direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Wilhelminalaan, Vleuten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPWILHELMINALAAN-0601

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 2', voor bedrijven tot en met categorie 2 van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf 1', voor bedrijven in categorie 1en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, alsmede de bestaande bedrijven in maximaal categorie 3.1 zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst van bestaande bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 3.1', voor bedrijven tot en met categorie 3.1 van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning', één bedrijfswoning per aanduiding;
  • e. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'geluidscherm', tevens voor een geluidscherm;
  • f. ter plaatse van de functieaanduiding tuin, tevens voor tuinen en erven;
  • g. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte;
  • h. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.
3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met in achtneming van de volgende bepalingen:

3.2.1 Gebouwen
  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen niet worden overschreden;
  • c. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag niet worden overschreden;
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 2 m mogen bedragen;
  • b. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten maximaal 6 meter bedragen.
  • c. de bouwhoogte van het in lid 3.1 sub e genoemde geluidscherm mag niet meer bedragen dan 5 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf 1' en de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 2' buiten het bouwvlak is niet toegestaan, met uitzondering van ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 2' laden en lossen van 7.00-19.00 op reguliere werkdagen, de opslag van goederen met een stapelhoogte van niet meer dan 4 m op onbebouwde gronden en parkeren, en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf 1' laden en lossen, de opslag van goederen met een stapelhoogte van niet meer dan 4 m op onbebouwde gronden, parkeren en het stallen van personenauto's;
  • e. ter plaatse van de specifieke functieaanduiding 'tuin' is uitsluitend tuin of erf toegestaan;
  • f. het is uitsluitend toegestaan het gebouw te gebruiken met geopende delen in het dak en/of met geopende delen in de zuidoostgevel van het gebouw, dat is gelegen binnen de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf 1' en de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 2', voor zover hierdoor geen verslechtering van het leefklimaat ontstaat van de omliggende woningen
  • g. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit m.e.r. 1994 zijn niet toegestaan;
  • h. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • i. kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 30% van de brutovloeroppervlakte en meer dan 2000 m2 per bedrijf, is niet toegestaan.
3.4 Afwijken van de Lijst van bestaande bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.1 sub b;

  • a. om nieuwe bedrijven toe te laten uit categorie 3.1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, voor zover uit nader onderzoek blijkt, danwel aannemelijk is, dat het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven, maatgevende milieuaspecten, geacht kan worden gelijk, dan wel minder milieubelastend te zijn aan de in lid 3.1 sub b genoemde bestaande bedrijfsactiviteiten.
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, geacht kan worden te behoren tot de categorieen van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, wijzigen op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

3.5.1 Wro-zone-wijzigingsgebied


Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied' de functieaanduiding 'tuin' te wijzigen in de bestemming 'Tuin' als bedoeld in Artikel 5 en de functieaanduiding 'bedrijfswoning' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder gelijktijdige wijziging van de in lid 3.1 onder a, b en c genoemde milieucategorie, voor zover nodig voor een goed woon-/leefklimaat, in milieucategorie 1, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. bij de wijziging naar milieucategorie 1 mag geen bebouwing worden toegevoegd;
  • b. de wijziging naar 'Wonen' geldt voor de bestaande bedrijfswoningen.