direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Actualisering diverse gebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPACTUALISATIEDG-0402

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, tot in de categorie A en B1 zoals vermeld in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemening;
  • b. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte;
  • c. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen;
  • d. wegen, fiets- en voetpaden.
3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met in achtneming van de volgende bepalingen:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' mag niet worden overschreden;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van maximaal 20m2 per bouwperceel.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 meter bedragen;
  • b. Het onder a. gestelde geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer;
  • c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten maximaal 6 meter bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. inrichtingen die zijn vermeld in bijlage C en D van het besluit m.e.r. 1994 zijn niet toegestaan;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter op onbebouwde gronden is niet toegestaan;
  • f. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • g. kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 30% van de brutovloeroppervlakte en meer dan 2000 m2 per bedrijf is, is niet toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde vermeld in artikel 3.1 onder a, door bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging zijn vermeld en/of één categorie hoger dan in artikel 3.1 onder a vermeld, voorzover deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan de categorieën van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, zoals in artikel 3.1 onder a vermeld.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsbevoegdheid Lijst van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, wijzigen op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

3.6.2 Wro-zone Wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onder 3.1a, ter plaatste van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 2' wijzigen in een bestemming Wonen, mits er sprake is van een goede ruimtelijke inpassing, en er is aangetoond is dat er geen milieutechnische belemmeringen zijn.

3.6.3 Wro-zone Wijzigingsgebied 3

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onder 3.1a, ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 3' wijzigen in de bestemming Verkeer en verblijf, mits er sprake is van een goede ruimtelijke inpassing, en er is aangetoond is dat er geen milieutechnische belemmeringen zijn.

3.6.4 Wro-zone Wijzigingsgebied 4

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onder 3.1a, ter plaatste van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 4' wijzigen in een bestemming Wonen, Verkeer en verblijf en Maatschappelijk, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen de bestemming wonen zijn tevens tuinen, ondergeschikte verkeerdoeleinden en gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan;
  • b. de bestemming Maatschappelijk dient aan de noordzijde van het wijzigingsgebied gerealiseerd te worden en bedraagt maximaal 600 m2 bvo;
  • c. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 60%;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 15 meter, met dien verstande dat:
    • 1. binnen een strook van 17 meter ten opzichte van de plangrens aan de zijde van de Croeselaan de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 2. in het gedeelte dat tussen de 17m en 30 meter uit de plangrens van de Croeselaan ligt de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d. mag aan de Veilingstraat een gebouw worden gerealiseerd van maximaal 25 meter hoog met een maximale oppervlakte van 650m2 bvo;
  • f. er is sprake van een goede ruimtelijke inpassing, en er is aangetoond is dat er geen milieutechnische belemmeringen zijn.