direct naar inhoud van 4.2 Geluidhinder
Plan: Vleuterweide, Vleuten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601

4.2 Geluidhinder

Kader

Geluid beïnvloedt vaak de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. De belangrijkste geluidsbronnen die in het kader van de ruimtelijke ordening van belang zijn, zijn wegverkeer, railverkeer en bedrijven.

De regels van de Wet geluidhinder, ter bescherming van geluidsgevoelige bestemmingen (wonen, onderwijs en zorg) zijn van toepassing bij het vaststellen van een bestemmingsplan. De Wet geluidhinder ziet alleen toe op zaken die nieuw zijn of veranderen, zoals:

  • bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen of gezoneerde industrieterreinen;
  • bestemmen van gronden voor aanleg van nieuwe wegen (niet bij wegen waarvoor een maximum snelheid van minder dan 50 km/u geldt);
  • reconstructie van wegen of wijzigen van gezoneerde industrieterreinen.

De Wet geluidhinder kent voorkeursgrenswaarden waarbinnen een geluidsgevoelige bestemming altijd kan worden gerealiseerd. Onder voorwaarden kan er een ontheffing van de voorkeursgrenswaarde worden verleend ('hogere waarde') tot aan een zekere maximale ontheffingswaarde. Bij een geluidsbelasting boven de maximale ontheffingswaarde zijn geluidsgevoelige bestemmingen niet toegestaan Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien er gebruik wordt gemaakt van 'dove gevels'. De grenswaarden zijn voor binnenstedelijk wegverkeer in de bestaande stad 48-63 dB en in uitleggebieden zoals Vleuterweide 58 dB, voor spoorweglawaai 55-68 dB en voor gezoneerde industrieterreinen 50-55 dB(A).

Bij een geluidsbelasting tussen de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarde dient akoestisch onderzoek uitsluitsel te geven over de te verwachten geluidsbelasting en de doeltreffendheid van maatregelen om een overschrijding van grenswaarden te voorkomen.

Onder bepaalde voorwaarden, die zijn vastgelegd in de gemeentelijke geluidnota, kan door burgemeester en wethouders een hogere waarde voor de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting worden vastgesteld. De voorwaarden uit de Geluidnota Utrecht 2007 op basis waarvan een hogere waarde kan worden vastgesteld, zijn:

  • Iedere woning dient te beschikken over een geluidsluwe gevel;
  • De woning bevat voldoende verblijfsruimten aan de geluidsluwe gevel, te weten 30% van het aantal verblijfsruimten of 30% van de oppervlakte van het verblijfsgebied;
  • Indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan is deze bij voorkeur gelegen aan de geluidsluwe zijde. Het geluidsniveau mag er in ieder geval niet meer dan 5 dB hoger zijn dan op de geluidsluwe gevel.

Plansituatie

De bouwmogelijkheden die mogelijk zijn gemaakt door het bestemmingsplan Vleuterweide uit 2002 zijn zo goed als gerealiseerd. Het voorliggende plan maakt voornamelijk het realiseren van woningen op losse kavels mogelijk. Verder is in tegenstelling tot het vorige plan langs het spoor de mogelijkheid voor het realiseren van woningen in plaats van kantoren opgenomen alsmede de realisatie van de onderwijsfunctie. Voor het gestelde in de Wet geluidhinder moet ook voor die woningen die op grond van het oude plan reeds realiseerbaar waren edoch nog geen omgevingsvergunning een hernieuwde toetsing plaats vinden. Dit is het geval in o.a. de Tuinlanden.

Aangezien de nieuwe ontwikkelingen in de geluidzone van de spoorweg Utrecht-Woerden, danwel andere wegen liggen,is er een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit om enerzijds aan te tonen dat het plan voldoet aan de Wet geluidhinder en anderzijds om aan te tonen dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

Conclusie

De geluidsbelastingen op de meeste locaties (uitgezonderd beperkte delen van 1 en 15) zijn zowel vanuit het gestelde in de Wet geluidhinder als de Wet ruimtelijke ordening aanvaardbaar. Voor de Wet geluidhinder zal gekoppeld aan het bestemmingsplan wel een hogere grenswaarde vastgesteld dienen te worden.

Langs het spoor wordt op locatie 1 de maximale ontheffingswaarde overschreden op de bovenste vier bouwlagen. Hier zal bij de uitwerking een dove gevel moeten worden toegepast. Op de locatie 15 langs de Zandweg wordt de maximale ontheffingswaarde overschreden vanwege de situering van de bestemmingsplangrens (te) kort op de weg. In de praktijk is hier sprake van een bestaand lint waarin op veelal vrije kavels ruimtelijke ontwikkeling wordt toegestaan. Indien er bij de uitwerking een normale tuin wordt toegepast is de verwachting dat de geluidsbelasting de maximale waarde van 58 dB niet overschrijdt.

Daar waar uit het onderzoek is gebleken dat de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, kunnen alleen geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd met toepassing van een dove gevel. Het is ook een mogelijkheid om bij de uitwerking een grotere afstand aan te houden of minder hoog te bouwen om zo de maximale waarden niet te overschrijden. Indien de berekende geluidsbelasting meer is dan de (beleidsmatige) maximale ontheffingswaarde wordt voor die betreffende locatie het maximum toelaatbare vastgesteld.

Om een en ander te borgen zijn in de regels van het bestemmingsplan voorzieningen opgenomen dat aan de voorwaarden van het hogere waarden besluit moet worden voldaan:

Voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt.