Plan: | Gelders Benedeneind - Veenderij-zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BPVeenderijzuid-vg01 |
Door de gemeente Veenendaal is een historisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek heeft bestaan uit het raadplegen van archieven, het verzamelen en samenvatten van eerder uitgevoerde onderzoeken, het bestuderen van historisch en huidig kaartmateriaal, alsmede luchtfoto-interpretatie.
Voor de deelgebieden "Buurtstede" en "Veenderij" is een zogenaamd sleuvenonderzoek uitgevoerd (Geofox-Lexmond b.v., maart 2007). Dit onderzoek is gericht op de mogelijke aanwezigheid van asbest in de puinverhardingen, slootdempingen of andere verdachte deellocaties. Bovendien is onderzocht in welke vorm de verontreiniging met asbest aanwezig is (hechtgebondenheid en type). Indien mogelijk worden uitspraken gedaan over de globale omvang van de verontreiniging met asbest.
Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek is vervolgens een saneringsplan op hoofdlijnen opgesteld (Geofox-Lexmond b.v., 23 mei 2007) voor de sanering van de eventueel ernstig verontreinigde bodem. In dit saneringsplan worden de sanerende maatregelen en de te volgen procedures beschreven die noodzakelijk zijn om de ernstige verontreinigingen, dan wel de gevolgen daarvan, tot een milieuhygiënisch aanvaardbaar niveau terug te brengen.
Gelijktijdig met het opstellen van het raamsaneringsplan zijn een verkennend bodemonderzoek gedateerd 2 april 2007 en een waterbodemonderzoek van 30 maart 2007 uitgevoerd.
Aanvullende onderzoeken inzake percelen binnen het plangebied bestemmingsplan Gelders
Benedeneind.
Voor de percelen langs het Gelders Benedeneind zijn volgende onderzoeken nog uitgevoerd:
Voor wat betreft het onderwerp bodem is het totale gebied (“Buurtstede” en “Veenderij”) in kaart gebracht. Dit is inclusief de locaties langs het Gelders Benedeneind. Voor locaties waar verontreiniging is geconstateerd middels verkennend en/of nader onderzoek, geldt het raamsaneringsplan Veenendaal-oost. Vooruitlopend op de sanering wordt een plan van aanpak opgesteld en vervolgens afgestemd met de provincie Utrecht. Daarna worden de betreffende locaties gesaneerd.
Geconcludeerd kan worden dat het aspect bodem(verontreiniging) geen belemmering is voor het bouwrijp maken en een gebruik overeenkomstig de bestemming. Ondanks de uitgevoerde onderzoeken is het mogelijk dat tijdens het bouwrijpmaken van het plangebied “Veenderij” niet-aangetoonde bodemverontreinigingen worden aangetroffen. Het raamsaneringsplan biedt dan uitkomst en voorkomt stagnatie tijdens de werkzaamheden.