direct naar inhoud van 1.2 Vigerende bestemmingsplannen
Plan: Gerrit Rietveld College, Tuindorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPGERRITRIETTUINDO-0601

1.2 Vigerende bestemmingsplannen

Binnen het gebied vigeren de volgende bestemmingsplannen:

Bestemmingsplan   Vastgesteld door raad   Evt. goedgekeurd door GS  
Tuindorp   23 oktober 2003   25 mei 2004  
Tuindorp Oost II   29 december 1960   24 april 1961  

Het plangebied is deels gesitueerd in het plangebied van bestemmingsplan Tuindorp en deels in het plangebied van bestemmingsplan Tuindorp Oost II.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPGERRITRIETTUINDO-0601_0002.png"


De prof. Jordanlaan, prof. Reinwardtlaan en de tussenliggende groenstrook alsmede het fietspad in het verlengde van de prof. Jordanlaan vallen in het plangebied van bestemmingsplan Tuindorp. De overige gronden vallen onder het bestemmingsplan Tuindorp Oost II.

Binnen het bestemmingsplan Tuindorp hebben de gronden deels de bestemmingen VV (verkeer en verblijf) en deels de bestemming Gv (groenvoorzieningen, met de nadere aanduidingen 'ecologische verbindingszone' en 'sport en spel'). De op de plankaart aangewezen gronden voor Verkeer en Verblijf zijn bestemd voor: verkeer en verblijf, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen,nutsvoorzieningen, parkeren en water. Deze gronden mogen beperkt worden bebouwd (afvalinzamelingsplaats en bouwwerken geen gebouwen tot maximaal 3 meter).
De op de plankaart aangewezen gronden voor Groenvoorzieningen zijn bestemd voor: groenvoorzieningen, water en de waterhuishouding, voor het behoud van de aan deze gronden eigen natuurlijke en ecologische waarde, speelvoorzieningen, passieve recreatie, bermen van water, wegen en spoor, ontsluiting voor langzaam verkeer en nutsvoorzieningen. Er geldt een aanlegvergunningstelsel voor de ecologische verbindingszone. De hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 meter. De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 meter bedragen.

De rest van het plangebied valt onder het Bestemmingsplan Tuindorp II. Hier gelden de volgende bestemmingen:

  • bestemming BB: bijzondere bebouwing. Op de gronden, bestemd voor bebouwing BB mogen uitsluitend gebouwen,bestemd voor de openbare dienst, kerken, scholen, wijkgebouwen, bejaardentehuizen, ziekenhuizen en soortgelijke gebouwen met bijbehorende voorzieningen worden opgericht. De gronden mogen worden bebouwd tot een percentage van 60%. Burgemeesters en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaatsing, de afmetingen en de dakhelling der gebouwen teneinde een in harmonie met de omgeving wenselijke bebouwing te kunnen effectueren. Burgemeesters en Wethouders zijn bevoegd tot een maximum van 10% vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2.
  • Rondom de vlek met bijzondere bebouwing geldt de bestemming “tuin of erf”. De gronden mogen niet worden bebouwd. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van het oprichten van autoboxen en bergingen voor aangrenzende woningen (maximaal 2,50 meter hoog) en het oprichten van transformatorhuisjes.
  • Rondom de bestemming ‘tuin of erf’ gelden respectievelijk de bestemming “openbare weg" en "openbaar groen”. De gronden mogen niet worden bebouwd. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen ten behoeve van wachthuisjes, telefooncellen en kiosken.

Het plan is op diverse onderdelen in strijd met het huidige bestemmingsplan. De belangrijkste afwijkingen zijn de oprichting van de school in de groenbestemming en de oprichting van woningen in de bijzondere doeleinden bestemming. Om de herontwikkeling mogelijk te maken is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk.