Bijlage 1 (Waarde - Archeologie)
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn naast voor de overige aangewezen bestemmingen mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.
13.2 Bouwregels
-
a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
-
b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in 13.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
-
1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;
-
2. een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste 250 m2;
-
3. mits het bouwwerk zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
13.3 Afwijken van de bouwregels
-
a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in 13.2 sub a met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels.
-
b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in 13.3 sub a. wordt verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
-
c. Een omgevingsvergunning als bedoeld in 13.3 sub a. wordt voorts verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
-
1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
2. het doen van opgravingen;
-
3. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk
zijnde, of van werkzaamheden
-
a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
1. grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen,mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage;
-
2. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
-
3. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
-
4. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
-
b. De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod onder 13.4 sub.a. geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
-
1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
2. het doen van opgravingen;
-
3. begeleiding van de aanlegwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
-
c. Het verbod, als bedoeld onder 13.4 sub a., is niet van toepassing indien:
-
1. de werken een oppervlakte hebben tot ten hoogste 100 m2;
-
2. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende bouwvergunning, aanlegvergunning of een ontgrondingvergunning;
-
3. de werken of werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
-
4. de werken of werkzaamheden behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
-
5. de werken of werkzaamheden ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.