Plan: | Prozeeterrein Hoograven |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPPROZEETERREIN-0601 |
Wettelijk kader
Op 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden. De luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 titel 2 van de Wet Milieubeheer (Wm). In artikel 5.16 Wm staat een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen. Het gaat in ieder geval om ruimtelijke besluiten, zoals bestemmingsplannen, die direct gevolgen voor de luchtkwaliteit hebben en daardoor kunnen bijdragen aan overschrijding van een grenswaarde. Luchtkwaliteitseisen spelen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een dergelijke bevoegdheid, als tenminste aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Niet in betekende mate (NIBM)
In het Besluit NIBM en de Regeling NIBM zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Sinds de inwerkingtreding van de Implementatiewet is het begrip "niet in betekende mate" gedefinieerd als een verslechtering van 3% ten opzichte van de grenswaarde voor NO2 en PM10. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging.
Plangebied
LBP Sight heeft in opdracht van Lithos onderzoek verricht naar de luchtkwaliteit als gevolg van de bouwplannen. Het onderzoek met kenmerk VR073042abA1.djs d.d. 5 januari 2011 is opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan.
Het onderzoek doet verslag van de invloed van de verkeersaantrekkende werking van de nieuwbouw op de luchtkwaliteit. Het doel van het onderzoek is te bepalen of de nieuwbouw in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit.
Uit de NIBM toets op basis van aantal te realiseren woningen , de geplande horeca en commerciële functies blijkt het plan niet in betekenende mate bij te dragen aan de luchtkwaliteit.
Daarnaast blijkt uit de algemene wijzigingsregels dat de bestaande bestemming ten behoeve van het vestigen van een kinderdagverblijf gewijzigd kan worden, mits is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn vanuit luchtkwaliteitseisen. Voor dergelijke plannen wordt afzonderlijk rekening gehouden met luchtkwaliteitseisen.
Geconcludeerd wordt dat de ruimtelijke besluitvorming inzake het plan niet hoeft te worden belemmerd door de Wet milieubeheer en de regelgeving inzake luchtkwaliteit. De gemeente Utrecht kan positief besluiten op de gevraagde bestemmingsplanwijziging.