direct naar inhoud van Artikel 16 Groen - 1
Plan: Overvecht-Noordelijke stadsrand
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPOVERVECHTNSR-0601

Artikel 16 Groen - 1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, gazons en beplantingen;
  • b. parken en plantsoenen;
  • c. voet- en fietspaden en ontsluitingswegen voor agrarisch verkeer;
  • d. bermen en bermsloten;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. water, waterbeheer en waterberging;
  • g. recreatief gebruik;
  • h. bescherming van de aanwezige ecologische waarden;
  • i. onderhoudspaden en –stroken ten behoeve van de aangrenzende bestemming 'Water';
  • j. gebouwde toegangspartijen ten behoeve van de naastgelegen bestemming 'Wonen';
  • k. bestaande tuin ten behoeve woonschepen, uitsluitend grenzend aan de aanduiding 'woonschepenligplaats' binnen de aangrenzende bestemming 'Water';
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor behoud, herstel en ontwikkeling van de aan deze gronden eigen cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - skatebaan': tevens voor een skatebaan;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens voor een parkeerterrein;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een half verdiepte parkeergarage, met toegangswegen naar deze parkeergarage;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting': tevens voor een ontsluiting;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': tevens voor een gebouw voor opslag ten behoeve van de functies in fort De Gagel;
  • r. de bestaande groepsschuilplaatsen;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'brug': tevens voor een brug voor langzaam verkeer;
  • t. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg': tevens voor een vulpunt voor lpg;
  • u. onderhouds- en calamiteitpaden – en stroken ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen;
  • v. de bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, fietsparkeervoorzieningen, vlonders en steigers, waterbeheer en waterberging.
16.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken passend binnen deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

16.2.1 Gebouwen

gebouwen zijn uitsluitend toegestaan:

  • a. als gebouwen ten behoeve van toegangspartijen bedoeld in artikel 16.1 onder j, met een hoogte en een breedte die gelijk zijn aan de entreehal en die niet dieper zijn dan 3 meter;
  • b. in de vorm van vrijstaande bijbehorende bouwwerken behorende bij een woonschip op de artikel 16.1onder k. bedoelde gronden, met dien verstande dat:
  • 1. per woonschip één vrijstaand bijbehorend bouwwerk is toegestaan;
  • 2. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk behorende bij een woonschip bedraagt ten hoogste 2,2 m;
  • 3. de oppervlakte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk behorende bij een woonschip bedraagt ten hoogste 6 m²;
  • 4. de te bebouwen gronden mogen niet breder zijn dan de lengte van het woonschip: een vrijstaand bijbehorend bouwwerk dient voor de boot te worden geplaatst zodat een doorkijk naar het water blijft bestaan;
  • c. als half verdiepte parkeergarage ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', waarvan de bouwhoogte ten hoogste 1,6 m mag zijn;
  • d. als gebouw voor opslag ten behoeve van de functies in fort De Gagel ter plaatse van de aanduiding 'opslag', met een goothoogte van ten hoogste 3 m, een bouwhoogte van ten hoogste 4 m en een maximum bebouwingspercentage van 40%;
  • e. als verblijfsruimten in de vorm van gebouwen, voorzien van ten hoogste één wand, met een maximum vloeroppervlakte van 10 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 m.
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan:

  • a. 6 m voor speelvoorzieningen en voor palen en masten;
  • b. 10 m voor de in artikel 16.1 onder s. bedoelde brug voor langzaam verkeer;
  • c. 1,40 m voor overige erf- en perceelafscheidingen;
  • d. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. grenzend aan de aanduiding 'woonschepenligplaats' zijn uitsluitend bestaande erf- en perceelafscheidingen toegestaan tot een hoogte van maximaal 1 meter.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen blijvende onevenredige aantasting plaatsvindt van de stedenbouwkundige en landschappelijke waarden van aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepaling genoemd in artikel 16.2.2 onder c. en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot tot een hoogte van 2 meter.

16.4 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" mogen niet meer parkeerplaatsen worden aangelegd dan aangegeven.

16.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in lid 16.1 onder a voor het gebruik van de gronden voor een moestuinen en/of nutstuinen, onder de voorwaarde dat de landschappelijke waarden, natuurlijke- en ecologische waarden niet op onevenredige wijze worden aangetast. Per locatie is tot 60m2 bebouwing ten dienste van deze functie toegestaan. De maximale bouwhoogte van bebouwing bedraagt 3 meter.