direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Vleuterweide, Vleuten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPVLEUTERWEIDEVLEU-0601

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met maximaal categorie 3.1, zoals genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat maximaal categorie 2, zoals genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend is toegestaan bij het bestaande bedrijf aan de Prins Hendrikweg nummer 33;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding 'waterzuivering' uitsluitend voor een rioolwaterzuiveringsbedrijf;
  • c. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-gasontvangststation' uitsluitend voor een gasontvangststation;
  • d. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte;
  • e. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, waterbeheer, waterberging, tuinen, erven en terreinen.
3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met in achtneming van de volgende bepalingen:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt maximaal 70%;
  • c. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag niet worden overschreden;
  • d. de afstand van de gebouwen tot de voorste perceelsgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;
  • e. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens mag niet minder dan 3 meter bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m;

b. het gestelde onder a geldt niet voor bouwwerken geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer;

c. in afwijking van het gestelde onder a mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. inrichtingen die zijn genoemd in de bijlagen C en D van het Besluit m.e.r. 2010 zijn niet toegestaan;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m op onbebouwde gronden is niet toegestaan;
  • f. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • g. kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 30% van de brutovloeroppervlakte en/of meer dan 2000 m2 per bedrijf is, is niet toegestaan.
3.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in artikel 3.2.1 onder a, voor een bebouwingsperecentage tot ten hoogste 80% per bouwperceel indien dit stedenbouwkundig inpasbaar is;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in artikel 3.2.1 onder e, waarbij de afstand tot een zijdelingse of achterste perceelsgrens maximaal tot nihil wordt teruggebracht, indien dit stedenbouwkundig inpasbaar is en de brandveiligheid niet in gevaar wordt gebracht.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 onder a:

  • a. door nieuwe bedrijven toe te laten uit categorie 3.2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, voor zover uit nader onderzoek blijkt, danwel aannemelijk is, dat het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven, maatgevende milieuaspecten, geacht kan worden gelijk, dan wel minder milieubelastend te zijn aan de in lid 3.1 sub a genoemde bestaande bedrijfsactiviteiten;
  • b. door bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, wijzigen op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.