direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - uit te werken 1
Plan: Terwijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPTERWIJDE-0601

Artikel 20 Wonen - uit te werken 1

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - uit te werken 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf dan wel een bed & breakfast;
  • b. de bij de bestemming behorende ontsluitingswegen, tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.
20.2 Uitwerkingsregels ten aanzien van gebouwen

Burgemeester en wethouders werken de in artikel 20.1 bedoelde bestemming uit met inachtneming van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening en de volgende uitwerkingsregels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het maximum aantal woningen per bestemmingsvlak niet worden overschreden;
  • b. woningen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
  • c. indien binnen het bestemmingsvlak één woning wordt gebouwd, dan gelden de volgende bouwvoorschriften:
    • 1. de bebouwde oppervlakte van het bouwperceel bedraagt maximaal 165m²;
    • 2. de bouwhoogte en goothoogte van het hoofdgebouw mogen respectievelijk maximaal 12 meter en 6,5 meter bedragen;
    • 3. de afstand van het hoofdgebouw tot ten minste één zijdelingse perceelsgrens en de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • d. indien binnen het bestemmingsvlak twee woningen worden gebouwd, dan gelden de volgende bouwvoorschriften;
    • 1. de bebouwde oppervlakte van het bouwperceel bedraagt maximaal 145m²
    • 2. de bouwhoogte en goothoogte van het hoofdgebouw mogen respectievelijk maximaal 12 meter en 6,5 meter bedragen;
    • 3. de afstand van het hoofdgebouw tot ten minste één zijdelingse perceelsgrens en de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • e. voor het realiseren of wijzigen van een geluidsgevoelige bestemming dient vast te staan dat de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde), ingevolge het besluit Hogere waarde met inachtneming van de in dit besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijdt;

20.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 cm;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 2,70 meter bedragen, al dan niet afgedekt met een kap en met een bouwhoogte van maximaal 3,50 meter;
  • d. het gezamenlijk oppervlak van de bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 40 % van de bij het hoofdgebouw behorende gronden bedragen, met een maximum van 32 m².
20.4 Specifieke gebruiksregels
20.4.1 Aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend;
  • c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is vereist;
  • d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;

20.4.2 Bed & breakfast

De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de woning in gebruik houdt voor wonen.

20.5 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken voordat de bestemming overeenkomstig artikel 20.2 is uitgewerkt en onherroepelijk is geworden, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de op te richten bebouwing in overeenstemming is met een reeds vastgestelde uitwerkingsplan of met een daarvoor gemaakt ontwerp, ofwel met een document zoals een concept-uitwerkingsplan, waaruit de inpasbaarheid in de integrale uitwerking redelijkerwijs overzienbaar is;
  • b. een ieder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze tegen het ontwerp van het uitwerkingsplan dan wel het bouwplan mondeling en/of schriftelijk kenbaar te maken.