direct naar inhoud van 3.1 RIJKSBELEID
Plan: Cuneraweg 384 Rhenen
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.PBCuneraweg384-de01

3.1 RIJKSBELEID

De Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben op respectievelijk 17 mei 2005 en 17 januari 2006 ingestemd met de Nota Ruimte. Met de bekendmaking op 27 februari 2006 is de nota formeel in werking getreden. In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020. De periode 2020-2030 geldt daarbij als doorkijk naar de langere termijn.

De Nota Ruimte bevat de visie van het Rijk op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota levert de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. De verantwoordelijkheden van het Rijk en die van anderen zijn in de nota helder onderscheiden. Daarmee is invulling gegeven aan het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet".

Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat in Nederland beschikbaar is. Meer specifiek richt het Rijk zich op vier doelen:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.


Om deze doelen te bereiken gaat het Rijk uit van de bundelingsstrategie. Verstedelijking, infrastructuur en economische activiteiten moeten zoveel mogelijk gebundeld worden in nationale stedelijke netwerken, hoofdverbindingsassen en economische kerngebieden. In dat kader zijn bijvoorbeeld verbetering van de bereikbaarheid en verbetering van de leefbaarheid en de sociaal-economische positie van steden beleidsdoelen. Het Rijk voert het bundelingsbeleid niet zelf uit, dat is een taak van de decentrale overheden als provincies en gemeenten. Wel speelt het een stimulerende rol.

Inzet is aldus bundeling van verstedelijking. Desondanks is het uitgangspunt wel dat in iedere gemeente voldoende ruimte wordt geboden om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas. Dat geldt ook voor de meer landelijke gebieden, waar vooral starters en ouderen moeite hebben om aan een geschikte woning te komen. Hierdoor komt de sociale samenhang onder druk te staan.

Het projectgebied ligt nagenoeg tegen de bebouwde kom van Veenendaal. Het project staat voor de bestaande woning op het perceel Cuneraweg 384 te slopen en de vervangende nieuwbouw meer in lijn met de belendende bebouwing te situeren. Hiermee wordt niet alleen een woning toegevoegd aan een bestaand bebouwingslint. Ook biedt het achterste gedeelte van het perceel, dat direct grenst aan de bebouwde kom van Veenendaal, zo genoeg ruimte om voldoende woningen te bouwen. Bovendien wordt met de realisering van het project de nodige ruimte gereserveerd voor de aanleg van een ontsluitingsweg ten behoeve van de te bouwen woningen.

Gezien het voorgaande past één en ander binnen het bundelingsbeleid. Het project is niet in strijd met de uitgangspunten die de Nota Ruimte beschrijft.