direct naar inhoud van 1.4 Doorwerking bestaand beleid
Plan: Castellum Novum, De meern
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPCASTELNOVUMDEM-0601

1.4 Doorwerking bestaand beleid

Specifiek voor de stad Utrecht is een structuurvisie vastgesteld. Deze visie werkt door in de bestemmingsplannen. Daarnaast is er ook ander gemeentelijk, regionaal en nationaal beleid van toepassing. Voor dit plan is met name het locale beleid van belang. De conclusies worden in deze paragraaf aangegeven. De Structuurvisie Utrecht wordt hier vanwege het belang voor de stad uitgebreider aangehaald.

Structuurvisie Utrecht 2015-2030
Utrecht is de stad met drie kernkwaliteiten, welke in de structuurvisie zijn uitgewerkt in de drie perspectieven: De Markt, Het Podium en De Binnentuinen. Het plangebied van dit bestemmingsplan bevindt zich in De Binnnentuinen.

Binnentuinen
Het perspectief de Binnentuinen sluit aan bij de kernkwaliteit: de grote stad met kleinschaligheid en sociale cohesie in de wijken. Doelstelling binnen het perspectief de Binnentuinen is:
- het creƫren van een veilige en leefbare woonomgeving;
- het bijdragen aan de sociale vitaliteit van de stad;
- het zorgdragen voor geborgenheid in een stedelijk milieu.

De stedelijke opgaven voor de binnentuin
De opgave voor de Binnentuinen van Utrecht ligt vooral in het onderhouden, vernieuwen en versterken van de kenmerkende structuren binnen een wijk. Soms is dat een park, soms een voorzieningenlint, soms een waterloop. Ingrepen in de binnentuinen / wijken moeten leiden tot een inrichting van de openbare ruimte die aansluit bij de behoefte van de gebruikers. De woonfunctie is in de binnentuinen dominant. De wijk is de maat, ingericht als verblijfsgebied. Elementen van rust, sociale cohesie en stabiliteit dragen bij aan de kwaliteit van de Utrechtse binnentuinen. Afhankelijk van de situatie kan er sprake zijn van bijvoorbeeld intensivering of juist extensivering. Maatvoering en wijkkenmerken zijn hiervoor leidend. Voor de Binnentuin geldt geen omvangrijke programmatische opgave. Het programma is primair gericht op kwaliteitsverbetering. Voor iedere wijk is een basispakket aan voorzieningen nodig (welzijnsvoorzieningen, winkelaanbod en speel- en recreatiezones). Kleinschalige functiemenging is mogelijk, bijvoorbeeld in de vorm van woon/werkunits of kleinschalige bedrijvigheid. De wijken zijn autoluw. Verkeer wordt zoveel mogelijk via de stedelijke ontsluitingswegen afgehandeld. Op die manier wordt ook de onderlinge verbinding tussen de wijken georganiseerd.

Voor het centrum van De Meern betekent dit dat met de ontwikkeling van het nieuwe centrum een kwaliteitsverbetering in gang wordt gezet, waarbij naast verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ook het op peil houden van de voorzieningen een belangrijk aspect is. Het centrum van De Meern is in de structuurvisie aangeduid als concentratie van voorzieningen die van betekenis is voor de wijk.

Structuurschets Vleuten-De Meern (1995)
Op 15 juli 1997 heeft het gemeentebestuur van de toenmalige gemeente Vleuten-De Meern de Structuurschets Vleuten-De Meern vastgesteld. Vleuten-De Meern is onderdeel van de VINEXwijk Leidsche Rijn. De structuurschets is een concretisering van de uitgangspunten van het Masterplan Leidsche Rijn en geeft een verdere uitgewerkte visie van de toekomstige ruimtelijke inrichting van Vleuten-De Meern. In de structuurschets is aansluiting gezocht bij het beleid van de gemeente Utrecht. De visie met de bijbehorende uitgangspunten blijft richtinggevend voor de ontwikkelingen in het betreffende gebied. In de structuurschets wordt het grootste gedeelte van het plangebied, met uitzondering van het Mereveldplein aangeduid als centrumgebied van de Meern.

Rijks-, provinciaal en regionaal beleid
Het rijksbeleid gaat uit van het bundelen van verstedelijking en economische activiteiten. Het bestemmingsplan maakt een herontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied mogelijk en past daarmee binnen het beleid uit de Nota Ruimte. Bij nieuwe ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met ecologische en archeologische waarden op basis van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en het Verdrag van Malta. In paragraaf 2.3 is aangegeven hoe met deze uitvoeringsaspecten wordt omgegaan. Herontwikkeling, verdichting en functiemenging binnen het bestaande stedelijk gebied passen binnen het provinciale beleid, zoals aangegeven in het Streekplan Utrecht. Ontwikkelingen in het plangebied zijn bedoeld voor het versterken van de kern en gericht op de eigen bevolking. Dit past binnen de beleidsuitgangspunten van het regionaal Structuurplan (RSP).