direct naar inhoud van Artikel 4 Tuin
Plan: Park Voorn 1
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPPARKVOORN1-0601

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen, water en bijbehorende voorzieningen;
  • b. behoud en versterking van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • c. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'bijgebouwen' tevens voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de bestemmingen 'Gemengd' als bedoeld in artikel 3 en 'Wonen' als bedoeld in artikel 5;
  • d. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'muur', tevens voor een muur ter hoogte van maximaal 2,5 meter;
4.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen.

4.2.1 vrijstaande bijbehorende bouwwerken
  • a. op de gronden met de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 meter, indien het bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedragen;
  • b. binnen de onder 1 bedoelde aanduiding zijn maximaal drie vrijstaande bijbehorende bouwwerken toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 165m²;
  • c. een en ander met dien verstande dat het beschermde monument de Kastuilruine Huize Voorn gelegen in de noordwesthoek van het park en de bestaande hobbykas met een oppervlakte van 15 m2 buiten het bepaalde onder a en b blijven .
4.2.2 aangebouwde bijbehorende bouwwerken

Ten dienste van de bestemming Artikel 3 Gemengd mogen aangebouwde bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat;

  • a. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter mag bedragen;
  • b. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter mag bedragen;
  • c. de (bouwhoogte) van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk niet meer mag bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter;.
  • d. bestaande aangebouwde bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m c gehandhaafd en/of vernieuwd mogen worden, maar de afwijkingen mogen niet vergroot.
4.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op de gronden die vóór (het verlengde van) en tot 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw in de bestemming Artikel 3 Gemengd zijn gelegen, mogen uitsluitend erfafscheidingen met een hoogte van ten hoogste 1 meter worden gebouwd, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van een toegangspoort/hekmaximaal 3 meter mag bedragen. De bouwhoogte van de overige erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 6 meter voor palen en masten;
    • 2. 3 meter voor de overige.
  • c. overkappingen zijn niet toegestaan.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met het oog op het voorkomen van een onredige aantastig van:

- de invloed van de afmetingen van bebouwing op de historisch ruimtelijke structuur;
- de invloed van de situaering van de bebouwing ten opzichte van het historisch bebouwingsbeeld;
- de beschermde monumentale waarde;

nadere eisen te stellen met betrekking tot:

  • a. de situering ten opzichte van een zijdelingse perceelsgrens, alsmede de hoogte en vorm van bijbehorende bouwwerken indien dit noodzakelijk is in verband met de bebouwingskarakteristiek van de omgeving en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen binnen het bestemmingsvlak ten behoeve van de bestemmingen 'Gemengd' als bedoeld in artikel 3 en 'Wonen' als bedoeld in artikel 5.