direct naar inhoud van Artikel 24 Sport - Golfbaan
Plan: Rijnsweerd, Maarschalkerweerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPRIJNSMAARSCH-0401

Artikel 24 Sport - Golfbaan

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een golfbaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - driving range' voor een driving range met een overdekte afslagplaats;
  • c. behoud, herstel en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en ecologische waarden, waaronder begrepen:
    • 1. ter plaatse van aanduiding 'landschapswaarden' de aanwezige landschappelijke elementen, en
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - kronkelwaardgeul' de aanwezige kronkelwaardgeul,
  • d. naar omvang ondergeschikte doorsnijdingen van de onder c bedoelde waardevolle elementen ten behoeve van de golfbaan en wandelroutes;
  • e. een clubhuis;
  • f. ten hoogste één bedrijfswoning;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag' voor opslag en materieelberging;
  • h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' voor parkeervoorzieningen:
    • 1. met een oppervlakte van maximaal 50% van de oppervlakte van de gronden met deze bestemming, en
    • 2. met ten minste 120 parkeerplaatsen;
  • i. wegen en fiets- en voetpaden;
  • j. groenvoorzieningen
  • k. water, waterbeheer en waterberging;
  • l. bij de bestemming behorende verkeers- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, erven en terreinen.
24.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

24.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte en het bebouwingspercentage mogen ten hoogste zoveel bedragen als ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals schuilgelegenheden, buiten het bouwvlak worden gebouwd:
    • 1. tot een aantal van maximaal 4 meter;
    • 2. tot een oppervlakte van15 m² per schuilgelegenheid
    • 3. tot een goothoogte van 3 meter en een bouwhoogte van 5 meter;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - driving range' mogen, in afwijking van het bepaalde onder a, worden gebouwd;
    • 1. een overdekte afslagplaats, tot een oppervlakte van 420 m² en een bouwhoogte van 4 meter;
    • 2. een gebouw ten behoeve van onderricht in de golfsport, tot een oppervlakte van 50 m², een goothoogte van 3 meter en een bouwhoogte van 5 meter;
24.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
    • 1. erf- of perceelafscheidingen: 2 meter;
    • 2. beeldende kunstwerken, palen en masten: 6 meter;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - driving range' ballenvangers: 10 meter;
  • b. het onder a. bepaalde geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer.
24.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. sublid 24.2.1, onder a, voor het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen tot een oppervlakte van 25 m² en een goothoogte van 3,5 meter;
  • b. sublid 24.2.2, onder a, voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van 11 meter, voor zover deze noodzakelijk zijn voor het meest doelmatige gebruik en beheer overeenkomstig de bestemming.
24.4 Specifieke gebruiksregels

Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval ook het gebruik van gronden en bouwwerken:

  • a. voor militaire oefeningen;
  • b. als speel-, kampeer- of caravanterrein, dagcamping, lig- of speelweide en zwemgelegenheid;
  • c. voor het beproeven van en het houden van wedstrijden, racen en crossen met motorvoertuigen, motoren en bromfietsen;
  • d. voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport;

tenzij dit gebruik plaatsvindt overeenkomstig de bestemming of verband houdt met de verwerkelijking daarvan.

24.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verwijderen, aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van eventuele oppervlakteverhardingen (al dan niet tijdelijk);
    • 2. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
    • 3. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen, opvullen of egaliseren van de bodem waaronder begrepen het ophogen met bagger- of grondspecie;
    • 4. het vellen of rooien van houtopstanden of -gewassen, anders dan bij wijze van verzorging;
    • 5. het aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
    • 6. het, al dan niet tijdelijk, opslaan of storten van bouw- en afvalmateriaal;
    • 7. het verlagen of verhogen van de grondwaterstand;
    • 8. het permanent aanleggen van dammen of soortgelijke constructies, die de watergang beïnvloeden, in waterlopen.
  • b. De omgevingsvergunningsplicht als bedoeld onder a. geldt niet voor werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
    • 4. vallen onder de Boswet of krachtens die wet gestelde voorschriften.
  • c. De in onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke of landschappelijke waarden van de gronden.