21.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
21.1.1 Aanduidingsomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het grondwater.
21.1.2 Aanlegvergunning
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgene werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren binnen de gronden als bedoeld in 21.1.1:
-
a. het indrijven van voorwerpen in de bodem zoals damwanden, diepwanden of schermen, alsmede het verwijderen van deze voorwerpen;
-
b. het maken en/of het buitengebruik stellen van boorputten;
-
c. het realiseren van ondergrondse bouwwerken;
-
d. het realiseren van funderingswerken, zoals het aanbrengen van palen in de grond.
21.1.3 Uitzonderingen aanlegvergunningplicht
Het in 21.1.2 vervatte verbod geldt niet voor:
-
a. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis binnen het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
-
b. werken en werkzaamheden op een diepte van minder dan 10 meter onder het maaiveld;
-
c. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het verkrijgen van rechtskracht van het plan.
21.1.4 Aanlegvergunning: toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 21.1.2 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachte gevolgen, geen onevenredige aantasting van de belangen van bescherming van de bodem ontstaat of kan ontstaan.
21.1.5 In te winnen adviezen
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning, als bedoeld in artikel 21.1.2, wordt de provincie gehoord.
21.2 Milieuzone - molenbiotoop
21.2.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bedoeld voor het beschermen van de functie van de in de nabijheid van dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als beeldbepalend element.
21.2.2 Bouwregels
Om voor de molen vrije windvang te garanderen en het zicht op de molen veilig te stellen geldt binnen de op de verbeelding als 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangeduide gronden, dat:
-
a. binnen een straal van 100 m¹, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, geen bebouwing of beplanting mag worden opgericht hoger dan het onderste punt van de verticale staande wiek;
-
b. binnen een straal van 100 tot 400 m1, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, geen bebouwing of beplanting mag worden opgericht met een grotere hoogte dan 1/30 van de afstand, gemeten tussen de bebouwing of beplanting en het onderste punt van de verticaal staande wieken van de molen,vermeerderd met de onder a bedoelde hoogte.
21.2.3 Afwijking van de bouwregels
Het bepaalde in 21.2.2 is niet van toepassing op bestaande of reeds vergunde bebouwing. Ook is dat bepaalde niet van toepassing op in dit bestemmingsplan aangegeven maximale bouwhoogten die hoger zijn dan volgens de in 21.2.2 aangegeven berekening.