direct naar inhoud van Artikel 7 Cultuur en Ontspanning
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01

Artikel 7 Cultuur en Ontspanning

7.1 Bestemmingsomschrijving

De als "Cultuur en Ontspanning - Sauna" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. inrichting en gebruik ten behoeve van sauna en ontspanning;
  • b. bedrijfswoningen en de daarbij behorende aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen met dien verstande dat binnen het bestemmingsvlak maximaal één bedrijfswoning mag worden gebouwd;
  • c. tuinen en groen- en overige, bij bedrijven behorende voorzieningen en
  • d. uitsluitend binnen het bouwvlak: parkeervoorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 toegestane bouwwerk

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen,
  • b. bedrijfswoningen en daarbij behorende aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen en
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.

7.2.2 bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 6.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. binnen elk bestemmingsvlak mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan één of in voorkomend geval niet meer dan binnen het bestemmingsvlak aangegeven aantal, met dien verstande dat binnen een bestemmingsvlak met de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten", geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 600 m³;
  • d. bij elke bedrijfswoning mogen ten hoogste twee bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 50 m² worden gebouwd;
  • e. binnen elk bestemmingsvlak mag het aantal windmolens niet meer bedragen dan één;
  • f. de goothoogte van gebouwen en de bouwhoogte van bouwwerken mogen niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven:

bouwwerken   max. goothoogte   max. bouw hoogte  
bedrijfswoningen, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding   4,5 m   8 m  
bijgebouwen bij bedrijfswoningen   3,1 m   4,5 m  
bedrijfsgebouwen, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding   6 m   10 m  
bouwwerken voor mestopslag en kassen   -   6 m  
windmolens   -   10 m  
erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen bouwvlak   -   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   -   1 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde binnen bouwvlak   -   10 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde buiten bouwvlak   -   2 m  

7.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder bedrijven als bedoeld in artikel 7.1, zijn niet begrepen detailhandelsbedrijven, tenzij in dat artikel anders is bepaald.
  • b. Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting;

7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 mantelzorg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 7.1, teneinde afhankelijke woonruimte mogelijk te maken in een bedrijfswoning of een bij een bedrijfswoning behorend bijgebouw, met dien verstande dat:

  • a. het gebruik noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
  • a. op het perceel al een woning aanwezig is;
  • b. er geen milieuhygiënische belemmeringen vanwege percelen van derden bestaan c.q. bestaande belemmeringen vanwege percelen van derden zijn opgeheven;
  • c. de afhankelijke woonruimte binnen de regeling inzake de woning of de bijgebouwen wordt ingepast, met dien verstande dat maximaal 45 m² ten behoeve van de afhankelijke woonruimte in gebruik mag zijn.

7.4.2 intrekking mantelzorg

Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 in, indien de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

7.4.3 ander soort cultuur-/ontspanningsbedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 7.1, ten behoeve van andere bedrijven welke zijn opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten en Lijst van bedrijfsactiviteiten- opslag en installaties, mits deze, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende gronden zijn toegestaan krachtens artikel 7.1.