Plan: | Vleuterweide, Vleuten |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601 |
Kader
Bij het bestemmingsplan dient getoetst te worden of de bodemkwaliteit geschikt is of geschikt gemaakt kan worden voor de geplande functies. Het gemeentelijk bodembeleid gaat uit van de volgende algemene uitgangspunten uit de Wet bodembescherming:
Overige gevallen van ernstige bodemverontreiniging moeten binnen een bepaalde termijn worden gesaneerd als er tevens sprake is van risico's. Het gaat daarbij om humane of milieuhygiënische risico's en om risico's voor verspreiding van de verontreiniging. De sanering gebeurt functiegericht en kosteneffectief.
Bij een aanvraag van een omgevingsvergunning dient een bodemonderzoek conform de NEN 5740 te worden verricht. Op basis van dit onderzoek wordt beoordeeld of de locatie geschikt is voor de geplande functie of dat er nog een nader onderzoek en/of een bodemsanering noodzakelijk is, voordat de locatie geschikt is voor de geplande functie. Als er voor de bouwwerkzaamheden een grondwateronttrekking nodig is, moet rekening gehouden worden met nabij gelegen grondwaterverontreinigingen.
Plansituatie
Ten zuidoosten van het plangebied Vleuterweide ligt het waterwingebied De Meern. Het zuidoostelijk deel van het plangebied ligt in de boringsvrije zone rondom het waterwingebied. Hier is de Provinciale milieuverordening Utrecht van kracht en er worden extra regels gesteld aan het doorboren van de slecht doorlatende laag russen het eerste en tweede watervoerend pakket rond 40m-mv. De ontwikkellocaties 11,13 t/m 17 bevinden zich in deze boringsvrije zone.
In het plangebied zijn vanwege de geplande nieuwbouw eerder diverse bodemonderzoeken uitgevoerd, om inzicht te krijgen in de bodemkwaliteit ter plaatse. Er zijn licht tot plaatselijk matige verontreinigingen aanwezig. Er is één kleinschalig geval van ernstige bodemverontreiniging met lood in Vleuterweide bekend, maar deze bevindt zich niet ter plaatse van de huidige ontwikkellocaties. Enkele deellocaties liggen in een gebied waar na het bouwrijp maken een uitkeuringsonderzoek is verricht. Mogelijk kunnen de eerdere bodemonderzoeken worden gebruikt bij het aanvragen van de omgevingsvergunning.
Op basis van het bodembeheerplan 2012 is het plangebied ingedeeld in de klasse landbouw/natuur voor zowel de ontgravingskwaliteit als de toepassingskwaliteit. Eventueel grondverzet moet met deze kwaliteitsklasse rekening houden.
Conclusie
Er worden ten aanzien van de bodemkwaliteit geen belemmeringen voor de geplande ontwikkelingen verwacht. Bij de omgevingsvergunning zal dit verder worden getoetst. Ter plaatse van de boringsvrije zone van het waterwingebied mogen geen diepe grondwerkzaamheden worden verricht, waarbij de scheidende laag wordt aangetast.