Plan: | Heukelomlob, Zuilen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPHEUKELOMLOB-0601 |
Omstreeks het jaar 1100 ontstond in Zuilen de eerste bebouwing door de bouw van een kasteel. Rondom dit kasteel werden de eeuwen daarna nieuwe gebouwen neergezet. Vervolgens kwamen in de 17e tot en met de 19e eeuw enkele buitenhuizen (kasteel Nijenrode en slot Zuilen) langs de Vecht tot stand. In de loop van de 19e eeuw vestigden zich ook industrieën in het gebied, waardoor huizen voor arbeiders in de directe omgeving werden gebouwd. Later ontstonden hier arbeidsbuurten. Deze zijn gebouwd volgens het stedenbouwkundig plan van Berlage uit 1924. Bij het oorspronkelijk ontwerp is uitgegaan van de stad als organisch geheel: een wijkverdeling in buurten in de vorm van ster rond centrale pleinen. Deze centrale pleinen dienden als centrumgebied en ontmoetingsplaatsen. Om financiële redenen is een schakeling van openbare gebouwen, singels en bomenrijen echter niet gerealiseerd. Wel is de hoofdstructuur van wegen aangelegd met de Prins Bernhardlaan en de Burgemeester van Tuyllakade als meest herkenbare punten. Met de realisatie van de buurt vond een goede aansluiting plaats tussen (Oud-)Zuilen en Utrecht.
Zuilen was tot 1954 een aparte gemeente. Na annexatie door Utrecht is het noordoostelijke deel van de toen ontstane wijk Zuilen bebouwd met woningen. Bij deze ontwikkelingen heerste de wijkgedachte: de stad indelen in zelfstandige, zelfvoorzienende wijken. Om financiële redenen en gewijzigde opvattingen is de samenhang in de wijk in de loop van de tijd verloren gegaan. Nu is de wijk vooral een soort dambord met zeer verschillende buurtjes met allemaal een eigen karakter. De centrale as (van Berlage) geeft enige binding, maar van de oorspronkelijke bestemming als centrale ontmoetingsplaats is in wezen niets terechtgekomen. In die tijd werden wonen, werken en andere functies gescheiden. Zo ontstond de aangrenzende bedrijvenlocatie Lage Weide. Dit heeft ook geleid tot zwaardere verkeersinfrastructuur in dit deel van Utrecht (zoals de snelweg A2 en het Amsterdam-Rijnkanaal).
Het voormalige gemeentehuis van Zuilen ligt in het plangebied. Dit gebouw stamt uit 1870 en is het symbool van het 'oude' Zuilen. Het is oorspronkelijk gebouwd als woning, maar werd in 1929 in gebruik genomen als gemeentehuis. Het gebouw is een gemeentelijk monument (zie hieronder het rozegekleurde gebouw aan het water, links op de figuur). Bij dit gebouw hoort de Springertuin, ontworpen in 1911 door L.A. Springer.
Ontwerp Springertuin
De Springertuin is een zogenaamde 'kleine tuin' in vergelijking met de grote parken als het Zocherplantsoen. Kleine tuinen zijn bijna allemaal verdwenen en dat is een gemis want die tuinen vormen een heel belangrijk onderdeel van het totale beeld van de Nederlandse tuinarchitectuur van de afgelopen twee eeuwen. In kleine tuinen valt namelijk goed te zien hoe tuinarchitecten dachten in het groot. De tuin van Daelwijck is hier een goed voorbeeld van. De tuin is opgedeeld in twee delen: een siertuin (bovenste helft) en een moestuin (rechtsonder). Bovendien is de tuin interessant, omdat in de wijk Zuilen, een relatief jonge wijk, weinig erfgoed is. De wijk krijgt daardoor een nieuwe kwaliteit met deze historische plaats.
Een ander belangrijk element is de Daelsedijk. Deze weg verbond Utrecht met het noorden van het land. De functie van de dijk als belangrijkste verbindingsweg is begin 19e eeuw vervangen door de Amsterdamsestraatweg. De Daelsedijk is wel aangemerkt als gebied met een hoge archeologische verwachting. Nu nog is de oude verkavelingsrichting - haaks op de oude Daalsedijk- herkenbaar in het huidige stratenpatroon. Op de plek van de vroegere Daelsedijk ligt nu deels de Burgemeester Norbruislaan. Aangezien deze weg het plangebied doorsnijdt, ligt het plangebied deels in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde.
In de nabijheid van het plangebied ligt Slot Zuilen. De aanwezigheid van de Vecht vormde de aanleiding voor het ontstaan van de eerste bebouwing. Als eerste werd in 1100 het slot gebouwd. Het gebied rondom dit slot is in 1966 aangemerkt als 'beschermd dorpsgezicht'.
De structuur van Zuilen wordt bepaald door drie lange lijnen: de Vecht, de Amsterdamsestraatweg en de As van Berlage. De Vecht begint bij de Oudegracht in de Utrechtse Binnenstad en mondt uit in het IJmeer bij Muiden. In Zuilen ligt de bebouwing op afstand van het water: de Vecht lijkt hier op een singel in een park met groen. Het groen langs de Vecht loopt via de groene lobben de wijk in. De Amsterdamsestraatweg is de andere belangrijke structuur. Vanuit Maarssen loopt deze eerst helemaal langs het kanaal om vervolgens onderdeel te worden van de stad Utrecht. De As van Berlage is erg bepalend geweest voor de opbouw van de wijk Zuilen (zie paragraaf 3.1.1).
In Zuilen is in vergelijking met andere wijken in Utrecht weinig openbare ruimte aanwezig (met uitzondering van de groene lobben). Vooral langs wegen en structuurlijnen functioneren groenstroken als herkenningspunt. Voorbeelden hiervan zijn de centrale as, het Amsterdam-Rijnkanaal, het Julianapark en de Vechtoever.
Structurenkaart
Haaks op de drie grote structuurlijnen prikken groene lobben vanaf de Vecht de wijk in. Deze lobben zijn van groot belang voor de ruimtelijke geleding van de wijk. De Van Heukelomlob is één van de drie groene lobben in de wijk, maar de enige lob die loopt vanaf de Vecht tot aan het Amsterdam-Rijnkanaal.
Huidige situatie