Plan: | Veenderij |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.Veenderij-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Veenderij met identificatienummer NL.IMRO.0345.Veenderij-vg01 van de gemeente Veenendaal.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de verbeelding van het bestemmingsplan Veenderij, bestaande uit de kaart XX 00-00-00, waarbij gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan GBKN-00-00.
een aan een hoofdgebouw gebouwde ruimte, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is – maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap – met dien verstande dat een aanbouw een zelfstandige ruimte is en een uitbouw een uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw is.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bebouwing bestaande uit meer dan twee aaneengebouwde woningen.
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, die gelegen is tegenover de voorgevel.
een bijgebouw behorend bij een woning op één bouwperceel, waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen.
één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken.
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
het door één of meer van de bewoners bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een al dan niet uit meerdere bouwlagen bestaande woning, deel uitmakend van een gebouw waarin vanaf de eerste verdieping ofwel de tweede bouwlaag meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel naast elkaar gesitueerd zijn, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid gewaarborgd is.
een pad dat doorgaans gebruikt wordt voor voet- en fietsverkeer, maar dat tijdelijk gebruikt kan worden voor het gebruik van hulpdiensten, zoals brandweer, ambulance en politie, alsmede bestemmingsverkeer in geval van calamiteiten.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé.
het gedeelte van een bouwperceel dat achter de voorgevelrooilijn is gesitueerd, met uit-zondering van het hoofdgebouw.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een al dan niet gebouwde voorziening kennelijk bedoeld voor het beperken van geluidhinder, zoals een geluidscherm of een geluidwal.
een woning die door middel van ondergeschikte bouwdelen, zoals garages of bergingen, verbonden is met andere woningen.
een al dan niet uit meerdere bouwlagen bestaande woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel beneden en naast elkaar zijn gesitueerd, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
(bouwkundige) voorzieningen ten behoeve van (ontsluiting van) de bestemmingen die ingevolge deze regels aan gronden zijn toegekend, zoals aanlegsteigers, (ondergrondse) afvalcontainers, bruggen, duikers, geluidbeperkende voorzieningen, kadewanden, keermuren, lichtmasten, objecten van beeldende kunst, openbaar vervoer haltes, overkappingen, (gebouwde) parkeervoorzieningen, reclameobjecten, stallingsruimten, tunnels, verkeersborden, verkeersgeleiders, verkeersregelinstallaties, vlaggenmasten, vlonders, stuwen, wachthuisjes.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie.
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een helling van elk ten minste 15° en ten hoogste 75°;
voor de werking van dit bestemmingsplan wordt onder maatschappelijke functies verstaan functies ten behoeve van onderwijs, gezondheids- en welzijnszorg, levensbeschouwelijke functies, politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs en openbare dienstverlening.
het op individuele basis, buiten organisatorisch verband, bieden van zorg aan personen die fysiek, psychisch of verstandelijk ernstig hulpbehoevend zijn.
bedrijf gericht op de productie en/of distributie van drinkwater, electriciteit, gas of warmte en op het telecommunicatieverkeer.
(bouwkundige) voorzieningen ten behoeve (de aansluiting op) het openbare net van gas, water, elektriciteit, riolering, stadsverwarming, en het telecommunicatieverkeer, of daaraan gelijk te stellen voorzieningen.
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op tenminste 1,75 m beneden peil;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
de onderste laag van een woongebouw, voor tenminste 1,5 m hoogte gelegen boven het peil, waarin uitsluitend zijn ondergebracht niet voor bewoning bestemde ruimten, ten dienste van de bewoners van de bovengelegen woningen.
georganiseerde communicatie van niet-incidentele aard met als doel overdracht van kennis, vermeerdering van inzicht en/of aanleren van vaardigheden zoals primair en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar (beroeps)onderwijs en educatie, tertiair onderwijs en overig onderwijs en bij onderwijs behorende sportvoorzieningen.
de op de verbeelding aangewezen grond, die bestemd is voor verkeer, groen en water.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en waarvan de steunconstructie uit ten hoogste één wand bestaat.
de grens van een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten.
een gevelconstructie zonder te openen delen en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf (bordeel).
bebouwing bestaande uit twee grondgebonden woningen die samen een bouwblok vormen.
de naar de openbare ruimte gekeerde gevel (bouwgrens), erkers e.d. niet meegerekend.
een niet-aaneengebouwde woning.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor zelfstandige huisvesting van maximaal 1 huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die bouwwerken, horizontaal, dan wel verticaal gemeten.
de kortste afstand tussen de grens van een bouwperceel en enig punt van het op het bouwperceel voorkomende of nog te bouwen gebouw;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale projectie van de ruimte tussen de harten van de vloeren of balklagen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidingsmuren).
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er mogen, met uitzondering van gebouwen voor nutsvoorzieningen, geen gebouwen worden gebouwd. Voor gebouwen voor nutsvoorzieningen gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Gebouwen voor nutsvoorzieningen | Eis |
maximum bouwhoogte | 3,0 meter |
maximum oppervlakte | 15,0 m² |
Voor het bouwen van overige bouwwerken de gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Overige bouwwerken | Eis |
maximum bouwhoogte geluidscherm | 10 m¹ |
maximum bouwhoogte beeldende kunstvoorzieningen | 10,0 m¹ |
maximum bouwhoogte jongeren ontmoetingsplek | 4 m¹ |
maximum oppervlakte jongeren ontmoetingsplek | 20 m² |
maximum bouwhoogte speelvoorzieningen | 6 m¹ |
maximum bouwhoogte infrastructurele voorzieningen | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte overige bouwwerken voor nutsvoorzieningen | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte andere overige bouwwerken | 5,0 meter |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het uitlaten van honden zonder dat deze zijn aangelijnd, met uitzondering van het uitlaten van honden zonder dat deze zijn aangelijnd ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen - hondenlosloopplaats".
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in 4.1 mogen uitsluitend (ondergrondse) gebouwen en overige bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht, mits wordt voldaan aan de in 16.3 gegeven voorwaardelijke verplichting.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende maatvoeringen:
Bouwwerken | Eis |
maximum bouwhoogte objecten van beeldende kunst | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte infrastructurele voorzieningen | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte gebouwen voor nutsvoorzieningen | 3,0 meter |
maximum oppervlakte per gebouw van gebouwen voor nutsvoorzieningen | 15,0 m2 |
maximum bouwhoogte overige bouwwerken voor nutsvoorzieningen | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte afvalcontainers | 2,0 meter |
maximum oppervlakte afvalcontainers | 5,0 m2 |
maximum bouwhoogte andere overige bouwwerken | 5,0 meter |
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in 5.1 mogen uitsluitend overige bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht, mits wordt voldaan aan de in 16.3 gegeven voorwaardelijke verplichting.
Overige bouwwerken zoals bruggen, duikers en beschoeiingen zijn, met uitzondering van steigers en vlonders als bedoeld in 5.2.3 en 5.2.4, toegestaan. Voor het bouwen gelden de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Overige bouwwerken | Eis |
de maximum bouwhoogte | 5,0 meter |
minimum doorvaarhoogte van bruggen t.o.v . waterpeil | 1,25 meter |
minimum doorvaarbreedte onder bruggen ter hoogte van het waterpeil | 2,5 meter |
In afwijking van het bepaalde in 5.2.2 is het toegestaan vlonders op te richten, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
In afwijking van het bepaalde in 5.2.2 en 5.2.3 is het toegestaan een steiger, vlonder of ander bouwwerk te realiseren, dat voorziet in de voorwaardelijke verplichting als bedoeld in 16.3, onder f. Alvorens te beslissen vragen burgemeester en wethouders advies aan de waterbeheerder.
De voor "Wonen - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Situatie | Eis |
maximale overschrijding voorgevelrooilijn door een erker, gevelornament of balkon als percentage van de breedte van de voorgevel | 60% |
maximale overschrijding voorgevelrooilijn door een erker, balkon of luifel gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw | 1,0 meter |
maximum bouwhoogte van een erker of luifel | 3,2 meter |
Voor het bouwen van de aan- of uitbouwen, alsmede bijgebouwen gelden de volgende regels:
Aan- of uitbouwen, alsmede bijgebouwen | Eis |
maximaal bebouwd deel (bebouwingspercentage en oppervlak) van het erf (per perceel) | 50%, met een maximum van 60 m2 |
maximum bouwhoogte aan- of uitbouw | 3,2 meter |
maximum goothoogte aan- of uitbouw | 3,2 meter |
maximum diepte aan- of uitbouw achter het bouwvlak | 3 meter |
maximum bouwhoogte bijgebouw | 6,1 meter |
maximum goothoogte bijgebouw | 3,1 meter |
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:
Overige bouwwerken buiten het erf | Eis |
maximum bouwhoogte | 1 meter |
Overige bouwwerken binnen het erf | |
maximum bouwhoogte erfafscheiding | 2 meter |
maximum bouwhoogte andere overige bouwwerken | 3 meter |
Het is verboden vlonders te bouwen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2.4 voor het toestaan van een vlonder, voor zover deze voldoet aan de volgende voorwaarden:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: bij woningen met de aanduiding "minimum aantal parkeerplaatsen" het zodanig gebruik van gronden dat er per perceel minder dan het ter plaatse aangegeven aantal parkeerplaatsen met een afmeting kleiner dan 2,5 x 5 m per parkeerplaats in stand wordt gehouden, zoals dit onder meer blijkt uit het niet langer handhaven van de verharding of het niet meer toegankelijk houden van de parkeerplaatsen.
De in 5.1 onder d. bedoelde beroepen aan huis mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
Vrijstaande bijgebouwen mogen niet voor bewoning worden gebruikt.
Gebouwen mogen niet worden gebruikt voor detailhandel en voor de uitoefening van een seksinrichting.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 voor het toestaan van een bedrijf aan huis, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.4.3 teneinde afhankelijke woonruimte mogelijk te maken in bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Situatie | Eis |
de minimum afstand tot de voorste perceelgrens | 3,0 meter |
de minimum afstand tot de zijdelingse perceelgrens | 2,0 meter |
de minimum afstand tot de zijdelingse perceelgrens indien deze aan het water is gesitueerd | 3,0 meter |
de minimum afstand tot de achterste perceelgrens | 7,0 meter |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Bijgebouwen | Eis |
de minimum afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw | 3,0 meter |
maximum bouwhoogte bijgebouw | 6,0 meter |
maximum goothoogte bijgebouw | 3,0 meter |
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:
Overige bouwwerken | Eis |
maximum bouwhoogte | 3,0 meter |
In afwijking van het bepaalde in 7.2.3 dienen vlonders aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: bij woningen met de aanduiding "minimum aantal parkeerplaatsen" het zodanig gebruik van gronden dat er per perceel minder dan het ter plaatse aangegeven aantal parkeerplaatsen met een afmeting kleiner dan 2,5 x 5,0 m per parkeerplaats in stand wordt gehouden, zoals dit onder meer blijkt uit het niet langer handhaven van de verharding of het niet meer toegankelijk houden van de parkeerplaatsen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De in 7.1 onder d. bedoelde beroep aan huis mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
Vrijstaande bijgebouwen mogen niet voor bewoning worden gebruikt.
Gebouwen mogen niet worden gebruikt voor detailhandel en voor de uitoefening van een seksinrichting
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.1 voor het toestaan van een bedrijf aan huis voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.3.4 teneinde afhankelijke woonruimte mogelijk te maken in bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor "Woongebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in 8.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht, mits wordt voldaan aan de in 16.3 gegeven voorwaardelijke verplichting.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van het wonen gelden de volgende regels:
Hoofdgebouwen | Eis |
de maximum bouwhoogte | 11,0 meter |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Bijgebouwen | Eis |
de minimum afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw | 3,0 meter |
maximum bouwhoogte bijgebouw | 5,0 meter |
maximum goothoogte bijgebouw | 3,0 meter |
maximaal bebouwd deel (bebouwingspercentage en oppervlak) van het erf (per perceel) | 50%, met een maximum van 50 m2 |
Voor het bouwen van overige bouwwerken, met uitzondering van vlonders, gelden de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Overige bouwwerken vóór de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw | Eis |
maximum bouwhoogte | 1,0 meter |
Overige bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw | |
maximum bouwhoogte erfafscheiding | 2,0 meter |
maximum bouwhoogte andere overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3,0 meter |
Voor het bouwen van overige bouwwerken, met uitzondering van vlonders als bedoeld in 8.2.6, gelden de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Bouwwerken | Eis |
maximum bouwhoogte objecten van beeldende kunst | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte infrastructurele voorzieningen | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte gebouwen voor nutsvoorzieningen | 3,0 meter |
maximum oppervlakte per gebouw van gebouwen voor nutsvoorzieningen | 15,0 m2 |
maximum bouwhoogte overige bouwwerken voor nutsvoorzieningen | 10,0 meter |
maximum bouwhoogte afvalcontainers | 2,0 meter |
maximum oppervlakte afvalcontainers | 5,0 m2 |
maximum bouwhoogte steigers en vlonders boven waterpeil | 0,5 meter |
maximum oppervlakte steigers en vlonders | 10,0 m2 |
maximum bouwhoogte andere overige bouwwerken | 5,0 meter |
In afwijking van het bepaalde in 8.2.5 dienen vlonders ter plaatse van de bestemmingsgrens met de bestemming Water aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het zodanig gebruik van gronden dat er per perceel minder dan het per woningtype aangegeven aantal parkeerplaatsen met een afmeting kleiner dan 2,5 x 5,0 m per parkeerplaats in stand wordt gehouden, zoals dit onder meer blijkt uit het niet langer handhaven van de verharding of het niet meer toegankelijk houden van de parkeerplaatsen. Per woningtype geldt het in onderstaande tabel opgenomen minimaal te handhaven aantal parkeerplaatsen op eigen erf:
Wonigtype | Eis |
vrijstaande, geschakelde en twee-aaneengebouwde woningen | 2 pp |
aaneengebouwde woningen | 1 pp |
Het bovenstaande is ten aanzien van aaneengesloten woningen niet van toepassing indien bij het verlenen van de omgevingsvergunning op een andere wijze in het aangegeven aantal parkeerplaatsen is voorzien.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De in 8.1 onder g. bedoelde beroep aan huis mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
Vrijstaande bijgebouwen mogen niet voor bewoning worden gebruikt.
Gebouwen mogen niet worden gebruikt voor detailhandel en voor de uitoefening van een seksinrichting.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1 voor het toestaan van een bedrijf aan huis, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.3.4 teneinde afhankelijke woonruimte mogelijk te maken in bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen – Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders werken de in lid 9.1 omschreven bestemming uit met in achtneming van de volgende hoofdlijnen, uitgangspunten, wensbeelden en regels,
In hoofdlijnen
Algemene stedenbouwkundige structuur van Veenendaal-Oost
Stedenbouwkundige structuur
Programmering
Omgevingsfactoren
Bebouwing en gebruik
Voorlopig bouwverbod
Voorzover de in lid 9.2 bedoelde uitwerking niet van kracht is, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.3, indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de bescherming van de op deze gronden voorkomende landschappelijke waarden die worden ontleend aan de historische openheid van de Dragonderweg, zoals met name de openheid tussen de afzonderlijke bebouwingsensembles.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de gronden die zijn aangewezen voor Waarde - Landschap als bedoeld in 10.1 en het bepaalde in de artikelen 4 5, 6 9 en 8 prevaleert de (dubbel)bestemming 'Waarde - Landschap'.
In de bebouwbare zone zijn de gebouwen en overige bouwwerken toegestaan die ingevolge de samenvallende bestemmingen mogen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.2 voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken geldt, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, dat deze uitsluitend toegestaan zijn binnen de bouwvlakken, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen die ook buiten de bouwvlakken zijn toegestaan.
Als gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, geldt in ieder geval:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels kan worden afgeweken kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
De in 14.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen ten aanzien van:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken geldt, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, dat deze uitsluitend toegestaan zijn binnen de bouwvlakken, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen die ook buiten de bouwvlakken zijn toegestaan.
Een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten als bedoeld in dit plan wordt slechts verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden, dan wel aannemelijk is gemaakt dat hieraan wordt voldaan tijdens de looptijd van dit plan:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 17.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 17.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 17.2.1 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Veenderij
Behoort bij het besluit van de raad der gemeente Veenendaal
d.d. tot vaststelling van het bestemmingsplan Veenderij
Mij bekend,
de griffier.