Plan: | Cartesiusweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPCARTESIUSWEG-0401 |
Het doel van een Milieu Effect Rapportage (m.e.r.) is om vooraf de mogelijke milieueffecten van plannen en besluiten in beeld brengen en deze een volwaardige rol te laten spelen bij de besluitvorming van plannen en besluiten.
Het maken van een milieueffectrapport (MER) of m.e.r.-beoordeling is verplicht bij de voorbereiding van plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben
In het Besluit m.e.r. staat omschreven welke activiteiten MER-plichtig (C-lijst) dan wel m.e.r.-beoordelingsplichtig (D-lijst) zijn. Ook onder de drempels van de D-lijst moet beoordeeld worden of kan worden uitgesloten dat de activiteiten belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Indien dit niet het geval is dient hiervoor ook een m.e.r-beoordeling te worden opgesteld. Deze beoordeling vindt plaats op grond van de selectiecriteria van bijlage III van de EEG richtlijn milieu-effectbeoordeling.
In het bestemmingsplan Cartesiusweg e.o. wordt een geringe uitbreiding van het aantal meters b.v.o. ten behoeve van bedrijven mogelijk gemaakt. Er vindt een uitbreiding van de bouwhoogte plaats in het zuidelijk deel industrieterrein Cartesiusweg tot max 15 m (m.u.v. energiecentrale). Daarnaast wordt ten behoeve van de koffiebranderij Douwe Egberts beperkte extra mogelijkheden geschapen. Zie voor details hoofdstuk 5. Eventueel opgenomen dubbelbestemmingen leveren geen extra bedrijvigheid op, het gaat slechts om het soort bedrijven dat is toegestaan.
De in dit plan opgenomen activiteiten overschrijden niet de voor deze categorie geldende drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.. De in dit gebied geplande uitbreidingsmogelijkheden hebben slechts beperkte nadelige gevolgen voor het milieu. De uitbreiding veroorzaakt weliswaar zowel meer autoverkeer als openbaar vervoer, maar de daarmee gepaard gaande geluidseffecten en luchtkwaliteitsaspecten worden beoordeeld als respectievelijk niet significant en niet "in betekenende mate bijdragend aan een verslechtering." Er is geen sprake van bijzondere gevoeligheden of waarden in en om het gebied. De geringe uitbreiding die het plan mogelijk maakt heeft gezien de ligging nauwelijks effecten op de leefbaarheid voor de bewoners van omliggende woonwijken en wordt bovendien gereguleerd met gebruiksregels. Tevens zijn geen andere factoren aanwezig die aanleiding kunnen geven tot het opstellen van een MER en is gezien de aard, omvang en ligging geconcludeerd dat er geen sprake is van belangrijke nadelige milieugevolgen conform de selectiecriteria van bijlage III van de EEG-richtlijnen milieu-effectbeoordeling. Er hoeft voor dit plan geen (plan-)MER of m.e.r.-beoordeling te worden gemaakt.