Plan: | Amersfoortsestraat 97 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0342.BPLG0016-0301 |
In dit bestemmingsplan wordt het perceel Amersfoortsestraat 97 dusdanig bestemd dat wonen hier weer mogelijk is. Het perceel was aanvankelijk onderdeel van een groter perceel met daarop onder andere een bedrijfsgebouw. Een deel van het perceel met daarop het bedrijfsgebouw vormde onderdeel van het ontwikkelingsgebied ecoduct Boele Staal. Ten behoeve van de realisatie van het ecoduct is het gehele perceel door de provincie Utrecht aangekocht. Deze gronden hebben, om de realisatie van het ecoduct mogelijk te maken, een natuur bestemming gekregen in het bestemmingsplan Hart voor groen 2005. Deze bestemming is in 2013 overgenomen in het bestemmingsplan landelijk gebied. Tot 2005 had het perceel een woonbestemming.
Omdat bij realisatie van het ecoduct het deel van het perceel waarop het woonhuis staat buiten het ontwikkelingsgebied van het ecoduct is gebleven, kan het woonhuis (en aangrenzend erf) worden behouden. Het huidig gebruik "wonen" kan zodoende worden voortgezet. De huidige natuurbestemming wordt daarom omgezet in een woonbestemming.
Onderliggend bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel aan de Amersfoortsestraat 97 (N237) in Soesterberg. Het bestemmingsplangebied is gelegen aan de noord-oostzijde van de kern Soesterberg. Direct ten oosten van het plangebied bevindt zich het recente aangelegde ecoduct Boele Staal. Op het perceel bevindt zich een woning omgeven door groen in de vorm van bomen en struiken. In de figuren 1.1 en 1.2 is de planlocatie weergegeven op een luchtfoto. Deze luchtfoto is uit 2015 en genomen ten tijde van de aanleg van het ecoduct direct grenzend aan het perceel.
Figuur 1.1 Ligging plangebied.
Figuur 1.2 Ingezoomde ligging plangebied. Op deze luchtfoto wordt het ecoduct juist aangelegd.
Het plangebied is gelegen in bestemmingsplan Landelijk Gebied van de gemeente Soest (onherroepelijk 2015-06-03). Binnen dit plan heeft het plangebied de enkelbestemming Bos - Natuur en de dubbelbestemmingen Waarde - Ecologie en Waarde - Archeologie - Middelhoge verwachting. Daarnaast geldt een functieaanduiding ecologische verbindingszone en de gebiedsaanduidingen geluidzone - weg en veiligheidszone - munitie - c. De huidige planologische situatie is weergegeven in figuur 1.3.
De woningbestemming is niet (meer) aanwezig op het perceel. Bij nieuwe bewoning van de woning dient de woonbestemming weer teruggebracht te worden.
Figuur 1.3 Vigerende bestemming binnen het plangebied.
Het doel van dit nieuwe bestemmingsplan is om het plangebied te voorzien van een correcte bestemming op basis van het huidige gebruik van het kavel. Het nieuwe bestemmingsplan is gemaakt op basis van het vigerende bestemmingsplan “Landelijk Gebied”. Met dit bestemmingsplan worden geen nieuwe functies dan wel uitbreidingen mogelijk gemaakt.
Deze toelichting bestaat uit 7 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de bestaande en toekomstige situatie beschreven. In hoofdstuk 3 komt het beleidskader aan de orde. In hoofdstuk 4 zijn vervolgens de randvoorwaarden vanuit de milieuaspecten weergegeven. Hoofdstuk 5 bestaat uit een toelichting op de regels van het bestemmingsplan. Hoofdstuk 6 gaat in op de economische uitvoerbaarheid. In hoofdstuk 7 wordt afsluitend de maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.
Het bestemmingsplangebied is gelegen aan de noord-oostzijde van de kern Soesterberg. Direct ten oosten van het plangebied bevindt zich het recente aangelegde ecoduct Boele Staal. In de huidige situatie bevindt zich op het perceel een woning omgeven door groen in de vorm van bomen en struiken. In de plansituatie wijzigt deze inrichting niet.
Zoals in de inleiding toegelicht heeft provincie Utrecht het perceel met de woning in het verleden aangekocht ten behoeve van de aanleg en bouw van het ecoduct. Toen bleek dat het ecoduct smaller werd en afbraak niet nodig was is de woning gehandhaafd. De woning heeft echter de bestemming Bos - Natuur gekregen welke ten behoeve van de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de woning en het erf gewijzigd dient te worden.
Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV)
Voor dit bestemmingsplan is toetsing aan de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) van de provincie Utrecht relevant omdat hierin is opgenomen waar verdere verstedelijking van het landelijk gebied binnen de provincie is toegestaan. De gemeente Soest heeft geen mogelijkheden gekregen voor verdere verstedelijking en daarmee realisatie van woningbouw in het landelijk gebied. In dit geval betreft het echter een bestaande woning, die in het verleden is wegbestemd in verband met de ontwikkeling van het ecoduct Boele Staal. Sloop van de woning is echter niet noodzakelijk gebleken, zodat de bestaande situatie met dit bestemmingsplan wordt hersteld.
In artikel 3.1 van de herijking van de PRV is bepaald dat bestaande niet bestemde bebouwing waartegen redelijkerwijs niet kan worden opgetreden alsnog positief mag worden bestemd. Omdat de woning niet is gesloopt is de bestaande situatie in overeenstemming met de PRV. Met het positief bestemmen van de woning is zodoende geen sprake van toevoeging van bebouwing in het landelijke gebied zoals bedoeld in de PRV.
Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is wat betreft de PRV.
Overig beleid
Gezien het feit dat het een bestaande woning betreft is toetsing van dit 'initiatief' aan de overige beleidskaders op Europees, nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau niet noodzakelijk. Tot 2005 heeft de woning altijd een woon bestemming gehad en ook daarna is de woning altijd in gebruik geweest als woning. Deze beleidskaders hebben daarnaast een dusdanig hoog abstractieniveau dat deze geen concrete aanwijzingen geven voor voorliggend bestemmingsplan.
Bij de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan dient voor de bodem bekeken te worden of de bodemkwaliteit een belemmering vormt voor de nieuw beoogde functie. Omdat in dit geval geen sprake is van een nieuwe functie of van grondverzet en omdat het perceel ook in het verleden (tot 2005) de bestemming wonen had, is onderzoek naar de bodemkwaliteit niet noodzakelijk.
Conclusie
Vanuit het aspect bodem gezien, is het bestemmingsplan uitvoerbaar.
Beleidskader
Vanaf 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) in werking getreden. Onderscheid wordt gemaakt in soortenbescherming en gebiedsbescherming (Natura 2000 gebieden). Daarnaast is in de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) van de provincie Utrecht de ligging van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voormalig EHS) vastgelegd. Tevens is het voorliggende perceel onderdeel van het project Hart van de Heuvelrug. Hart van de Heuvelrug is gestart in 2004 vanuit een samenwerking tussen maar liefst 17 partijen die een gezamenlijke ambitie hadden: 22 projecten realiseren in het Hart van de Heuvelrug waardoor de rood-groen balans verbeterde. Rode projecten (wonen, bedrijvigheid en zorg) moesten geld opleveren voor de realisatie van natuur. De kwaliteitsimpuls voor de natuur is mogelijk dankzij rode ontwikkelingen. Doel is de ruimtelijke kwaliteit en de belevingswaarde van de Heuvelrug te versterken.
Planeffecten
Het plangebied ligt niet binnen de invloedssfeer van Natura 2000 gebieden. Toetsing hieraan is zodoende niet noodzakelijk. Wel ligt het plangebied momenteel binnen de NNN. Door omzetting naar een woonbestemming wordt de NNN formeel aangetast. Echter, de van oorsprong legaal realiseerde woning is al aanwezig, waardoor de feitelijke situatie ongewijzigd blijft. Zoals bovenstaand toegelicht is het perceel onderdeel van de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug, waarmee de ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van de Heuvelrug worden versterkt. Omdat met het toewijzen van een woon bestemming formeel een deel natuur bestemming verdwijnt, moet deze ontwikkeling worden meegenomen in de rood-groen balans van de Hart van de Heuvelrug. Het perceel heeft een oppervlak van circa 1.100 m2. Per saldo staat er op de totale balans van Hart van de Heuvelrug 4,2 ha natuur. Door het wijzigen van de bestemming van het perceel Amersfoortsestraat 97 wordt de balans 4,1 ha. Dit betekent dat door uitvoering van de gezamenlijke projecten er meer groen dan rood gerealiseerd wordt. Het bestemmingsplan is zodoende in overeenstemming met de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug.
De bestemmingswijziging van natuur naar wonen levert per saldo geen significante aantasting op voor de rood-groen balans van Hart van de Heuvelrug. Ook heeft het opnieuw bewoonbaar maken van de woning geen nadelige effecten op de werking van het ecoduct. De bestemmingsplanwijziging is hiermee uitvoerbaar.
Tot slot heeft de bestemmingsplanwijziging geen effect op de soortenbescherming, aangezien zowel de woning als de inrichting van het terrein niet wijzigen.
Conclusie
Vanuit het aspect natuur gezien, is het bestemmingsplan uitvoerbaar.
De voorgenomen ontwikkeling heeft geen invloed op de waterhuishouding (kwantiteit en kwaliteit). Er vindt geen toename van verhard oppervlak plaats, aangezien het een bestaande situatie betreft.
Conclusie
Vanuit het aspect water gezien, is het bestemmingsplan uitvoerbaar.
In het bestemmingsplan Landelijk Gebied van de gemeente Soest is voor het plangebied de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - Middelhoge verwachting opgenomen. Binnen deze dubbelbestemming is het verboden om zonder een afwijking van het bevoegd gezag grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 meter onder maaiveld uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 500 m2.
Het plangebied betreft een bestaande situatie. Er vinden geen ingrepen in de bodem plaats. Er is dan ook geen sprake van een onderzoeksverplichting. De aantasting van archeologische waarde is niet aan de orde.
Binnen het plangebied zijn tevens geen cultuurhistorische elementen, zoals bijvoorbeeld monument, aanwezig.
Conclusie
Vanuit de aspect archeologie en cultuurhistorie gezien, is het bestemmingsplan uitvoerbaar.
De 'Wet luchtkwaliteit' (onderdeel van de Wet milieubeheer) stelt grens- en richtwaarden voor concentraties van stoffen in de buitenlucht. De belangrijkste stoffen hierbij zijn fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Voor deze beide stoffen zijn grenswaarden gesteld van 40 µg/m3. Deze grenswaarden mogen niet worden overschreden.
Omdat in dit geval sprake is van een bestaande situatie, welke niet wijzigt, heeft het voornemen geen invloed op de concentraties van stoffen in de buitenlucht. Er is dan ook geen sprake van een effect op de luchtkwaliteit.
Conclusie
Vanuit de aspect luchtkwaliteit gezien, is het bestemmingsplan uitvoerbaar.
Binnen het plangebied worden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare functies of risicovolle inrichtingen gerealiseerd. Ook in de omgeving bevinden zich geen risicovolle inrichtingen en vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.
Wel ligt het plangebied binnen de zone die in het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) is aangemerkt als munitie zone C. In het Barro zijn zones rondom munitieopslagen opgenomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in drie veiligheidszones, namelijk:
De omvang van de zones is ondermeer bepaald door hoeveelheid munitie en constructie van de magazijnen. De planlocatie valt binnen zone C. Omdat de woning een reeds bestaande woning betreft zonder grote glasoppervlakten of vlies- of gordijngevelconstructies, is de ligging binnen zone C mogelijk.
Vanuit externe veiligheid zijn er dan ook geen belemmeringen om in het plangebied de bestemming wonen terug te brengen.
Conclusie
Vanuit het aspect externe veiligheid gezien, is het bestemmingsplan uitvoerbaar.
Op basis van de Wet geluidhinder zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening dient te worden gehouden, namelijk:
In de directe omgeving is geen railverkeer aanwezig. Toetsing is zodoende niet noodzakelijk.
Ook zijn in de directe omgeving geen bedrijven aanwezig die van invloed zijn op het plangebied. Toetsing aan het onderdeel industrielawaai is eveneens niet noodzakelijk.
Het plangebied ligt binnen de geluidzone van de Amersfoortsestraat (N237). Tauw heeft een geluidonderzoek verricht (kenmerk R001-1243134HUI-baw-V01-NL, d.d. 13 december 2016, bijlage 1) waarbij toetsing van de geluideffecten van de weg op de woning heeft plaatsgevonden. Hieruit komt naar voren dat op de voorgevel de maximale toelaatbare grenswaarde wordt overschreden. De berekende geluidbelasting is 59 dB. Omdat de maximaal toelaatbare grenswaarde wordt overschreden is het vaststellen van een hogere waarde hiervoor niet mogelijk. Daarnaast is op de zijgevels eveneens een te hoge geluidbelasting vastgesteld, echter beneden de maximale toelaatbare grenswaarde. Gelijktijdig met het bestemmingsplan wordt voor de woning een hogere waarde vastgesteld voor de zijgevels.
Hoewel de woning reeds bestaand is, wordt deze vanuit de Wet geluidhinder beschouwd als een nieuwe situatie. Met dit bestemmingsplan wordt namelijk een nieuwe woonbestemming toegevoegd. Voordat de woning bewoond gaat worden, moet daarom worden bezien of de wettelijke binnenwaarde gerealiseerd kan worden. Omdat ter plaatse van de voorgevel een geluidbelasting boven de maximale toelaatbare grenswaarde is vastgesteld, moet deze gevel als dove gevel worden uitgevoerd.
Conclusie
Op de woning wordt de voorkeursgrenswaarde en de maximale toelaatbare grenswaarde overschreden. Voor de overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde (zijgevels) wordt gelijktijdig met het bestemmingsplan een hogere waarde vastgesteld. De voorgevel wordt als dove gevel uitgevoerd. Door het treffen van deze maatregelen is het plan vanuit het aspect geluid gezien uitvoerbaar.
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op één bestaand woonperceel. In het bestemmingsplan Landelijk Gebied is, op grond van de toen bestaande plannen, het woonperceel wegbestemd in verband met de te realiseren ecologische verbindingszone. De woning en het perceel kunnen echter in stand blijven. Aan het perceel zijn in dit bestemmingsplan dezelfde bestemmingen en aanduidingen gegeven als in het bestemmingsplan Landelijk Gebied, echter met een woonbestemming en zonder de aanduiding ecologische verbindingszone.
Dit bestemmingsplan bestaat uit een (digitale) verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen moeten in onderlinge samenhang worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels over het gebruik gekoppeld. Daarnaast zijn er algemene regels, en overgangs- en slotregels opgenomen. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten weer, die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is overwegend gericht op beheer van de bestaande situatie. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen bij recht mogelijk gemaakt.
Hierna wordt nader ingegaan op de delen van de juridische regeling (de regels en de verbeelding (plankaart) die nadere toelichting nodig hebben.
Hoofdstuk 1 van de regels geeft de Inleidende regels. Hier worden de in het bestemmingsplan voorkomende begrippen gedefinieerd en wordt de wijze van meten toegelicht.
De in het plangebied aanwezige functies worden zoveel mogelijk positief overeenkomstig hun huidige gebruik bestemd. Een aantal regelingen behoeft echter nadere uitleg. In het algemeen geldt dat hoofdgebouw uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak. In deze bouwvlakken zijn de maximale goot- en bouwhoogte opgenomen.
Hieronder wordt per bestemming en artikelsgewijs een toelichting gegeven op de regels.
Artikel 3 Bos - Bostuin
De tuinen behorende bij de woning aan de Amersfoortsestraat en enkele percelen bij de Jachthuislaan zijn voorzien van de bestemming 'Bos – Bostuin'. Naast het gebruik als tuin zijn deze gronden mede bestemd voor bos ten behoeve van het behoud en herstel van de natuurlijke waarden-, landschappelijke waarden- en cultuurhistorische waarden.
Artikel 4 Wonen
De woning in het plangebied heeft de bestemming 'Wonen' gekregen. Binnen deze bestemming staat het wonen centraal.
Naast wonen mag onder voorwaarden ook in de woning worden gewerkt in de vorm van aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Het maximum oppervlak van deze activiteiten bedraagt de vloeroppervlakte van de betrokken bijgebouwen.
Voor wonen in het buitengebied is de precieze locatie van de woning vastgelegd met een bouwvlak. Binnen dit bouwvlak is het hoofdgebouw toegestaan.
Voor het bijbehorende bouwwerk geldt het volgende:
Het bijbehorende bouwwerk mag alleen in het bestemmingsvlak, al dan niet binnen het bouwvlak, worden gebouwd.
In de planregels zijn in de woonbestemming de volgende afwijkingsregels opgenomen:
Omdat de geluidbelasting op de woning ten gevolge van het wegverkeer op de Amersfoortsestraat dusdanig hoog is, moet eerst een dove gevel worden gerealiseerd. Dit is op de verbeelding middels een aanduiding weergegeven en in de regels vertaald in artikel 4.4.2.
Artikel 5 Waarde –Archeologie - Middelhoge verwachting
In dit artikel is de bescherming van de archeologische waarde van gronden in het plangebied geregeld met een zogenoemde dubbelbestemming. Hierin is nadrukkelijk gesteld dat gebouw(die op basis van de bestemmingen mogelijk zijn) op gronden met een archeologische verwachtingswaarde, ter bescherming van die waarden, moeten worden gebouwd binnen de bebouwingsgrenzen. Voorts is een groot aantal werken en werkzaamheden opgenomen. Voor het verlenen van een vergunning dient advies te worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
De dubbelbestemming met betrekking tot archeologie is opgesteld op basis van de beleidskaart archeologie Soest. Hierop zijn gebieden met een verschillende archeologische verwachtingswaarde en het beleid ten aanzien van deze gebieden weergegeven.
Artikel 6 Leiding – Water
Aan het begin van het perceel ligt een klein gedeelte in de leidingenstrook van de waterleiding. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is alleen na afwijken toegestaan. Alvorens het bevoegd gezag over een verzoek om afwijken beslist, wint zij schriftelijk advies in bij de desbetreffende leidingbeheerder. Ter bescherming van aanwezige leiding is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
Artikel 7 Waarde-Ecologie
Via deze dubbelbestemming wordt de instandhouding en ontwikkeling van landschappelijke waarden- en natuurlijke waarden geregeld. Uiteraard is ook voor deze bestemming een omgevingsvergunning nodig om werken en werkzaamheden uit te oefenen.
De regels behorende bij de onderliggende hoofdbestemmingen gelden onverkort. Het is toegestaan te bouwen ten behoeve van deze hoofdbestemming en tevens bouwwerk, geen gebouw zijnde, te realiseren ten behoeve van de ecologie, tot een bouwhoogte van 2 m.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 8 Antidubbeltelregeling
Dit artikel bevat een algemene regeling, waarmee kan worden voorkomen, dat er in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) bouwvlak van eigenaars verschillen. De regeling is met name van belang met het oog op woningbouw. Deze bepaling is afkomstig uit het Besluit ruimtelijke ordening.
Artikel 9 Algemene bouwregels
Om te voorkomen, dat kleine ontwikkelingen leiden tot het volgen van aparte procedures, is in dit lid opgenomen, dat voor bepaalde ontwikkelingen de bouwgrens: overschreden mogen worden.
Met deze regeling wordt voorkomen, dat bestaande situaties, die afwijken van de maatvoering ingevolge hoofdstuk 2 van de regels – onbedoeld – geheel of gedeeltelijk onder het overgangsrecht van dit bestemmingsplan vallen.
Voor maatvoeringen van de toegestane onderkeldering van gebouw.
In het kader van dit bestemmingsplan is geen akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit betekent, dat de afstandsmaten van woning tot wegen niet bekend zijn. Om deze reden is de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten uitgesloten. Door middel van een algemene afwijkingsregel of een algemene wijzigingsbevoegdheid wordt herbouw mogelijk gemaakt.
Regeling ter bepaling van de minimale afstanden van gevoelige objecten (woningen e.d.) tot landbouwbedrijven en kassen.
Artikel 10 Algemene gebruiksregels
Naar aanleiding van jurisprudentie is gebleken, dat wonen in vrijstaande bijbehorende bouwwerk is toegestaan als dit niet expliciet is uitgesloten. Omdat dit niet gewenst is, wordt in deze gebruiksregel wonen in vrijstaande bijbehorende bouwwerk en tevens stacaravans uitgesloten. Een uitzondering hierop is de mantelzorgwoning, die wel vrijstaand bij het hoofdgebouw mag staan. Ook is permanente bewoning van recreatiewoningen niet toegestaan.
Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
Beperkende gebruiks- en bouwregels ter plaatse van:
Artikel 12 Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt aangegeven in hoeverre afgeweken kan worden voor geringe afwijkingen van de bouwregels (maatvoering), voor zover al niet elders in de planregels in afwijkingen is voorzien.
Overigens bestaat er een aantal bouwwerk, dat los van het bestemmingsplan gebouwd kan worden en waarvoor een algemene bevoegdheid tot afwijken (zoals voorheen te doen gebruikelijk) geen zin meer heeft. Het betreft hier zogenaamde vergunningvrije bouwwerk als bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
In dit artikel zijn regels opgenomen om in een grote woning een kangoeroewoning toe te staan.
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels
Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor geringe overschrijdingen van bestemmingsgrens en om dit bestemmingsplan te wijzigen als -een wijziging van- de Beleidsnota parkeernormen en parkeerfonds opnieuw door de gemeenteraad is vastgesteld.
Artikel 14 Overige regels
Hierin is geregeld dat voor de wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, deze gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 15 Overgangsregels
Het overgangsrecht ten aanzien van bouwen is neergelegd in lid 14.1. Uitbreiding van de bebouwing, die onder het overgangsrecht valt is slechts mogelijk met afwijking van het bevoegd gezag.
Het betreft de overgangsbepaling met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerk, voor zover dat gebruik afwijkt van dit bestemmingsplan op het moment, dat dit rechtskracht verkrijgt.
Artikel 16 Slotregel
Dit artikel geeft aan onder welke naam dit bestemmingsplan kan worden aangehaald.
Het plangebied is getekend op schaal 1:500. De verbeelding is IMRO-gecodeerd, conform IMRO2012. Voor de verbeelding is aangesloten bij de systematiek van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012, die bindend is voorgeschreven vanuit het Ministerie.
Bij de economische uitvoerbaarheid gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Ingevolge artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan aannemelijk te worden gemaakt dat het plan uitvoerbaar is.
In dit geval gaat het om een reeds bestaande situatie, er wordt dus geen nieuwe woning gerealiseerd. Met de verwezenlijking van het plan zijn dan ook geen realisatiekosten gemoeid. De gronden waarop het initiatief gerealiseerd wordt, zijn in eigendom van provincie Utrecht. De kosten voor het bestemmingsplan worden door de gemeente Soest op de provincie Utrecht verhaald.
Een en ander wordt vastgelegd in een anterieure overeenkomst die met aanvrager wordt gesloten.
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Gezien de geringe impact van het plan is het plan niet als voorontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Tijdens de ter visie legging van het ontwerp worden tevens de vooroverlegpartners geïnformeerd over dit plan.
De provincie Utrecht, heeft als initiatiefnemer, afstemming gehad met de direct betrokken buren over de bestemmingsplanwijziging. Hieruit is naar voren gekomen dat er voldoende draagvlak is voor wijziging van de bestemming.
Op grond van artikel 3.1.1 van het Bro wordt bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg gepleegd met het waterschap, diensten van het rijk en provincie die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening en eventueel andere gemeenten. Deze vooroverlegpartners hebben gedurende 6 weken de gelegenheid gehad te reageren op het plan.
Alleen de provincie Utrecht heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Onderstaand zijn de ingebrachte punten samengevat:
De provincie stemt in met de bestemmingsplan wijziging naar wonen. Wel wordt verzocht de motivatie in de toelichting aan te passen. Omdat het plan een nieuwe ontwikkeling betreft binnen de NNN, moet formeel een nee, tenzij onderzoek worden verricht. In paragraaf 4.2 (ecologie), wordt gesteld dat de gebiedsbescherming van de NNN plaatsvindt binnen de Wet Natuurbescherming. Dit is niet correct. De gebiedsbescherming vindt plaats in de PRV. Daarnaast is het perceel onderdeel van het project Hart van de Heuvelrug, waardoor de bestemmingswijziging gemotiveerd kan worden vanuit de rood-groenbalans. Verzocht wordt in het bestemmingsplan op te nemen dat per saldo geen significante aantasting optreedt. Daarbij is relevant dat de omgeving van de oorspronkelijke woning ingrijpend gewijzigd is door de bouw van het ecoduct.
Het ontwerpplan heeft ter inzage gelegen van 16 februari tot en met 29 maart 2017. Op het plan zijn geen zienswijzen ingediend.