direct naar inhoud van Artikel 20 Natuur
Plan: Rijnsweerd, Maarschalkerweerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPRIJNSMAARSCH-0401

Artikel 20 Natuur

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel of de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden;
  • b. water ten behoeve van waterhuishouding, waterberging of waterbeheer;
  • c. bij de bestemming behorende voorzieningen, fiets- en voetpaden en nutsvoorzieningen.
20.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

20.2.1 Gebouwen
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen, zoals schuilhutten, bergingen en andere dienstruimten, mag niet meer dan 200 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 4 meter bedragen;
20.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 meter bedragen.
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verwijderen, aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van eventuele oppervlakteverhardingen (al dan niet tijdelijk);
    • 2. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
    • 3. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen, opvullen of egaliseren van de bodem waaronder begrepen het ophogen met bagger- of grondspecie;
    • 4. het vellen of rooien van houtopstanden of -gewassen, anders dan bij wijze van verzorging;
    • 5. het aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
    • 6. het, al dan niet tijdelijk, opslaan of storten van bouw- en afvalmateriaal;
    • 7. het verlagen of verhogen van de grondwaterstand;
    • 8. het permanent aanleggen van dammen of soortgelijke constructies, die de watergang beïnvloeden, in waterlopen.
  • b. De omgevingsvergunningsplicht als bedoeld onder a. geldt niet voor werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
    • 4. vallen onder de Boswet of krachtens die wet gestelde voorschriften.
  • c. De in onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke of landschappelijke waarden van de gronden.