direct naar inhoud van 5.9 Verkeer en parkeren
Plan: Bouwinitiatief startblok, Kanaleneneiland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPBOUWINISTARTBLOK-0401

5.9 Verkeer en parkeren

Verkeer

Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan

Het Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) is een stedelijke nota met beleid en plannen voor de hoofdinfrastructuur gericht op de bereikbaarheid van de stad Utrecht. Het plangebied bevindt zich nabij de Europalaan en de Beneluxlaan. Beide wegen maken deel uit van de hoofdinfrastructuur van Utrecht. De Europalaan is daarbij aangeduid als primaire ontsluitingsas. De Beneluxlaan heeft de eigenschappen van een secundaire ontsluitingsas.

Het plan
Voor de ontsluiting van het plangebied wordt gebruik gemaakt van de bestaande parallelweg (het Europaplein). Deze parallelweg sluit in westelijke richting aan op de Europalaan. De Europalaan vormt een belangrijke ontsluitingsweg richting het centrum van Utrecht. Een goede bereikbaarheid van het plangebied voor gemotoriseerd verkeer is hiermee gewaarborgd. De capaciteit van deze bestaande wegen is bovendien zodanig, dat de toename van het aantal verkeersbewegingen als gevolg van onderhavig plan in voldoende mate kan worden opgevangen.

Het plangebied is tevens goed bereikbaar per openbaar vervoer. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich bushaltes richting het centrum, de Uithof en het winkelcentrum Kanaleneiland.

Op grond van de doelgroep die met de woningen in het plangebied wordt aangesproken, namelijk starters, en de korte afstand tussen het plangebied en het centrum, is de verwachting dat toekomstige bewoners veelvuldig gebruik maken van de fiets. Er zijn goede en veilige fietsroutes tussen het plangebied en het centrum aanwezig. De Kanaalweg maakt deel uit van de Top 5 fietsroutes in Utrecht. Voor voetgangers wordt rondom het Starblok een trottoir aangelegd, waarmee wordt aangesloten op het trottoir van het naastgelegen project City Campus Max.

Parkeren

Parkeernota
In de Parkeernota (('Nota Stallen en Parkeren', 2013) worden de kaders van het parkeernormenbeleid van de stad neergelegd. De parkeernormen gelden als voorwaarde voor het verstrekken van een bouwvergunning en geven aan hoeveel parkeerplaatsen gebouwd moeten worden als een gebouw wordt gebouwd, uitgebreid of verbouwd voor een andere functie.

Het uitgangspunt is dat de parkeervoorzieningen, conform de gestelde normen, op eigen terrein worden gerealiseerd.

Het plan
Het aantal benodigde parkeerplaatsen wordt bepaald door de aard en omvang van de activiteit waarin het plan voorziet. Om aan de parkeerbehoefte van de toekomstige woningen en economische te voldoen, dient te worden aangesloten op de gemeentelijke parkeernormen. De gemeente onderscheidt daarbij verschillende type woningen, afhankelijk van de omvang van de woningen, in verschillende stedelijke gebieden. Het plangebied valt binnen het gebied Centrale stad. Binnen het plangebied zijn woningen met een omvang van 45 tot 70 m2 en 70 tot 100 m2 en enkele economische functies voorzien. De navolgende tabel geeft inzicht in de minimale parkeernormen die moeten worden gehanteerd.

Functie   Normgrondslag   Minimale norm   Bezoekers
t.o.v. totaal  
Woningen - Koop 70 – 120 m2 en huur > 90 m2   Woning   1,2   0,3 per woning  
Woningen - Koop 50 – 70 m2 en huur 40 - 90 m2   Woning   1,1   0,25 per woning  
Woningen - Koop tot 50 m2 en huur tot 40 m2   Woning   0,5   0,2 per woning  
Geoormerkte studentenhuurwoningen tot circa 40 m2   Woning   0,2   0,2 per woning  
Kantoor   100 m2 bvo   0,8   5%  
arbeidsintensieve bezoekersextensieve bedrijven   100 m2 bvo   0,7   5%  
arbeidsextensieve bezoekersextensieve bedrijven   100 m2 bvo   0,2   5%  
arbeidsintensieve bezoekersintensieve bedrijven   100 m2 bvo   0,4   35%  

Het uitgangspunt is dat de parkeervoorzieningen, conform bovenstaande normen, op eigen terrein worden gerealiseerd. De parkeervoorzieningen zijn enerzijds inpandig en anderzijds in de openbare ruimte voorzien. De inpandige parkeerplaatsen zijn gesitueerd op de begane grond van het bebouwingscomplex en fungeren voor het opvangen van de parkeerbehoefte van bewoners. De openbare parkeerplaatsen in de buitenruimte zijn voor bezoekers van het plangebied en worden goed ingepast. Tot slot worden zowel inpanding als in de buitenruimte fietsenstallingen gerealiseerd.

De 73 parkeerplaatsen die nu door het Smart Businesspark worden gebruikt en ten behoeve van de uitvoering van voorliggend bestemmingsplan worden verwijderd, worden elders op het terrein van het Smart Businesspark aangelegd. De afbeelding 'Parkeertelling' in bijlage 4 geeft inzicht hierin.

Conclusie
Het aspect verkeer en parkeren vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.