direct naar inhoud van 5.5 Externe veiligheid
Plan: Terwijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPTERWIJDE-0601

5.5 Externe veiligheid

Externe veiligheid

In en direct rond het plangebied is een inventarisatie gedaan naar risicoveroorzakende activiteiten. Dit heeft het volgende overzicht opgeleverd:

  • Vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoorwegen en water. Waterwegen liggen op grote afstand van het plangebied en zijn niet relevant. De kortste afstand van het plangebied tot de A2 is ruim 200 meter. Bij een dergelijke afstand bestaat er een verwaarloosbare bijdrage van het plangebied op het totale risico. Hieraan zal verder geen aandacht worden besteed.
  • De spoorlijn Utrecht – Gouda loopt aan de zuidrand door het plangebied. Deze spoorlijn krijgt geen functie in het zogenaamde Basisnet Spoor, ofwel er zullen geen gevaarlijke stoffen over worden vervoerd. Hieraan zal verder geen aandacht worden besteed.
  • Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Net buiten de westrand van het plangebied lopen twee hogedruk aardgastransportleidingen die van invloed zijn op het plangebied. In het uiterste noordwestelijke deel van het plangebied lopen die leidingen door het plangebied.
  • Bedrijven die vallen onder het Bevi. Binnen het plangebied bevinden zich geen Bevi bedrijven. Ook buiten het plangebied bevinden zich geen Bevi bedrijven die van invloed zijn op het plangebied.

Het werken met, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen leidt tot veiligheidsrisico's voor omwonenden, bedrijven en passanten. Om deze risico's te beheersen worden in bestemmingsplannen de relaties tussen deze activiteiten en hun omgeving conform wet- en regelgeving verantwoord en vastgelegd. De normen en richtlijnen zijn onder andere vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb; voor transportleidingen). In Bijlage 2 Externe veiligheid is de inventarisatie verder uitgewerkt.

Vervoer door aardgasleidingen

Het risico bij aardgasleidingen wordt vooral veroorzaakt door de mogelijkheid van beschadiging bij graafwerkzaamheden etc. Het vrijkomende gas zal tot een ontploffing leiden gevolgd door brand.

Vanwege de risico's is een toets uitgevoerd aan risiconormen volgens het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het Bevb beschrijft de afstanden tussen buisleidingen en (beperkt) kwetsbare objecten en bestemmingen. Dit zijn alle plaatsen waar zich regelmatig personen bevinden m.u.v. verkeersdeelnemers. De getoetste normen hebben betrekking op het zogenaamde plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Op geen enkele plek langs de beschreven tracé's bestaat er een PR=10-6 contour.

Binnen de zogenaamde belemmeringenstrook bevinden zich geen gebouwde objecten.

Volgens uitgevoerde berekeningen van de groepsrisico's bestaan er bij geen van de aardgasleidingen overschrijdingen van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico.

Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, mede rekening gehouden met de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid.

De status van het plan is overigens niet afhankelijk van deze berekeningen. Het gaat om een conserverend plan; van toename van het groepsrisico is daarom geen sprake.

Voor een uitgebreidere onderbouwing van de conclusies wordt verwezen naar Bijlage 3 Kwantitatieve risicoanalyse Terwijde e.o.

Plansituatie

Externe veiligheid vormt aldus geen belemmering voor het vaststellen van onderhaving bestemmingsplan.