Artikel 8 Bedrijventerrein
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven, tot en met categorie 3.1, zoals vermeld in de bij deze regels behorende Lijst van
Bedrijfsactiviteiten;
-
b. tevens bedrijven en activiteiten die hierna zijn aangegeven:
bedrijven:
|
ter plaatse van de aanduiding:
|
een bedrijf in het ontwikkelen en produceren van overslag- en baggergrijpers
|
'specifieke vorm van bedrijventerrein - 1'
|
een transportbedrijf en bedrijf in kraanverhuur
|
'specifieke vorm van bedrijventerrein - 2'
|
een groothandel in hout - en bouwmaterialen
|
'specifieke vorm van bedrijventerrein - 3'
|
-
c. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte onder de volgende voorwaarden dat per bedrijf een maximum van 50% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte is toegestaan;
-
d. detailhandel als nevenactiviteit en gerelateerd of ondersteunend aan de hoofdactiviteit in het betreffende bedrijf, is toegestaan mits:
- de verkoopvloeroppervlakte in het betreffende bedrijf niet meer dan 250 m² bedraagt;
- de detailhandel niet betreft voedings- en genotmiddelen, kleding en schoenen en daarbij behorende accessoires, behoudens werkkleding en -schoenen;
-
e. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.
8.2 Bouwregels
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met in achtneming van de volgende bepalingen:
8.2.1 Gebouwen
-
a. uitsluitend de bestaande gebouwen op de bestaande locatie zijn toegestaan;
-
b. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' mag niet worden overschreden;
-
c. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder b. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 meter bedragen;
-
b. het onder a. gestelde geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer;
-
c. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten maximaal 6 meter en de bouwhoogte van kranen maximaal 9 meter bedragen;
-
d. bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. en c. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. de verkeersveiligheid;
-
c. de milieusituatie;
-
d. de sociale veiligheid;
-
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.1 onder a. voor het wijzigen van de situering van de bestaande gebouwen, mits:
-
a. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet wordt overschreden;
-
b. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
-
1. het bebouwingsbeeld;
-
2. de milieusituatie;
-
3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
8.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
-
a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
-
c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
d. inrichtingen die zijn vermeld in bijlage C en D van het besluit m.e.r. 1994 zijn niet toegestaan;
-
e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter op onbebouwde gronden is niet toegestaan;
-
f. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
-
g. kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 30% van de brutovloeroppervlakte en meer dan 2000 m2 per bedrijf is, is niet toegestaan.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde vermeld in artikel 8.1 onder a. door bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels behorende Lijst van
Bedrijfsactiviteiten zijn vermeld en/of één categorie hoger dan in artikel 8.1 onder a. vermeld, voorzover deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan de categorieën van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, zoals in artikel 8.1 onder a. vermeld.
8.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, wijzigen op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.