direct naar inhoud van 5.1 Geluidhinder
Plan: Park Voorn 1
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPPARKVOORN1-0601

5.1 Geluidhinder

Kader
Geluid beïnvloedt de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. De belangrijkste geluidsbronnen die in het kader van de ruimtelijke ordening van belang zijn, zijn wegverkeer, railverkeer en bedrijven. De mate van hinder is onder meer afhankelijk van de functie van het geluidsbelaste object.

De regels van de Wet geluidhinder zijn van toepassing bij het vaststellen van een bestemmingsplan. De normen uit die wet zijn van toepassing bij:

  • het bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige objecten als woningen en scholen
  • het bestemmen van gronden voor aanleg van nieuwe (gezoneerde) wegen (niet bij woonerven of 30 km-wegen)
  • reconstructie van wegen
  • geluidsgezoneerde bedrijventerreinen


Als een van bovenstaande situaties aan de orde is dient akoestisch onderzoek uitsluitsel te geven over de te verwachten geluidsbelasting en de doeltreffendheid van maatregelen om een overschrijding van grenswaarden te voorkomen. Onder bepaalde voorwaarden, die zijn vastgelegd in de gemeentelijke geluidnota, kan een ontheffing worden verleend voor het overschrijden van de voorkeursgrenswaarden. De procedure voor het verlenen van een ontheffing loopt parallel met de ruimtelijke ordeningsprocedure.

Op grond van de Geluidnota Utrecht 2007 gelden de volgende voorwaarden:

Er dient een reden te zijn om van de voorkeursgrenswaarde af te wijken, die past binnen de ontheffingscriteria.

Er dient te worden voldaan aan een aantal voorwaarden:

      • Iedere woning dient te beschikken over een geluidsluwe gevel;
      • De woning bevat voldoende verblijfsruimten aan de geluidsluwe gevel, te weten 30% van het aantal verblijfsruimten of 30% van de oppervlakte van het verblijfsgebied;
      • Indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan is deze bij voorkeur gelegen aan de geluidsluwe zijde. Het geluidsniveau mag er in ieder geval niet meer dan 5 dB hoger zijn dan op de geluidsluwe gevel.

Wegverkeerslawaai
In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs een aantal wegen geluidzones waarbinnen in het geval van nieuwe situaties onderzoek moet worden gedaan naar de geluidbelasting. In een aantal gevallen is het doorgaans niet nodig akoestisch onderzoek uit te voeren, namelijk bij:

  • woonerven;
  • 30 km/uur gebieden;
  • wegen waarvan op grond van een door de gemeenteraad vastgestelde geluidsniveaukaart vaststaat dat de geluidbelasting op 10 meter uit de as van de meest nabij gelegen rijstrook minder dan 50 dB(A) bedraagt.

Bij het realiseren van een geluidsgevoelige bestemming binnen een zone van een weg zal onderzoek naar de geluidbelasting vanwege het wegverkeerslawaai moeten worden gedaan. De geluidbelasting op de gevel mag niet meer bedragen dan de voorkeursgrenswaarde (48 dB). Indien er een geluidsgevoelige bestemming wordt gebouwd waarbij de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeursgrenswaarde kan er onder voorwaarden een ontheffing worden verleend voor een geluidsbelasting van ten hoogste 63 dB.

Plansituatie
Het plangebied grenst direct aan de Rijksweg A2. Ten behoeve van de naastgelegen ontwikkeling Hoge Weide is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op de gepande woningen onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB blijft. Dit wordt bereikt vanwege de hoge geluidsschermen die langs de hoofd- en parallelrijbanen van de A2 zijn aangelegd.

Voor de rijksstraatweg geldt ter plaatse van het plangebied een snelheidslimiet van 30 km/u. Toetsing aan de Wet geluidhinder is hier niet noodzakelijk. Deze weg is voor personenverkeer doodlopend naar de A2 waarmee de verkeersintensiteit ter plaatse zeer laag is.

Op 1 juli 2011 is het nieuwe verkeersmodel VRU 2.0, UTR 2.2 in werking getreden. De voor dit bestemmingsplan gehanteerde cijfers zijn daarom gecontroleerd op een mogelijk verschil met het vorige verkeersmodel. De afwijking van de cijfers is beperkt. Er is geen sprake van een toename van het geluidsniveau als gevolg van de nieuwe cijfers of een dusdanige substantiële verlaging dat een aanpassing van het onderzoeksrapport nodig is.
Voor een nadere onderbouwing van het geluidsaspect wordt verwezen naar de bijlage 5 "akoestische analyse".

Spoorweglawaai
Langs spoorwegen kan sprake zijn van geluidsoverlast en daardoor ook van gezondheidsrisico. De normering die hiervoor geldt is een voorkeursgrenswaarde van 55 dB en een maximale ontheffingswaarde van 68 dB.

Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden kan, net als bij verkeerslawaai, hiervoor door de gemeente een ontheffing worden verleend.

Plansituatie
Het plangebied ligt niet binnen de invloedsfeer van spoorwegen.

Industrielawaai
Van industrielawaai kan ook hinder worden ondervonden. Het optreden van hinder als gevolg van industrielawaai kan worden voorkomen en beperkt door afstand te bewaren tussen de geluidsbron en de ontvanger. Industrieterreinen met "grote lawaaimakers" kunnen een geluidszone hebben vanuit de wet Geluidhinder

Plansituatie
Het oostelijk gedeelte van het plangebied ligt in de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein Hooggelegen. In dit gedeelte worden in dit bestemmingsplan geen geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Het plangebied valt buiten de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein Oudenrijn.

Conclusie
De Wet geluidhinder vormt geen belemmering voor dit bestemmingsplan.