal 1 m bedragen;
2. de breedte mag maximaal 2/3 van de breedte van de gevel bedragen;
3. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen, dan wel de begane grondvloer.
b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn mag maximaal 1 m bedragen;
2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2 m bedragen.