direct naar inhoud van Bijlage 8 Externe veiligheid deelgebied V en W
Plan: Actualisering diverse gebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPACTUALISATIEDG-0402

Bijlage 8 Externe veiligheid deelgebied V en W

8.1 Inleiding

In en direct rond het plangebied is een inventarisatie gedaan naar risicoveroorzakende activiteiten. Dit heeft het volgende overzicht opgeleverd:

  • Het Amsterdam Rijnkanaal ligt op ca. 680 meter afstand van deelgebied V en ligt daarmee op te grote afstand om van invloed te zijn op zowel deelgebied V als deelgebied W. Dit geldt eveneens voor de A12 (op meer dan 700 meter afstand) en het spoor richting Den Bosch (op meer dan 900 meter afstand). Andere relevante transportassen liggen allen op zeer grote afstand (meer dan een kilometer) van beide deelgebieden. Nadere beschouwing is niet nodig. Over niet-Rijkswegen (Europalaan) vindt beperkt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats dat wordt gereguleerd door de gemeentelijke routeringsverordening.
  • Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. In of nabij het plangebied bevinden zich geen buisleidingen voor gevaarlijke stoffen.
  • Bedrijven die vallen onder het Bevi. In beide deelgebieden bevinden zich geen Bevi bedrijven. Iets buiten de deelgebieden bevindt zich één Bevi bedrijf, het LPG tankstation aan de Beneluxlaan, dat van invloed is op beide deelgebieden. Daarnaast zijn er nog twee Bevi bedrijven die van invloed zijn op deelgebied W (LPG tankstation van Q8 en de busremise van het GVU, beiden aan de Europalaan).

Het werken met, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen leidt tot veiligheidsrisico's voor omwonenden, bedrijven en passanten. Om deze risico's te beheersen worden in bestemmingsplannen de relaties tussen deze activiteiten en hun omgeving conform wet- en regelgeving verantwoord en vastgelegd. De normen en richtlijnen zijn onder andere vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi; voor bedrijven).

Het Bevi beschrijft de afstanden tussen risicovolle bedrijven en (beperkt) kwetsbare objecten/bestemmingen. Risicovolle bedrijven zijn bijvoorbeeld LPG stations. Kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld woningen, gebouwen waarin mensen zijn die zichzelf slecht in veiligheid kunnen brengen (scholen en zorginstellingen) en gebouwen waarin vaak grote aantallen personen aanwezig zijn (grote winkelcentra, grote kantoren etc.). Daarnaast bestaan beperkt kwetsbare objecten, dit zijn alle andere (meestal) gebouwde objecten.

In het Bevi staan twee soorten risico's beschreven waarop de normen en richtlijnen van toepassing zijn. Het betreft het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

Het plaatsgebonden risico (PR) geeft aan hoe groot de overlijdenskans is indien een persoon zich permanent op een bepaalde plek bevindt. De wetgever beschouwt een overlijdenskans van eens in de miljoen jaar (aangeduid met 10-6) voor nieuwe situaties als acceptabel. Vertaald naar het bestemmingsplan (in dit geval de plankaart) kan het PR=10-6 worden weergegeven als een contour (10-6 - contour). Rondom een bedrijf is dat vaak een cirkel, langs een transportas zijn dat min of meer parallelle lijnen aan beide zijden. Alle punten op de cirkel of lijnen vertegenwoordigen een plaatsgebonden risico van één op de miljoen jaar. Het plaatsgebonden risico vertegenwoordigt dus een afstandsnorm. Voor de afstand tussen de risicoveroorzakende activiteiten en kwetsbare objecten is die norm een harde grenswaarde. Voor de afstand tot beperkt kwetsbare objecten is die norm een richtwaarde waarvan mag worden afgeweken als daar een gegronde reden voor is. Binnen de 10-6 - contour mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden bestemd of gebouwd. Voor bestaande situaties gelden overgangsregels.

Het groepsrisico (GR) geeft de kans aan op het overlijden van een groep mensen tengevolge van een calamiteit.

De circulaire Rnvgs, het Bevb en het Bevi verplichten ertoe dat bij besluiten op grond van de Wet ruimtelijke ordening het groepsrisico wordt beschreven en gemotiveerd. Voor het toetsen van het groepsrisico wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde oriëntatiewaarde. Dit is geen harde wettelijke norm maar een houvast om te toetsen of het groepsrisico acceptabel is al dan niet in combinatie met maatregelen voor de bestrijding van ongevallen. Volgens het Bevi moet het groepsrisico bepaald worden binnen het invloedsgebied van het risicovolle bedrijf. De grootte van het invloedsgebied verschilt per soort bedrijf. Volgens de circulaire Rnvgs en het Bevb moet het groepsrisico bepaald worden binnen het invloedsgebied, hetgeen bepaald wordt door de afstand waarbij voor 1 % van de blootgestelde personen dodelijk letsel optreedt bij het grootst mogelijke ongeval, de zogenaamde 1% letaliteit contour. Ook hier verschilt de grootte per transportas.

Er zijn twee manieren om het groepsrisico te verlagen. Het is mogelijk maatregelen te nemen bij de risicoveroorzakende activiteit of het is mogelijk maatregelen te nemen in de omgeving daarvan. De mogelijkheid om maatregelen te nemen bij transportroutes over weg, spoor en water zijn op lokaal niveau niet of nauwelijks aanwezig; gemeenten kunnen bijvoorbeeld niet sturen op aantallen vervoersbewegingen. Bij bedrijven, en in mindere mate bij transportleidingen, zijn er meer mogelijkheden via bijvoorbeeld de omgevingsvergunning.

8.2 Bedrijven die vallen onder het Bevi

Binnen beide deelgebieden bevinden zich geen bedrijven die veiligheidsrisico's met zich mee brengen en die onder het Bevi vallen. Iets buiten de deelgebieden bevindt zich één Bevi bedrijf, het LPG tankstation aan de Beneluxlaan, dat van invloed is op beide deelgebieden. Daarnaast zijn er nog twee Bevi bedrijven die alleen van invloed zijn op deelgebied W (LPG tankstation van Q8 en de busremise van het GVU, beiden aan de Europalaan).

De verkoop/het tanken van LPG brengt veiligheidsrisico's met zich mee die van invloed zijn op de deelgebieden. Het belangrijkste risico wordt gevormd door de mogelijkheid dat een LPG tankauto ontploft, een zogenaamde BLEVE. Behalve de opstelplaats van de tankauto, het vulpunt, is de ondergrondse LPG tank een belangrijke risicobron.

De vestiging van bedrijven die veiligheidsrisico's met zich mee brengen en onder het Bevi vallen zijn binnen deelgebied W uitgesloten. Hiervoor is een voorschrift opgenomen. Voor deelgebeid V is dat, gelet op de bestemming, niet nodig.

Hieronder volgen voor de tankstations beschrijvingen van de omgeving, de toetsing van het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico.

LPG tankstation – Beneluxlaan/Europalaan

Omgeving van het tankstation

Het tankstation zelf bevindt zich langs de Beneluxlaan, iets ten oosten van het Europaplein. De voor externe veiligheid belangrijkste installatieonderdelen (het LPG vulpunt en het ondergrondse LPG reservoir) bevinden zich op enige afstand langs de Europalaan ter hoogte van de bouwmarkt van Praxis. Ten oosten van de Europalaan bevindt zich een bedrijventerrein en een studentencomplex in de noordoost oksel van het Europaplein. Het studentencomplex bevindt zich voor een klein deel binnen het invloedsgebied van het ondergrondse reservoir. Ten westen van de Europalaan bevindt zich Park Transwijk. In dit park en binnen het invloedsgebied bevinden zich onder andere een buitenschoolse opvang, een kinderboerderij, een skatebaan en een verkeerstuin. Iets verder weg naar het zuidwesten bevindt zich een verzorgingstehuis waarvan een klein deel binnen het invloedsgebied ligt.

Het studentencomplex, de buitenschoolse opvang en het verzorgingstehuis zijn kwetsbare objecten. Op het bedrijventerrein bevinden zich zowel kwetsbare (kantoren) als beperkt kwetsbare objecten (b.v. de bouwmarkt).

De afstand vanaf het LPG vulpunt tot het dichtstbijzijnde kwetsbare object (buitenschoolse opvang) is ca. 80 meter. De afstand vanaf het ondergrondse reservoir tot het dichtstbijzijnde kwetsbare object (kantoorgebouw op het bedrijventerrein) is ca. 100 meter.

De afstand tot het dichtstbijzijnde beperkt kwetsbare object is ca. 55 meter, zowel vanaf het vulpunt als vanaf het ondergrondse reservoir. Het betreft panden op het bedrijventerrein.

Plaatsgebonden risico (PR) vanwege het tankstation

Voor LPG tankstations hoeven de plaatsgebonden risico-contouren niet per geval te worden berekend, maar gelden vaste afstanden die afhankelijk zijn van de LPG-jaaromzet. Deze afstanden zijn vastgelegd in een regeling op grond van het Bevi. Voor het tankstation geldt een milieuvergunning voor de aflevering van maximaal 1000 m3 per jaar. Omdat er geen sprake is van een gewijzigde situatie bij het LPG tankstation, noch de omgeving van het station, bedraagt de toetsafstand voor het PR (10-6 - contour), m.b.t. de afstand kwetsbaar object tot vulpunt, 35 meter. Deze toetsafstand is ontleend aan een tabel die is geïntroduceerd bij de Revi-wijziging van juli 2007 en geldt uitsluitend voor bestaande situaties. Binnen deze 35 meter bevinden zich geen kwetsbare objecten. Voor nieuwe situaties geldt vooralsnog een toetsafstand van 45 meter.

Het dichtstbijzijnde beperkt kwetsbare object ligt op ca. 55 meter van het vulpunt in deelgebied W. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6 - contour als richtwaarde. Strikt genomen geldt volgens het Revi voor bestaande beperkt kwetsbare objecten een grotere toetsafstand dan voor kwetsbare objecten, namelijk 45 meter. Dit komt omdat bij de Revi-wijziging van juli 2007 geen nieuwe tabel is geïntroduceerd voor beperkt kwetsbare objecten. De afstand is groter dan de toetsafstand en de situatie voldoet dus aan het Bevi. Voor nieuwe situaties geldt eveneens een toetsafstand van 45 meter. De contour van 45 meter heeft binnen deelgebied W wel een overlap met het bouwvlak/geprojecteerde bebouwing voor de bestemming "Bedrijven". In de regels is een voorschrift opgenomen om bebouwing binnen de contour uit te sluiten.

Naast de afstandsnorm voor het vulpunt bestaan er normen voor de ondergrondse LPG tank en de LPG afleverzuilen. Aan de afstandscriteria met betrekking tot de ondergrondse tank (grenswaarde 25 meter tot kwetsbare objecten en richtwaarde 25 meter tot beperkt kwetsbare objecten) wordt voldaan met betrekking tot bestaande bebouwing. De contour van 25 meter heeft binnen deelgebied W wel een overlap met het bouwvlak/geprojecteerde bebouwing voor de bestemming "Bedrijven". In de regels is een voorschrift opgenomen om bebouwing binnen de contour uit te sluiten. De afleverzuilen liggen op te grote afstand van beide deelgebieden; toetsing aan het PR is niet relevant.

Voor deelgebied V is er geen overlap met één van de PR contouren. Toetsing is niet relevant.

Conclusie toets plaatsgebonden risico (deelgebied W)

Aan zowel de grenswaarden als richtwaarden voor het plaatsgebonden risico m.b.t. het LPG vulpunt wordt voldaan. Aan het afstandscriterium m.b.t. het ondergrondse LPG reservoir wordt eveneens voldaan. De LPG afleverzuil ligt te ver weg, toetsing van het PR is niet relevant.

Conclusie toets plaatsgebonden risico (deelgebied V)

Voor deelgebied V is er geen overlap met één van de PR contouren. Toetsing is niet relevant.

Groepsrisico (GR) vanwege het tankstation

Volgens artikel 13 lid 1 van het Bevi moet een zogenaamde verantwoording van het groepsrisico plaatsvinden. Hierna wordt de omvang van het groepsrisico in beeld gebracht. Daarna wordt beschreven hoe het groepsrisico beïnvloed kan worden door maatregelen bij het station en de omgeving.

Tot slot wordt beschreven welke factoren van invloed zijn op de inperking van het aantal slachtoffers voor het geval dat zich daadwerkelijk een zwaar ongeval voordoet. Enerzijds gaat het er om dat de hulpdiensten zich voorbereiden op het bestrijden van een zwaar ongeval, anderzijds gaat het erom dat personen snel naar een veilige plek kunnen vluchten.

Personendichtheid en GR

De personendichtheid en de berekening van het groepsrisico zijn beschreven in een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) van juni 2010.

Volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen moet het GR bepaald worden binnen het invloedsgebied van het LPG tankstation. Het invloedsgebied bij het tankstation bevindt zich op een afstand van 150 meter vanaf zowel het LPG vulpunt als de ondergrondse LPG tank. Het invloedsgebied is daardoor te benaderen als een oppervlak in de vorm van twee cirkels met ieder een straal van 150 meter gerekend vanaf het LPG-vulpunt en het middelpunt van de ondergrondse tank. Binnen deze cirkels bevinden zich de onder "Omgeving van het tankstation" genoemde objecten/bestemmingen of gedeelten daarvan. De personendichtheden van de objecten zijn beschreven in de QRA.

Om een indruk te geven van de hoogte van het GR ten opzichte van wat als aanvaardbaar wordt beschouwd, de oriëntatiewaarde, is het gebruikelijk om de kansen te vergelijken die horen bij een ongeval met resp. 10, 100 en 1000 dodelijke slachtoffers. Deze kansen zijn af te lezen in het diagram dat op blz 10 van de QRA is weergegeven, de zogenaamde fN-curve.

In de QRA is een vergelijk gemaakt tussen het GR van de situatie waarbij tankauto's nog niet waren voorzien van een hittewerende coating en de situatie waarbij alle tankauto's die coating wel hebben. In de loop van 2010 zijn die coatings aangebracht. Uit de fN-curve blijkt dat de oriëntatiewaarde net niet meer wordt overschreden.

Verlaging groepsrisico door (voorgenomen) maatregelen bij het station

Er bestaan twee (potentiele) maatregelen, gerelateerd aan het tankstation, om het groepsrisico te verlagen.

  • In juni 2005 is een convenant afgesloten tussen de LPG branche en de rijksoverheid. Eén van de consequenties van dit convenant was dat uiterlijk 2010 hittewerende coatings en verbeterde losslangen op de tankwagens zouden worden aangebracht. Deze maatregelen zijn in 2010 uitgevoerd. De gevolgen voor het groepsrisico moeten per station worden berekend. Voor de locatie Beneluxlaan zijn deze te herleiden uit de fN-curves in de hierboven genoemde QRA.
  • Uitsluiten van het lossen van LPG tankwagens tijdens dagdelen waarop relatief veel mensen aanwezig zijn. Voor deze maatregel is het nodig om een extra voorschrift (i.c. benoemen van venstertijden) in de milieuvergunning van het tankstation op te nemen. Een procedure voor het aanpassen van de milieuvergunning wordt overwogen maar is nog niet gestart. Daarvoor zal eerst de exploitant benaderd moeten worden om de haalbaarheid te bespreken.

Verlaging groepsrisico door maatregelen in de omgeving

Het ruimtelijke besluit betreft een beheer bestemmingsplan. Aan de omgeving zal niets veranderen. Gezien de externe veiligheidssituatie is er ook geen aanleiding om geforceerd over te gaan tot aanpassingen in de omgeving.

Maatregelen m.b.t. voorbereiding van bestrijding en beperken omvang van zwaar ongeval

De volgende locatiespecifieke voorwaarden bepalen of een (dreigend) zwaar ongeval goed bestreden kan worden of zelfs voorkomen:

  • Bluswatercapaciteit. De bluswatercapaciteit is voldoende.
  • Primair: Er is op de Europalaan een primaire bluswatervoorziening (brandkraan) aanwezig met een capaciteit van tenminste 60 m3/uur. Dit is voldoende.
  • Secundair: Op de Vliegend Hertlaan is een secundaire bluswatervoorziening aanwezig met een capaciteit van tenminste 90 m3/uur gedurende 4 uur. Dit is voldoende.
  • Tertiair: In de nabije omgeving is aan de Beneluxlaan/Socrateslaan een tertiaire bluswatervoorziening aanwezig (Merwedekanaal) met een capaciteit van tenminste 240 m3/uur onbeperkt. Dit is voldoende.
  • Inzettijd. De dichtstbijzijnde brandweerkazerne is post Tolsteeg, gelegen aan de Helling. Vanwege de aanwezigheid van hoofdrijroutes voor nood- en hulpdiensten naar de Europalaan toe is de aanrijtijd in voldoende mate geborgd. Opschaling kan vanaf de Belcampostraat toereikend aanrijden.
  • Bereikbaarheid. De bereikbaarheid van de locatie is goed vanwege de ruime infrastructuur (o.a. Europalaan, Beneluxlaan) rondom het tankstation en de op afstand liggende LPG installatieonderdelen. De installatieonderdelen zijn goed bereikbaar omdat deze direct aan de openbare weg liggen.

Mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen bij een "dreigend" zwaar ongeval

Naast het beschouwen van de mogelijkheden m.b.t. voorbereiding van bestrijding en beperken omvang van zwaar ongeval, verplicht het Bevi om de zelfredzaamheid van personen in de omgeving van de inrichting te verantwoorden.

  • Vluchtmogelijkheden. Bij een dreigende calamiteit moeten personen in staat zijn om snel van de bedreigde plek weg te kunnen komen. Hiervoor is het nodig dat er in voldoende richtingen straten en wegen zijn waarlangs men kan vluchten. Deze mogelijkheden zijn in ruim voldoende mate aanwezig (zie ook hierboven onder "Bereikbaarheid").
  • Zelfredzaamheid. Gelet op het karakter van het gebied kan ervan worden uitgegaan dat de meeste mensen in het gebied een goede gezondheid hebben en mobiel zijn. Dit betekent dat personen zich bij een eventuele dreigende situatie op eigen kracht goed in veiligheid kunnen brengen.
  • Enkele groepen personen zijn minder goed zelfredzaam. Het gaat daarbij om een buitenschoolse opvang en een verzorgingstehuis.

Conclusie toets groepsrisico

Volgens een uitgevoerde berekening van het groepsrisico bestaat er net geen overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Bij die berekening is uitgegaan van een hittewerende coating op de tankauto's; deze coatings zijn in de loop van 2010 aangebracht. Door het instellen van zogenaamde venstertijden zou het groepsrisico nog verder teruggebracht kunnen worden. Hierover zullen nog onderhandelingen worden gestart. Bij gebleken haalbaarheid zal een procedure gestart worden tot wijziging van de milieuvergunning.

Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, ook zonder het realiseren van de genoemde venstertijden.

LPG tankstation – Europalaan 6 (Q8 station)

Omgeving van het tankstation

Het tankstation bevindt zich langs de Europalaan, ter hoogte van de Lanslaan/Johan Brouwerlaan. Ten oosten van de Europalaan bevindt zich een bedrijventerrein met onder andere het terrein van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht (GVU), ook een Bevi inrichting. Ten westen van de Europalaan bevindt zich de wijk Transwijk Zuid, een woonwijk met daarnaast nog een school voor speciaal onderwijs en wat kleine bedrijfjes.

De afstand vanaf het LPG vulpunt tot het dichtstbijzijnde kwetsbare object (woningen aan de Lanslaan) is ca. 60 meter. De afstand vanaf het ondergrondse reservoir tot het dichtstbijzijnde kwetsbare object (woningen aan de Europalaan) is ca. 55 meter. Aan de oostzijde van de Europalaan bevinden zich geen kwetsbare objecten.

De afstand vanaf het LPG vulpunt tot het dichtstbijzijnde beperkt kwetsbare object (kleine bedrijfjes aan de Europalaan) is ca. 60 meter. De afstand vanaf het ondergrondse reservoir tot het dichtstbijzijnde beperkt kwetsbare object (gebouw op GVU terrein) is ca. 90 meter.

Plaatsgebonden risico (PR) vanwege het tankstation

Voor LPG tankstations hoeven de plaatsgebonden risico-contouren niet per geval te worden berekend, maar gelden vaste afstanden die afhankelijk zijn van de LPG-jaaromzet. Deze afstanden zijn vastgelegd in een regeling op grond van het Bevi. Voor het tankstation geldt een milieuvergunning voor de aflevering van maximaal 500 m3 per jaar. Omdat er geen sprake is van een gewijzigde situatie bij het LPG tankstation, noch de omgeving van het station, bedraagt de toetsafstand voor het PR (10-6 - contour), m.b.t. de afstand kwetsbaar object tot vulpunt, 25 meter. Deze toetsafstand is ontleend aan een tabel die is geïntroduceerd bij de Revi-wijziging van juli 2007 en geldt uitsluitend voor bestaande situaties. Binnen deze 25 meter bevinden zich geen kwetsbare objecten. Voor nieuwe situaties geldt vooralsnog een toetsafstand van 45 meter.

Geen van deze toetsafstanden hebben een overlap met deelgebied W.

Ook voor de ondergrondse LPG tank en de LPG afleverzuilen bestaan toetsafstanden/contouren. Ook deze contouren hebben geen overlap met deelgebied W.

Conclusie toets plaatsgebonden risico

Voor deelgebied W zijn er geen overlappen met één van de PR contouren. Toetsing is niet relevant.

Groepsrisico (GR) vanwege het tankstation

Volgens artikel 13 lid 1 van het Bevi moet een zogenaamde verantwoording van het groepsrisico plaatsvinden. Hierna wordt de omvang van het groepsrisico in beeld gebracht. Daarna wordt beschreven hoe het groepsrisico beïnvloed kan worden door maatregelen bij het station en de omgeving.

Tot slot wordt beschreven welke factoren van invloed zijn op de inperking van het aantal slachtoffers voor het geval dat zich daadwerkelijk een zwaar ongeval voordoet. Enerzijds gaat het er om dat de hulpdiensten zich voorbereiden op het bestrijden van een zwaar ongeval, anderzijds gaat het erom dat personen snel naar een veilige plek kunnen vluchten.

Personendichtheid en GR

Vanwege de aard van het station en de omgeving kon het groepsrisico op een relatief eenvoudige manier bepaald worden. In plaats van een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) kon gebruik gemaakt worden van een rekentool die is ontwikkeld door het RIVM en goedgekeurd door het ministerie van VROM. De rekentool is beschikbaar via de website www.relevant.nl.

Volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen moet het GR bepaald worden binnen het invloedsgebied van het LPG tankstation. Het invloedsgebied bij het tankstation bevindt zich op een afstand van 150 meter vanaf zowel het LPG vulpunt als de ondergrondse LPG tank. Het invloedsgebied is daardoor te benaderen als een oppervlak in de vorm van twee cirkels met ieder een straal van 150 meter gerekend vanaf het LPG-vulpunt en het middelpunt van de ondergrondse tank. Binnen deze cirkels bevinden zich de onder "Omgeving van het tankstation" genoemde objecten/bestemmingen of gedeelten daarvan.

Voor het kunnen toepassen van de rekentool bestaan enkele voorwaarden. Aan al deze voorwaarden wordt voldaan. Voor de personendichtheden van het bedrijventerrein is uitgegaan van een conservatieve aanname, namelijk 80 personen per ha; dit wordt beschouwd als maximum voor wat betreft de intensiteit van het gebruik van bedrijventerreinen.

Om een indruk te geven van de hoogte van het GR ten opzichte van wat als aanvaardbaar wordt beschouwd, de oriëntatiewaarde, is het gebruikelijk om de kansen te vergelijken die horen bij een ongeval met resp. 10, 100 en 1000 dodelijke slachtoffers. Deze kansen zijn af te lezen uit het diagram dat op blz 13 van de rapportage van de rekentool is opgenomen.

In de rekentool is uitgegaan van de hierboven beschreven personendichtheden. Er is een vergelijk gemaakt tussen het GR van de situatie waarbij tankauto's nog niet waren voorzien van een hittewerende coating en de situatie waarbij alle tankauto's die coating wel hebben. In de loop van 2010 zijn die coatings aangebracht. Uit de fN-curve blijkt dat de oriëntatiewaarde net niet meer wordt overschreden.

Overigens is voor de rekentool een extra marge ingebouwd, hetgeen inhoudt dat toepassing van de rekentool altijd een hogere waarde geeft dan de toepassing van een echte risicoanalyse (QRA). Bij een berekening op maat (QRA) zal het groepsrisico lager uitvallen.

Verlaging groepsrisico door (voorgenomen) maatregelen bij het station

Er bestaan twee (potentiële) maatregelen, gerelateerd aan het tankstation, om het groepsrisico te verlagen.

  • In juni 2005 is een convenant afgesloten tussen de LPG branche en de rijksoverheid. Eén van de consequenties van dit convenant was dat uiterlijk 2010 hittewerende coatings en verbeterde losslangen op de tankwagens zouden worden aangebracht. Deze maatregelen zijn in 2010 uitgevoerd. De gevolgen voor het groepsrisico moeten per station worden berekend.
  • Voor de locatie Europalaan 6 zijn deze te herleiden uit de fN-curve in de hierboven genoemde rapportage van de rekentool.
  • Uitsluiten van het lossen van LPG tankwagens tijdens dagdelen waarop relatief veel mensen aanwezig zijn. Voor deze maatregel is het nodig om een extra voorschrift (i.c. benoemen van venstertijden) in de milieuvergunning van het tankstation op te nemen. Een procedure voor het aanpassen van de milieuvergunning wordt overwogen maar is nog niet gestart. Daarvoor zal eerst de exploitant benaderd moeten worden om de haalbaarheid te bespreken.

Verlaging groepsrisico door maatregelen in de omgeving

Het ruimtelijke besluit betreft een beheer bestemmingsplan. Aan de omgeving zal niets veranderen. Gezien de externe veiligheidssituatie is er ook geen aanleiding om geforceerd over te gaan tot aanpassingen in de omgeving.

Maatregelen m.b.t. voorbereiding van bestrijding en beperken omvang van zwaar ongeval

De volgende locatiespecifieke voorwaarden bepalen of een (dreigend) zwaar ongeval goed bestreden kan worden of zelfs voorkomen:

  • Bluswatercapaciteit. De bluswatercapaciteit is voldoende.
  • Primair: Er is op de Europalaan een primaire bluswatervoorziening (brandkraan) aanwezig met een capaciteit van tenminste 60 m3/uur. Dit is voldoende.
  • Secundair: Op de Europalaan is een secundaire bluswatervoorziening aanwezig met een capaciteit van tenminste 90 m3/uur gedurende 4 uur. Dit is voldoende.
  • Tertiair: In de nabije omgeving is aan de Kanaalweg een tertiaire bluswatervoorziening aanwezig (Merwedekanaal) met een capaciteit van tenminste 240 m3/uur onbeperkt. Dit is voldoende.
  • Inzettijd. De dichtstbijzijnde brandweerkazerne is post Tolsteeg, gelegen aan de Helling. Vanwege de aanwezigheid van hoofdrijroutes voor nood- en hulpdiensten naar de Europalaan toe is de aanrijtijd in voldoende mate geborgd. Opschaling kan vanaf de post Belcampostraat toereikend aanrijden.
  • Bereikbaarheid. De bereikbaarheid van de locatie is goed vanwege de ruime infrastructuur (o.a. Europalaan) rondom het tankstation. De installatieonderdelen zijn goed bereikbaar omdat deze direct aan de openbare weg liggen.

Mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen bij een "dreigend" zwaar ongeval

Naast het beschouwen van de mogelijkheden m.b.t. voorbereiding van bestrijding en beperken omvang van zwaar ongeval, verplicht het Bevi om de zelfredzaamheid van personen in de omgeving van de inrichting te verantwoorden.

  • Vluchtmogelijkheden. Bij een dreigende calamiteit moeten personen in staat zijn om snel van de bedreigde plek weg te kunnen komen. Hiervoor is het nodig dat er in voldoende richtingen straten en wegen zijn waarlangs men kan vluchten. Deze mogelijkheden zijn in ruim voldoende mate aanwezig (zie ook hierboven onder "Bereikbaarheid").
  • Zelfredzaamheid. Gelet op het karakter van het gebied (woningen en bedrijventerrein) kan ervan worden uitgegaan dat de meeste mensen in het gebied een goede gezondheid hebben en mobiel zijn. Dit betekent dat personen zich bij een eventuele dreigende situatie op eigen kracht goed in veiligheid kunnen brengen. Eén groep personen is minder goed zelfredzaam. Het gaat om de school voor speciaal onderwijs.

Conclusie toets groepsrisico

Volgens een uitgevoerde indicatieve berekening van het groepsrisico bestaat er net geen overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Bij die berekening is uitgegaan van een hittewerende coating op de tankauto's; deze coatings zijn in de loop van 2010 aangebracht. Door het instellen van zogenaamde venstertijden zou het groepsrisico nog verder teruggebracht kunnen worden. Hierover zullen nog onderhandelingen worden gestart. Bij gebleken haalbaarheid zal een procedure gestart worden tot wijziging van de milieuvergunning.

Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, ook zonder het realiseren van de genoemde venstertijden.

LPG tankstation – Europalaan 8 (Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht)

Omgeving van het tankstation

Het tankstation bevindt zich op het terrein van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht (GVU). Dit terrein grenst direct aan de locatie van het Q8 station met adres Europalaan 6. De relevante installaties (vulpunt, ondergronds reservoir en afleverzuilen) liggen ongeveer 160 meter oostelijker dan de Q8 locatie, min of meer midden op het GVU terrein. Het GVU terrein maakt deel uit van het bedrijventerrein ten oosten van de Europalaan, waarmee de omgeving van het station vrijwel volledig is beschreven. In het Merwedekanaal liggen een aantal woonboten die zich binnen het invloedsgebied bevinden.

De afstand vanaf het LPG vulpunt tot het dichtstbijzijnde kwetsbare object (woonboot) is ca. 160 meter. Het dichtstbijzijnde gebouw op het OPG terrein (gebouw M) ligt op ca. 80 meter afstand van het vulpunt en wordt beschouwd als beperkt kwetsbaar object. De afstand vanaf het ondergrondse reservoir tot het dichtstbijzijnde kwetsbare object (woonboot) is ca. 130 meter. De afstand vanaf het ondergrondse reservoir tot de gebouwen aan de zuidzijde van het GVU-terrein (voorheen Roto Smeets) bedraagt ca. 35 meter. Deze gebouwen worden beschouwd als beperkt kwetsbaar.

Plaatsgebonden risico (PR) vanwege het tankstation

Voor LPG tankstations hoeven de plaatsgebonden risico-contouren niet per geval te worden berekend, maar gelden vaste afstanden die afhankelijk zijn van de LPG-jaaromzet. Deze afstanden zijn vastgelegd in een regeling op grond van het Bevi. Voor het tankstation geldt een milieuvergunning voor de aflevering van maximaal 3000 m3 per jaar. Omdat er geen sprake is van een gewijzigde situatie bij het LPG tankstation, noch de omgeving van het station, bedraagt de toetsafstand voor het PR (10-6 - contour), m.b.t. de afstand kwetsbaar object tot vulpunt, 40 meter. Deze toetsafstand is ontleend aan een tabel die is geïntroduceerd bij de Revi-wijziging van juli 2007 en geldt uitsluitend voor bestaande situaties. De contour van 40 meter heeft geen overlap met deelgebied W. Voor nieuwe situaties geldt vooralsnog een toetsafstand van 110 meter.

Het dichtstbijzijnde beperkt kwetsbare object binnen deelgebied W ligt op ca. 80 meter van het vulpunt (gebouw op voormalig Roto Smeets terrein). Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6 - contour als richtwaarde.

Strikt genomen geldt volgens het Revi voor bestaande beperkt kwetsbare objecten een grotere toetsafstand dan voor kwetsbare objecten, namelijk 110 meter. Dit komt omdat bij de Revi-wijziging van juli 2007 geen nieuwe tabel is geïntroduceerd voor beperkt kwetsbare objecten. Van deze richtwaarde mag echter gemotiveerd worden afgeweken zodat geen sprake is van een saneringssituatie. Een bestaande fysieke situatie wordt als een goede motivatie beschouwd. Bovendien zijn door de branche van LPG leveranciers maatregelen (coating op tankauto's) getroffen waardoor de toetsafstand voor het PR (10-6 - contour) kleiner zal worden. De situatie zal dan wel voldoen aan het Bevi.

Naast de afstandsnorm voor het vulpunt bestaan er normen voor de ondergrondse LPG tank en de LPG afleverzuilen. De bijbehorende contouren hebben echter geen overlap met deelgebied W, toetsing is niet relevant.

Conclusie toets plaatsgebonden risico

Aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico m.b.t. het LPG vulpunt wordt voldaan. Aan de richtwaarden voor het plaatsgebonden risico m.b.t. het LPG vulpunt wordt niet voldaan. Zodra de maatregelen van de branche (coating op tankauto's) in de wetgeving zijn verankerd, zal wel aan de richtwaarde worden voldaan.

Contouren die horen bij de afstandscriteria m.b.t. de ondergrondse LPG tank en de afleverzuil hebben geen overlap met deelgebied W, toetsing is niet relevant.

Groepsrisico (GR) vanwege het tankstation

Volgens artikel 13 lid 1 van het Bevi moet een zogenaamde verantwoording van het groepsrisico plaatsvinden. Hierna wordt de omvang van het groepsrisico in beeld gebracht. Daarna wordt beschreven hoe het groepsrisico beïnvloed kan worden door maatregelen bij het station en de omgeving.

Tot slot wordt beschreven welke factoren van invloed zijn op de inperking van het aantal slachtoffers voor het geval dat zich daadwerkelijk een zwaar ongeval voordoet. Enerzijds gaat het er om dat de hulpdiensten zich voorbereiden op het bestrijden van een zwaar ongeval, anderzijds gaat het erom dat personen snel naar een veilige plek kunnen vluchten.

Personendichtheid en GR

De personendichtheid en de berekening van het groepsrisico zijn beschreven in een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) van juni 2010.

Volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen moet het GR bepaald worden binnen het invloedsgebied van het LPG tankstation. Het invloedsgebied bij het tankstation bevindt zich op een afstand van 150 meter vanaf zowel het LPG vulpunt als de ondergrondse LPG tank. Het invloedsgebied is daardoor te benaderen als een oppervlak in de vorm van twee cirkels met ieder een straal van 150 meter gerekend vanaf het LPG-vulpunt en het middelpunt van de ondergrondse tank. Binnen deze cirkels bevinden zich de onder "Omgeving van het tankstation" genoemde objecten/bestemmingen of gedeelten daarvan. De personendichtheden van de objecten zijn beschreven in de QRA.

Om een indruk te geven van de hoogte van het GR ten opzichte van wat als aanvaardbaar wordt beschouwd, de oriëntatiewaarde, is het gebruikelijk om de kansen te vergelijken die horen bij een ongeval met resp. 10, 100 en 1000 dodelijke slachtoffers. Deze kansen zijn af te lezen in het diagram dat op blz 10 van de QRA is weergegeven, de zogenaamde fN-curve.

In de QRA is een vergelijk gemaakt tussen het GR van de situatie waarbij tankauto's nog niet waren voorzien van een hittewerende coating en de situatie waarbij alle tankauto's die coating wel hebben. In de loop van 2010 zijn die coatings aangebracht. Uit de fN-curve blijkt dat voor beide situaties het groepsrisico beneden de oriëntatiewaarde blijft en voor de situatie met hittewerende coating ruim eronder.

Verlaging groepsrisico door (voorgenomen) maatregelen bij het station

Er bestaan twee (potentiële) maatregelen, gerelateerd aan het tankstation, om het groepsrisico te verlagen.

  • In juni 2005 is een convenant afgesloten tussen de LPG branche en de rijksoverheid. Eén van de consequenties van dit convenant was dat uiterlijk 2010 hittewerende coatings en verbeterde losslangen op de tankwagens zouden worden aangebracht. Deze maatregelen zijn in 2010 uitgevoerd. De gevolgen voor het groepsrisico moeten per station worden berekend. Voor de locatie Europalaan 8 zijn deze te herleiden uit de fN-curves in de hierboven genoemde QRA.
  • Uitsluiten van het lossen van LPG tankwagens tijdens dagdelen waarop relatief veel mensen aanwezig zijn. Voor deze maatregel is het nodig om een extra voorschrift (i.c. benoemen van venstertijden) in de milieuvergunning van het tankstation op te nemen. Een procedure voor het aanpassen van de milieuvergunning wordt overwogen maar is nog niet gestart. Daarvoor zal eerst de exploitant benaderd moeten worden om de haalbaarheid te bespreken.

Verlaging groepsrisico door maatregelen in de omgeving

Het ruimtelijke besluit betreft een beheer bestemmingsplan. Aan de omgeving zal niets veranderen. Gezien de externe veiligheidssituatie is er ook geen aanleiding om geforceerd over te gaan tot aanpassingen in de omgeving.

Maatregelen m.b.t. voorbereiding van bestrijding en beperken omvang van zwaar ongeval

De volgende locatiespecifieke voorwaarden bepalen of een (dreigend) zwaar ongeval goed bestreden kan worden of zelfs voorkomen:

  • Bluswatercapaciteit. De bluswatercapaciteit is voldoende.
  • Primair: Er is op de Europalaan een primaire bluswatervoorziening (brandkraan) aanwezig met een capaciteit van tenminste 60 m3/uur. Dit is voldoende.
  • Secundair: Op de Europalaan is een secundaire bluswatervoorziening aanwezig met een capaciteit van tenminste 90 m3/uur gedurende 4 uur. Dit is voldoende.
  • Tertiair: In de nabije omgeving is aan de Kanaalweg een tertiaire bluswatervoorziening aanwezig (Merwedekanaal) met een capaciteit van tenminste 240 m3/uur onbeperkt. Dit is voldoende.
  • Inzettijd. De dichtstbijzijnde brandweerkazerne is post Tolsteeg, gelegen aan de Helling. Vanwege de aanwezigheid van hoofdrijroutes voor nood- en hulpdiensten naar de Europalaan toe is de aanrijtijd in voldoende mate geborgd. Opschaling kan vanaf de post Belcampostraat toereikend aanrijden.
  • Bereikbaarheid. De bereikbaarheid van de locatie is goed vanwege de ruime infrastructuur (o.a. Europalaan) rondom het tankstation. De installatieonderdelen zijn goed bereikbaar omdat deze zich op een ruim en overzichtelijk bedrijfsterrein bevinden en dit terrein direct grenst aan de openbare weg.

Mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen bij een "dreigend" zwaar ongeval

Naast het beschouwen van de mogelijkheden m.b.t. voorbereiding van bestrijding en beperken omvang van zwaar ongeval, verplicht het Bevi om de zelfredzaamheid van personen in de omgeving van de inrichting te verantwoorden.

  • Vluchtmogelijkheden. Bij een dreigende calamiteit moeten personen in staat zijn om snel van de bedreigde plek weg te kunnen komen. Hiervoor is het nodig dat er in voldoende richtingen straten en wegen zijn waarlangs men kan vluchten. Deze mogelijkheden zijn in ruim voldoende mate aanwezig (zie ook hierboven onder "Bereikbaarheid").
  • Zelfredzaamheid. Gelet op het karakter van het gebied (woningen en bedrijventerrein) kan ervan worden uitgegaan dat de meeste mensen in het gebied een goede gezondheid hebben en mobiel zijn. Dit betekent dat personen zich bij een eventuele dreigende situatie op eigen kracht goed in veiligheid kunnen brengen.

Conclusie toets groepsrisico

Volgens een uitgevoerde berekening van het groepsrisico bestaat er geen overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Bij die berekening is uitgegaan van een hittewerende coating op de tankauto's; deze coatings zijn in de loop van 2010 aangebracht. Door het instellen van zogenaamde venstertijden zou het groepsrisico nog verder teruggebracht kunnen worden. Hierover zullen nog onderhandelingen worden gestart. Bij gebleken haalbaarheid zal een procedure gestart worden tot wijziging van de milieuvergunning.

Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, ook zonder het realiseren van de genoemde venstertijden.