Plan: | Cartesiusweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPCARTESIUSWEG-0401 |
Het plangebied is gelegen aan de noordwestkant van Utrecht in de wijk West en betreft de gebieden en buurten Cartesiusdriehoek, Cartesiusweg, Schepenbuurt, Thomas à Kempisplantsoen (inclusief Douwe Egberts).
Met de komst van Leidsche Rijn ligt het plangebied niet meer aan de rand van de stad, maar is het min of meer omsloten door de stad en vrijwel centraal komen te liggen in Utrecht. Het plangebied zal na de ontwikkeling van Leidsche Rijn Centrum direct naast twee centrumstedelijke gebieden komen te liggen, de relatie van het plangebied met deze hoogstedelijke gebieden is echter zeer beperkt door de zware infrastructuur.
Binnen het plangebied is sprake van een tweetal geconcentreerde woongebieden en nog enkele verspreid liggende woningen. Het plangebied heeft daarmee maar een beperkte functie voor wonen.
Een aantal bedrijven heeft een bedrijfswoning. In het algemeen kunnen bedrijfswoningen beperkingen opleveren voor de bedrijfsvoering van bedrijven in de nabijheid van woningen. In verband daarmee is het niet wenselijk dat verspreid over het bedrijventerrein woningen voorkomen.
De aanwezigheid van groen en water is belangrijk voor het welzijn, welbevinden, economie en milieu. In een verstedelijkte omgeving is groene kwaliteit een essentieel aspect van de openbare ruimte. Binnen het plangebied is in beperkte mate groen aanwezig. In de aanwezige structuur worden geen grootschalige veranderingen verwacht.
Functionele structuur Cartesiusweg e.o.
De ruimtelijke structuur in het plangebied wordt in de eerste plaats bepaald door het water. Het Amsterdam-Rijnkanaal is ruimtelijk en functioneel het belangrijkste element en loopt door het plangebied.
Andere structuurbepalende elementen zijn de spoorlijnen. Deze infrastructuur vormt barrières, waardoor het plangebied ondanks de centrale ligging een geïsoleerde positie heeft in de stad. Doordat de infrastructuur aan alle kanten rond het plangebied ligt, ontstaat er een wig in het stedelijk weefsel, die relaties tussen wijken blokkeert. Ook tussen het plangebied zelf en de omringende wijken zijn de ruimtelijke relaties beperkt of ontbreken geheel.
Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan is een aantal autonome gebieden te onderscheiden (zie afbeelding - ligging autonome gebieden), die qua ruimtelijke structuur en aanwezige functies sterk variëren.
Ligging autonome gebieden
In voorkomende gevallen worden de volgende gebieden afzonderlijk beschreven:
De Cartesiusdriehoek is het gebied tussen de sporen naar Amsterdam en naar Rotterdam/Den Haag en de Cartesiusweg. Hoewel het gebied zeer centraal in de stad ligt, is het momenteel uitsluitend bereikbaar vanaf de Cartesiusweg. Sinds de komst van station Zuilen is het gebied goed bereikbaar met de trein.
Het gebied is eigendom van NS-Poort. De Cartesiusdriehoek bestaat voor een gedeelte van het terrein uit één groot perceel: het opstelterrein van de NS. Dit is recentelijk geherstructureerd. Daarnaast zijn kleinere percelen aanwezig waarop bedrijfsbebouwing aanwezig is ten behoeve van spoorwegen en diverse andere gebruikers zoals de gemeentewerf, opslagruimten, de voormalige busremise die nu wordt gebruikt als oefen- en opnamestudio, TPG Post Business Point etc. Het gebied kent geen eenduidige verkavelingsstructuur. De voormalige busremise is een beeldbepalend gebouw van de hand van architect Van Ravesteyn, en is voorgedragen als (gemeentelijk) monument.
Het bedrijventerrein Cartesiusweg ligt tussen de Cartesiusweg en het Amsterdam-Rijnkanaal. Aan de noordoostzijde wordt het begrensd door de spoorlijn Utrecht-Amsterdam, aan de zuidzijde door de Schepenbuurt. Er zijn twee insteekhavens: de Industriehaven aan de zuidzijde en een kleinere naamloze insteekhaven tussen de Nijverheidsweg en de Tractieweg. De industriehaven heeft een openbare loswal en is daarmee de enige plaats in de stad waar overslag door particulieren mogelijk is. De twee ophaalbruggen ter hoogte van de insteekhavens zijn gemeentelijk monument.
De bebouwing wordt gekenmerkt door afwisseling in grootte, leeftijd en functie van panden. De percelen langs de Nijverheidsweg en langs het Amsterdam-Rijnkanaal zijn overwegend groot, terwijl de percelen op het overige deel relatief klein zijn. Op de grote percelen staan grote bedrijfshallen en schoorstenen van de NUONcentrale. NUON heeft aan de Keulsekade een kantoorvoorziening en centrale. De energiebedrijven nemen hierdoor een groot deel van de ruimte van Cartesiusweg in beslag.
Op de kleine percelen zijn in bedrijfspanden relatief veel regionaal verzorgende bedrijven gevestigd zoals een installatiebedrijf, autoschadebedrijf, bakkerij etc. Naast verschillende bedrijfssectoren zijn ook andere functies vertegenwoordigd, zoals overheidsdiensten en leisure (Kidzcity).
De ontsluitingsstructuur laat te wensen over. Het deelgebied is enkel op de Cartesiusweg aangesloten via de Nijverheidsweg. Aan de noordoostzijde is het gebied met twee onderdoorgangen onder het spoor aangesloten op de Amsterdamsestraatweg.
De Industriehaven ligt aan de rand van dit deelgebied; dit is de enige (bruikbare) havenkom aan de oostzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal in de regio. Dat geeft de haven een bijzondere status. Langs de Cartesiusweg en langs de Keulsekade staat een rij woningen. De Keulsekade en de Nijverheidsweg hebben een laanbeplanting. Het voormalige kantoor van de energiecentrale is naar de Keulsekade en het Amsterdam-Rijnkanaal gericht.
De Schepenbuurt is een kleine woonbuurt die bestaat uit vijf straten en is ingeklemd tussen het spoor Utrecht-Vleuten en het bedrijventerrein Cartesiusweg. De ontsluiting loopt bijna geheel vanaf de Cartesiusweg. Aan de westzijde is er een kleinschalige verbinding via de Havenweg/Keulsekade naar het bedrijventerrein. De buurt bestaat uit eengezinswoningen en etagewoningen uit de jaren dertig en de jaren vijftig gelegen rond het Aakplein. De stedenbouwkundige opzet is eenvoudig, de architectuur is typerend voor die tijd: lange rijen aaneengesloten woningen van twee lagen met een kap. De bebouwing uit de jaren dertig kent verbijzonderingen als erkers en dakkapellen harmonieus in het gevelbeeld geplaatst. De woningen uit de jaren vijftig hebben een veel soberder gevelbeeld. De bebouwing bestaat uit eengezinswoningen van twee bouwlagen met een kap. Het zijn voor het merendeel koopwoningen. Langs het kanaal, aan het centraal in de buurt gelegen Aakplein en in de Tjalkstraat staan appartementengebouwen van drie lagen met een kap. Aan het Aakplein bevinden zich kleinschalige voorzieningen in de plint van de bebouwing. Deze rendeert als gevolg van de geïsoleerde ligging van de buurt matig. In deze woonbuurt zijn de komende jaren geen ontwikkelingen voorzien.
In dit gebiedsdeel zijn naast woningen, de koffiefabriek van Douwe Egberts en enkele kleinschalige bedrijven gevestigd. Dit deelgebied heeft weinig samenhang met het overig deel van het plangebied doordat het geïsoleerd wordt door grote infrastructurele verbindingen.
De bedrijfsbebouwing in dit gebied is voornamelijk laag, veelal niet hoger dan twee tot drie bouwlagen. De bedrijfsbebouwing van Douwe Egberts bestaat voor het merendeel uit forse hallen.
Een groot deel van de bebouwing bestaat uit bedrijfshallen en opslagruimte. Aan het Amsterdam-Rijnkanaal staat de koffiefabriek van Douwe Egberts. De schoorsteenpijp is een duidelijk voorbeeld van een markering op stedelijk niveau. Het oorspronkelijke hoofdkantoor van het complex is beeldbepalend. Ten zuiden van de eigenlijke fabriek heeft Douwe Egberts recent een nieuw hoofdkantoor gebouwd.
Spinoza plantsoen en Thomas à Kempisplantsoen
Dit is het gebiedje tussen de wijk Lombok/Majellapark, de spoorlijn Utrecht - Den Haag/Rotterdam en het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit deelgebied heeft weinig samenhang met het overig deel van het plangebied, doordat het geïsoleerd wordt door grote infrastructurele verbindingen. Door dit gebied loopt een belangrijke stedelijke ontsluitingsweg-de Majellaknoop. Aansluitingen zijn er vanaf de Spinozaweg, Thomas à Kempisweg en de Vleutenseweg.
De woonbebouwing in het Thomas à Kempisplantsoen/Spinozaplantsoen bestaat uit etagewoningen en varieert van drie tot vijf bouwlagen. Het is een strokenverkaveling. De bedrijfshallen tussen de beide plantsoenen zijn uit oogpunt van industrieel erfgoed interessant (architect Maaskant).
De twee plantsoenen werden in de jaren vijftig gerealiseerd met een voor die periode typische strokenverkaveling. Het betreft uitsluitend gestapelde woningen. De kwaliteit van de woningen is niet zo goed. Dit heeft te maken met de stedenbouwkundige ligging en de daaruit voortvloeiende milieuproblemen, maar ook met de woning typologie.
Naast de dominerende bedrijvenfunctie wordt het gebied echter ook voor uiteenlopende andere functies, die slechts in beperkte mate verband houden met het omringende gebied, gebruikt.
Detailhandel
In het plangebied is beperkt detailhandel aanwezig. In het overige deel van het plangebied is in geringe mate ondergeschikte productiegebonden detailhandel aanwezig in (delen van) bedrijfspanden. In het deelgebied Spinozaplantsoen is aan de Steenovenweg een bouwmarkt gevestigd.
Tankstations
Tankstations worden hier apart genoemd. Met name de stations met een LPG-vulpunt zijn van belang bij het bepalen van risicocontouren in het plangebied.
In het plangebied komen twee maatschappelijke voorzieningen voor. Het gaat hier o.a. om een school.
De hoofdontsluiting voor de auto is de aansluiting Cartesiusweg. Secundaire ontsluitingen zijn er nog vanaf de Amsterdamsestraatweg via de Julianaparklaan en de Demkaweg-Havenweg (zuidzijde). Gelet op de breedte van deze wegen zijn deze minder geschikt voor vrachtverkeer.
Binnen het plangebied loopt een stedelijk hoofdfietsnetwerk. Deze routes zijn voornamelijk noordwest - zuidoost georiënteerd. Langs het Amsterdam-Rijnkanaal loopt een belangrijke doorgaande fietsroute. De hoofdfietsroutes in het gebied zijn de routes via de Nijverheidsweg en de Keulsekade-Havenweg. Ook via de Julianaparklaan kan het gebied met de fiets bereikt worden. Aan de Cartesiusweg, net ten zuiden van station Zuilen, is nog een langzaam verkeers- (fiets en voetgangers)verbinding. De wens bestaat om de hoofdfietsroute langs het Amsterdam Rijnkanaal te maken.
Voetgangers kunnen het gebied bereiken via de aansluiting Cartesiusweg-Nijverheidsweg, via de langzaam verkeersverbinding net ten zuiden van het station Zuilen en de Julianaparklaan.
Ook vanaf de zijde Amsterdam Rijnkanaal kan men het gebied te voet bereiken. Echter, langs deze wegen (Keulsekade en Havenweg) zijn geen trottoirs aanwezig.
Aan de rand van het gebied ligt Station Zuilen, onderdeel van spoorlijn Utrecht -Amsterdam. Er is één buslijn (lijn 4) die het gebied doorkruist via de route Nijverheidsweg-Tractieweg-Vlampijpstraat
(of Walserijstraat)-Julianaparklaan. In de Walserijstraat zit een bussluis. Alleen van de Cartesiusweg zijn telgegevens bekend. Intensiteiten op de Cartesiusweg liggen tussen de 25.000 en 30.000 motorvoertuigen/etmaal (bron ALU).
Binnen het plangebied is een beperkt aantal groene voorzieningen te vinden in de vorm van enkele bomenrijen (voornamelijk populieren), wegbegeleidend groen, (spoor) bermen en enig groen op bedrijventerreinen. In het gebied Cartesiusweg is achter de woningen een groengebied aanwezig.
In het plangebied is een aantal bedrijfslocaties omgezet tot evenementenhallen met een mogelijkheid om grote aantallen mensen te ontvangen, zoals de Central Studios. Aan de Vlampijpstraat bevindt zich een overdekt speelparadijs voor kinderen; Kidzcity en een squashcentrum.
De belangrijkste watergangen zijn het Amsterdam Rijnkanaal en de haveninsteken daarnaast zijn er enkele sloten die een hoofdwaterfunctie hebben.
Bedrijventerrein
De ecologische betekenis van het bedrijfsterrein is gering. Er zijn enkele kleine, groene vlekken op het bedrijventerrein. Een beperkt aantal broedvogelsoorten zal in lage dichtheden op en in de gebouwen broeden. Door het grotendeels ontbreken van groen is het aanbod aan broedgelegenheden laag. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit grote bedrijfshallen. Dergelijke vormen van bebouwing kunnen over het algemeen niet fungeren als verblijfsruimte voor vleermuizen.
Oevers
De watergangen in het plangebied zijn bijna allemaal voorzien van een harde beschoeiing. samen met een diepe oeverzone maakt dit het oeverprofiel ongunstig voor natuur. Dit heeft tot gevolg dat er zich geen natuurlijke oevervegetatie heeft ontwikkeld.
Spoorbermen
De taluds langs de sporen vormen verbindingszones met weinig menselijke verstoring. Alleen voor beheerwerkzaamheden is het noodzakelijk dat er mensen deze groenzones betreden. Door deze relatieve rust zijn hier veel verschillende plantensoorten en grondgebonden zoogdieren aanwezig. Knelpunten in deze verbindingszone vormen de spoorbruggen over het kanaal en over wegen.
Amsterdam- Rijnkanaal en Merwedekanaal
In de groene zones langs het Amsterdam- Rijnkanaal en het Merwedekanaal vinden vanaf 2007 verschillende projecten plaats om de ecologische, landschappelijke en recreatieve waarde van deze routes te verbeteren.
Het watersysteem van beide kanalen is van belang voor vissen. Door de hoge damwanden vindt er echter weinig uitwisseling plaats met de rest van het watersysteem in Utrecht.