Artikel 4                Bedrijf

1.       Bestemmingsomschrijving

a.        De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

                                                               i.      bedrijven genoemd in categorie 1 en categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 3 van deze regels, uitgezonderd ter plaatse van de aanduidingenverkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg’ en ‘laad- en losplaats’;

                                                             ii.      bedrijven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding die hierna is vermeld bij de code, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:

1.       agrarisch loonbedrijf: loonbedrijf;

2.       detailhandel grootschalig: grootschalige detailhandel;

3.       garage: garagebedrijf;

4.       laad- en losplaats: laden/lossen en tijdelijke opslag van materialen;

5.       gronddepot: gronddepot;

6.       specifieke vorm van bedrijfaannemersbedrijf: aannemersbedrijf;

7.       specifieke vorm van bedrijfbouwinstallatiebedrijf: bouwinstallatiebedrijf;

8.       specifieke vorm van bedrijfdierencrematorium: dierencrematorium, dierenbegraafplaats en dierenasiel;

9.       specifieke vorm van bedrijfhoutbewerkings- en transportbedrijf: houtbewerkings- en transportbedrijf;

10.    specifieke vorm van bedrijfhoveniersbedrijf: hovenier;

11.    specifieke vorm van bedrijfgroothandel: groothandelsbedrijf;

12.    specifieke vorm van bedrijf – loon- en grondverzetbedrijf: loon- en grondverzetbedrijf;

13.    specifieke vorm van bedrijfmengvoederbedrijf: mengvoederbedrijf;

14.    specifieke vorm van bedrijfpoelier: poeliersbedrijf;

15.    specifieke vorm van bedrijfsteunpunt wegbeheer: steunpunt wegbeheer;

16.    specifieke vorm van bedrijftransportbedrijf: transportbedrijf;

17.    specifieke vorm van bedrijfworstenfabriek: worstenfabriek;

18.    tuincentrum: tuincentrum;

19.    verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg: tankstation zonder lpg met daarbij behorende ondergeschikte detailhandel

                                                           iii.      groenvoorzieningen;

                                                           iv.      water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

                                                             v.      nutsvoorzieningen,

b.       met de daarbij behorende:

                                                               i.      wegen en paden;

                                                             ii.      erven en (parkeer)terreinen;

                                                           iii.      bouwwerken.

c.        Per bouwvlak is niet meer dan één bedrijfswoning toegestaan dan wel het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal bedrijfswoningen’, en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ het maximaal aangegeven aantal wooneenheden in de bedrijfswoning is toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan.

d.       In de bestemming is de uitoefening van nevenactiviteiten toegestaan welke per adres zijn aangegeven in de bij deze regels behorende bijlage 1 'Lijst bestaande (neven)activiteiten', tot de bestaande oppervlakte en waarbij de nevenactiviteiten in de bedrijfsgebouwen plaatsvinden. Buitenactiviteiten worden uitgevoerd binnen het bouwvlak dan wel direct aansluitend aan het bouwvlak.

 

2.       Bouwregels

Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:

a.        gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak gebouwd worden;

b.       het bebouwingspercentage per bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven;

c.        de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de navolgende tabel is aangegeven:

Bouwwerken

Goothoogte in m

Bouwhoogte in m

Inhoud in

Oppervlakte in

Dakhelling

Bedrijfsgebouw

4,5

8

Bedrijfswoning

3

10

600

 

Minimaal 30°
Maximaal 60°

Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning

3

4,5

20

Overkapping ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – overkapping’

6

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen

8

10

Terrein- en erfafscheidingen

1 m voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw en 2 m daarachter

 

3.       Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4, lid 2, sub b voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan gebouwen met maximaal 15% van die oppervlakte, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a.        de bedrijfseconomische noodzaak van de uitbreiding is aangetoond;

b.       vergroting geen overmatige verkeersaantrekkende werking heeft;

c.        de omgevingsvergunning geen nadelige gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid;

d.       de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden aangetast;

e.        de omgevingsvergunning niet leidt tot een aantasting van het landschappelijk karakter van het gebied;

f.         parkeren plaatsvindt op eigen terrein;

g.        voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing, afgestemd op de kenmerken van de omgeving;

h.       vergroting van de oppervlakte niet leidt tot nadelige gevolgen voor de natuurwaarden;

i.         vergroting van de oppervlakte niet leidt tot een onevenredige toename van de hinder op nabijgelegen hindergevoelige functies.

 

4.       Specifieke gebruiksregels

a.        Uitsluitend opslag ten behoeve van bedrijven zoals aangegeven in artikel 4, lid 1 is toegestaan. Opslag van puin, afvalstoffen en aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, vaar-, vlieg-, en voertuigen, dan wel onderdelen daarvan, valt niet onder toegestaan gebruik.

b.       Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval begrepen detailhandel, uitgezonderd voor zover in artikel 4, lid 1 is toegestaan.

 

5.       Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4, lid 1, sub a ten behoeve het vestigen van bedrijven die zijn genoemd in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten van bijlage 3 die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten genoemd in bijlage 3.

 

6.       Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduidingbedrijfswoning uitgeslotente wijzigen en een bedrijfswoning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a.        de functiewijziging dient plaats te vinden ter plaatse van de aanduidingwro-zone – wijzigingsgebied 3’;

b.       er dient voldaan te worden aan de wettelijke bepalingen inzake geluidhinder.

 

<<<         Terug naar de inhoudsopgave

<             art. 3      Agrarisch

>             art. 5      Bedrijf - Nutsvoorziening