direct naar inhoud van 4.3 Waterpartijen
Plan: De Batterijen 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPDeBatterijen-OH01

4.3 Waterpartijen

Zie ook onder punt 1.

De waterpartijen in het plan worden ontworpen in relatie met de riolering, de grondwaterstand en de drainage, een en ander in overleg met het waterschap. Om voldoende drooglegging van wegen en bedrijven te bereiken zal het waterpeil een bepaalde maximum hoogte t.o.v. het maaiveld moeten krijgen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met een peilstijging van max. 0,40 m tijdens een hevige regenbui. Daar waar mogelijk zal een natuurlijk talud toegepast worden.

De nieuwe waterpartijen ten noorden van de Zijdewetering krijgen een normale waterstand van 5.40 m +NAP, terwijl de bestaande waterpartijen in het westelijk gedeelte een waterstand hebben van 5.80 m +NAP. Beide stelsels staan niet met elkaar in verbinding. De waterpartijen ten zuiden van de Zijdewetering krijgen eveneens een normale waterstand van 5.40 m +NAP.

De wegen in het gehele plangebied krijgen een hoogte van ca. 6.85 m +NAP, behalve de Voorpoort, die een hoogte krijgt van 7.00 m +NAP.

Het stelsel ten noorden van de Zijdewetering loost op 2 punten op de Zijdewetering, t.w. 1 punt t.b.v. het bestaande gedeelte (5.80 m +NAP) en 1 punt t.b.v. het nieuwe gedeelte (5.40 m +NAP), het stelsel ten zuiden van de Zijdewetering loost op 1 punt op de Zijdewetering (5.40 m +NAP). De lozingspunten zijn voorzien van een pomp of een speciale stuwconstructie t.b.v. een gedoseerde afvoer. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt, dat het normale waterpeil van de Zijde Wetering 4.80 – 5.00 m +NAP bedraagt. Voor een neerslagsituatie, die statistisch gezien één keer per 10 jaar voorkomt bedraagt het waterpeil 5.85 m +NAP.

Waterkwaliteit

Bouwactiviteiten op het bedrijventerrein "De Batterijen", met name de verharding en ontwatering, grijpen uiteraard in in het bestaande hydrologisch systeem. De waterhuishouding vormt dan ook een niet onbelangrijke factor voor de ontwikkeling van De Batterijen. De Zijdewetering en de overige waterlopen in het gebied hebben met name een functie voor de afwatering van het gebied zelf en kunnen als relatief schoon worden gedefinieerd. Een duurzame ontwikkeling van het gebied is gebaat bij:

  • een hoge kwaliteit van het in het gebied aanwezige oppervlaktewater (schoon water):
  • door preventieve maatregelen bij bedrijven om emissies van vervuilende stoffen naar bodem, lucht en oppervlaktewater zoveel mogelijk te voorkomen;
  • door het scheiden van de inlaat van vervuild water van het gebiedseigen water.
  • het vasthouden van schoon gebiedseigen water:door afkoppeling van relatief schoon hemelwater van de riolering;
  • door buffering van relatief schoon hemelwater in het oppervlaktewater.
  • het rioleren van het plangebied middels een gescheiden stelsel, dat loost op de vijvers en van daaruit gedoseerd wordt afgevoerd naar de Zijdewetering.
  • het beperken van het watergebruik in bedrijven door waterbesparende maatregelen (bijvoorbeeld doorstroombegrenzers op kranen en wc's).
  • gebruik van water van lagere kwaliteit (geen duur leiding- of grondwater) voor spoel-, reinigings- en sanitaire doeleinden:
  • door het opvangen van hemelwater in reservoirs;
  • door de reservoirs met behulp van een zo kort mogelijk leidingennet naar aparte kranen te leiden.