direct naar inhoud van 5.3 Systematiek van de bestemming Wonen
Plan: Slingeraklaan-Zandweg, Langerak
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPSLINGERLAZANDWEG-0601

5.3 Systematiek van de bestemming Wonen

Het bestemmingsplan regelt voorziet in het planologisch juridisch kader voor een woningbouwplan. De woonbestemming is dan ook de belangrijkste bestemming in het gebied. De woonbestemming is nader vorm gegeven in drie verschillende bestemmingen Wonen. Dit hangt samen met de gewenste typologie van de te realiseren woningen. De bestemming Wonen-1 is gericht op de typologie van de (voormalige) lintbebouwing van de woningen langs de Zandweg. Het betreft hier grote vrijstaande woningen op een ruim perceel. afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPSLINGERLAZANDWEG-0601_0011.png"De woningen langs het lint kennen een grote mate van individualiteit. Veelal hebben de de woningen een agrarisch verleden (voormalige boerderijen). Dat uit zich in de bebouwingskarakteristiek en de aanwezigheid van meerdere en of grotere bijgebouwen. Hierdoor zijn de woningen vaak meer dan andere woningen geschikt voor het uitoefenen van beroepen en bedrijven aan huis.

De bestemming Wonen-2 heeft betrekking op de meer seriematig ontworpen vrijstaande en twee onder een kap woningen langs de Slingeraklaan. De bijgebouwen en aan en uitbouwen zijn mee ontworpen en vormen een eenheid met de hoofdmassa. Hetzelfde geldt in zekere mate voor de erfafscheidingen. Daar waar deze aansluiten op openbaar gebied mogen de mee ontworpen erfafscheidingen maximaal 1 meter hoog zijn. Om de privacy van de woningen te waarborgen mogen de erfafscheidingen tussen twee aangrenzende woonpercelen maximaal 2 meter zijn.

De bestemming Wonen-3 is gericht op de rij van rug aan rug geschakelde starterwoningen aan de Houtrakgracht. Deze woningen hebben een beperkte buitenruimte en de bijgebouwen zijn mee ontworpen en geintegreerd in het hoofdgebouw. Voor mee ontworpen erfafscheidingen geldt hier hetzelfde als bij Wonen-2.

Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een aan-huis-verbonden beroep of –bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m² bij woningen in voormalige lintbebouwing en 40 m² bij andere woningen. Het beroep of bedrijf mag bij woningen in lintbebouwing zowel in de woning als in bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is bepaald dat geen hinder (milieucategorie A of B1 van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.

Er is een ontheffing opgenomen voor het toestaan van milieucategorie B2 voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, echter onder de voorwaarde dat de bedrijfsactiviteit in kwestie naar aard en invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met bedrijfsactiviteiten in milieucategorie A of B1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten.

Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het handhaven van parkeergelegenheid op eigen terrein. Door het toenemend autobezit en het toenemend aantal woninguitbreidingen "tot het maximaal mogelijke" zou de situatie kunnen ontstaan, dat parkeergelegenheid op eigen terrein vervalt of onvoldoende wordt. In deze gevallen is het wenselijk te kunnen "sturen" en door middel van het stellen van nadere eisen parkeergelegenheid op eigen terrein te kunnen behouden in de bestemming Woondoeleinden.
Ook kan het uit een oogpunt van de bebouwingskarakteristiek in de omgeving of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken nodig of gewenst zijn nadere eisen te stellen aan de situering van bebouwing ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens.