direct naar inhoud van Artikel 11 Gemengd
Plan: Actualisering diverse gebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPACTUALISATIEDG-0402

Artikel 11 Gemengd

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, met inachtname van het bepaalde in 11.3 onder a;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor bestaande kantoren, alsmede zelfstandige congres- en vergaderfaciliteiten tot 1.500m2 per gebouw, horeca tot en met categorie D van de bij deze regels behorende Lijst van Horeca-activiteiten en dienstverlening, met inachtname van het bepaalde in artikel 11.3 onder b, binnen het bestaande kantoorvolume;
  • c. bedrijven, tot in de categorie A en B1 zoals vermeld in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging;
  • d. sport;
  • e. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.
11.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

11.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', mag niet worden overschreden; indien geen aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven, bedraagt het maximale bebouwingspercentage 100%;
  • c. de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' en/of 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 20m2 per bouwperceel tot een maximale bouwhoogte van 3 meter.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;
  • b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer;
  • c. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen.
11.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Maatschappelijke voorzieningen, zoals bedoeld in lid 11.1 onder a, zijn slechts toegestaan indien er aangetoond is dat er, voor de realisatie, geen milieutechnische belemmeringen zijn vanuit de milieuaspecten: luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering en akoestiek;
  • b. de functies zoals bedoeld in artikel 11.1 onder b, met uitzondering van de functie kantoren, zijn slechts toegestaan indien aangetoond is dat er, voor de realisatie, geen milieutechnische belemmeringen zijn en deze geen onevenredige nadelige gevolg en hebben voor de omgeving, in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast.
11.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de handhaving van de oorspronkelijke parcellering;
  • g. de handhaving van de diversiteit van het bebouwingsbeeld;
  • h. de situering van het laden en lossen op het perceel.
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 11.1 onder b ten behoeve van het toestaan van zelfstandige congres- en vergaderfaciliteiten groter dan 1.500 m2, mits geen sprake is van:
    1. verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk in het openbare gebied;
    2. activiteiten die vermeld zijn in bijlage C of D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde vermeld in artikel 11.1 onder c, door bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging zijn vermeld en/of één categorie hoger dan in artikel 11.1 onder c vermeld, voorzover deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan de categorieën van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, zoals in artikel 11.1 onder c vermeld.
11.6 Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1 Wijzigingsbevoegdheid Lijst van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, wijzigen op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.