direct naar inhoud van 6.1 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Op basis van de Wet ruimtelijke ordening, hoofdstuk grondexploitatie, is het in sommige gevallen verplicht gelijktijdig met het vaststellen van een bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen. In het Besluit ruimtelijke ordening wordt aangegeven voor welke bouwplannen deze verplichting geldt.

Dit bestemmingsplan heeft een overwegend conserverend karakter. Het plan maakt rechtstreeks geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk. De ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan voorkomen, zoals het toepassen van functieveranderingen voor voormalige agrarische bedrijven en het uitbreiden/aanleggen van wegen, zijn alleen mogelijk door middel van een wijzigingsbevoegdheid.

Mocht het in deze gevallen gaan om bouwplannen die genoemd zijn in het Besluit ruimtelijke ordening, dan hoeft er pas bij de vaststelling van het wijzigingsplan een exploitatieplan te worden vastgesteld.

Het is dus voor deze ontwikkelingen niet nodig tegelijkertijd met dit bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen.

Echter, bestaande bouwtitels die op basis van de vigerende bestemmingsplannen ook al mogelijk waren en nu in dit bestemmingsplan worden gehandhaafd, vallen ook onder de regeling zoals opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening. Het gaat dus om bouwmogelijkheden die op basis van de vigerende bestemmingsplannen ook al gerealiseerd mochten worden, maar waarvoor nog geen bouwvergunning was aangevraagd. Bij deze aanvragen kan dus alsnog kostenverhaal plaatsvinden. Voor een groot deel betreft het kosten van onderzoek en planvorming voor de bestemmingsplanherziening. Het is niet redelijk deze kosten te verhalen op al bestaande en gehandhaafde bouwtitels.

Daarom is aan de Invoeringswet Wro een overgangsrechtelijke bepaling (artikel 9.1.20) toegevoegd, die de bestaande bouwtitels uitzondert van toepassing van het verplichte kostenverhaal.