direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein
Plan: Cartesiusweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPCARTESIUSWEG-0401

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en activiteiten, waar dit specifiek is aangeduid uitsluitend voor:
    bedrijven uit de in bijlage Lijst van Bedrijfsactiviteiten genoemde categorieën:   ter plaatse van de aanduiding:  
    1 tot en met 3.1   'bedrijf tot en met categorie 3.1' (b=3.1)  
    1 tot en met 3.2   'bedrijf tot en met categorie 3.2' (b=3.2)  
    1 tot en met 4.1   'bedrijf tot en met categorie 4.1' (b=4.1)  
    1 tot en met 4.2   'bedrijf tot en met categorie 4.2' (b=4.2)  
  • b. in aanvulling op het bepaalde onder a, tevens voor autoreparatiebedrijven en autowasserijen tot en met categorie 3.1 en bedrijven en activiteiten die hierna zijn aangegeven:
    bedrijven:   ter plaatse van de aanduiding:  
    atelier   'atelier' (atl)  
    elektriciteitsproductiebedrijf   'specifieke vorm van bedrijf - elektriciteitsproductiebedrijf' (sb-epb)  
    sport, speelvoorzieningen, en wellness   'specifieke vorm van gemengd - 2' (sgd-2)  
    horeca behorend tot tot de categorie A1 zoals opgenomen in de Lijst van Horeca-activiteiten, vergader- en congrescentrum, opnamestudio   'specifieke vorm van gemengd - 3' (sgd-3)  
    muziek- en oefenstudio, culturele en educatieve doeleinden   'specifieke vorm van gemengd - 4' (sgd-4)  
    koffiebranderij   'specifieke vorm van bedrijf - koffiebranderij' (sb-kbr)  
    maatschappelijke voorzieningen   'maatschappelijk' (m)  
    verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg   'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' (vml)  
    verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg   'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' (vm)  
    gasontvangststation   'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangst station'  
    creatieve bedrijven   'specifieke vorm van bedrijf - creatieve bedrijven' (sbt-cb)  
    verkeersleidingspost   'specifieke vorm van bedrijf - verkeersleidingspost' (sbt-vp)  
    bouwbedrijf tot en met categorie 3.2 , zoals vermeld in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten   'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf' (sbt-bb)
     
  • c. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte onder de volgende voorwaarden:
    • 1. voor reeds bestaande gebouwen waarin de verhouding kantoorruimte en bedrijfsruimte reeds 50-50% is, geldt dat per bedrijf een maximum van 50% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte mag worden gebruikt;
    • 2. voor nieuwbouw geldt voor bedrijven tot 500 m² brutovloeroppervlakte een maximum van 50 % van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte en minimaal 50% voor bedrijfsruimte;
    • 3. voor overige nieuwbouw geldt dat minimaal 70% van de brutovloeroppervlakte gebruikt moet worden voor bedrijfsruimte en niet meer dan 30% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte mag bedragen, doch ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bevi', met een maximum van 1.500 m²;
  • d. zelfstandig kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' (k), tot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte van het gebouw dat een kantooraanduiding heeft;
  • e. ten hoogste één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw);
  • f. detailhandel als nevenactiviteit en productie en/of installatie gerelateerd of ondersteunend aan de hoofdactiviteit in het betreffende bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel-1 (sdh-1)', mits:
    • 1. de verkoopvloeroppervlakte in het betreffende bedrijf niet meer dan 250 m² bedraagt;
    • 2. de detailhandel niet betreft voedings- en genotmiddelen, kleding en schoenen en daarbij behorende accessoires, behoudens werkkleding en -schoenen;
  • g. spoorvoorzieningen voor railverkeer, waaronder begrepen goederensporen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. de daarbij behorende verkeers-, en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen;
  • j. webwinkels.
3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning zoals bedoeld in artikel 3.1 onder e. mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' (%) mag niet worden overschreden;
  • d. indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, dan mag het aangegeven bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • e. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' (m) mag niet worden overschreden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - electriciteitsproductiebedrijf' mag de bouwhoogte in afwijking van het bepaalde onder e. niet meer bedragen dan noodzakelijk is voor de electriciteitsproductie-installaties.
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - electriciteitsproductiebedrijf' mag het bebouwingspercentage in afwijking van het bepaalde onder d., niet meer bedragen dan noodzakelijk is voor de electriciteitsproductie-installaties.
  • h. het bepaalde onder e. geldt niet voor schoorstenen die op een dak van een gebouw worden gebouwd;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'silo' (sil) is maximaal één silo toegestaan met een maximale bouwhoogte van 45 meter en een maximale oppervlakte van 250 m2;
  • j. bestaande bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m i, mogen worden gehandhaafd en vernieuwd, maar de afwijking mag niet worden vergroot.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 15 meter bedragen;
  • b. het bepaalde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van schoorstenen niet meer dan 30 meter bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van antennemasten niet meer dan 55 meter bedragen.
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van havenkranen niet meer dan 30 meter bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omgevingsvergunning hoger percentage kantoorruimte

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, onder c, voor zover betreft het percentage van 30% brutovloeroppervlak, ten behoeve van het bouwen en gebruiken van een in dat lid onder c onder 3 bedoelde kantoorruimte:

  • a. mits per geval de behoefte aan zodanige kantoorruimte is aangetoond;
  • b. tot per bedrijf een brutovloeroppervlakte van ten hoogste 50% van de totale brutovloeroppervlakte voor het gebruik als kantoorruimte, doch ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi', met een maximum van 1500 m².
3.3.2 Relatie met algemene afwijkingsbevoegdheid

Artikel 22, onder a, is niet van toepassing op de maatvoering van de gronden die gebruikt mogen worden als zelfstandig kantoor als bedoeld in lid 3.1, onder d.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Wgh-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan op het industrieterrein als omschreven in artikel 1, lid 1.53, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'industrieterreinzone';
  • b. nieuwvestiging van bedrijven waarbij in Bijlage Lijst van Bedrijfsactiviteiten voor het aspect 'geur' een afstand van 100 meter of meer is aangegeven, is slechts toegestaan met inachtneming van het bepaalde in 3.5.1;
  • c. Bevi-inrichtingen, behoudens bestaande ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bevi', zijn niet toegestaan;
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. inrichtingen en/of installaties die zijn genoemd in bijlage C of D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, waarbij de betreffende drempelwaarde genoemd in kolom 2 van de betreffende onderdelen worden overschreden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven' (sbt-cb) zijn creatieve bedrijven toegestaan tot maximaal 20.000 m2 bvo, waarvan maximaal 5.000 m2 bvo ten behoeve van architecten- en reclamebureaus, en mag een creatief bedrijf per vestiging/unit maximaal 500 m2 bvo bedragen.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Omgevingsvergunning aspect 'geur'

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning medewerking verlenen aan het bepaalde in lid 3.4, onder b, ten behoeve van het vestigen van bedrijven waarbij in Bijlage Lijst van Bedrijfsactiviteiten voor het aspect 'geur' een afstand van 100 meter of meer is aangegeven, mits daardoor de totale geurbelasting op woningen, niet zijnde bedrijfswoningen, bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, binnen en buiten het plangebied niet toeneemt.

3.5.2 Omgevingsvergunning ander soort bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten in één of twee categorieën hoger of lager dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden gelijk te zijn aan de in lid 3.1 genoemde categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. door bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, zoals in lid 3.1 genoemd.
3.5.3 Omgevingsvergunning Bevi- inrichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4, onder c, ten behoeve van het vestigen van Bevi-inrichtingen, mits per geval van de betreffende Bevi-inrichting de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico of, indien van toepassing, de afstand zoals bedoeld in artikel 5, lid 3 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen juncto artikel 2, lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, is gelegen:

  • a. binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting, of
  • b. daarbuiten uitsluitend op gronden met de bestemming 'Groen', 'Verkeer', 'Verkeer - Verblijfsgebied' of 'Water' en gelegen binnen het grondgebied van gemeente Utrecht, en
  • c. mits het groepsrisico kan worden verantwoord en als aanvaardbaar beschouwd kan worden.
3.5.4 Omgevingsvergunning zelfstandig kantoor

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, onder d, voor het inrichten en gebruiken van een aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte, als een zelfstandig kantoor:

  • a. voor zover in het betreffende geval het gebouw ouder is dan 3 jaar;
  • b. tot een brutovloeroppervlakte van ten hoogste 70% van de totale brutovloeroppervlakte, met een maximum van 1.500 m²;
  • c. mits wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid ten behoeve van deze functie.
3.5.5 Omgevingsvergunning detailhandel als nevenactiviteit en ondersteunend

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder f, voor het toestaan van detailhandel als nevenactiviteit en productie en/of installatie gerelateerd of ondersteunend aan de hoofdactiviteit in het betreffende bedrijf, mits:

  • a. de verkoopvloeroppervlakte in het betreffende bedrijf niet meer dan 250 m² bedraagt;
  • b. de detailhandel niet betreft voedings- en genotmiddelen, kleding en schoenen en daarbij behorende accessoires, behoudens werkkleding en -schoenen;
  • c. geen sprake is van onevenredige gevolgen voor de omgeving, in de vorm van geluids-, verkeers of parkeeroverlast.
3.5.6 Omgevingsvergunning creatieve bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder f onder de volgende voorwaarden:

  • a. de creatieve bedrijven vestigen zich in bestaande bedrijfsgebouwen;
  • b. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid ten behoeve van deze functie.
3.5.7 Omgevingsvergunning afhaalpunten webwinkels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, onder j., ten behoeve van het vestigen van een afhaalpunt bij een webwinkel, onder de volgende voorwaarden:

  • a. het afhaalpunt is gevestigd bij een bedrijf dat opslag en distributie als primaire bedrijfsactiviteit heeft;
  • b. het afhaalpunt maximaal 50 m2 bedraagt;
  • c. een showroom niet is toegestaan;
  • d. geen sprake is van onevenredige gevolgen voor de omgeving, in de vorm van verkeers- of parkeeroverlast.