direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Klein Prattenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPKleinPrattenburg-OH01

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, parken, watergangen en waterpartijen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. paden, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, en andere ondergeschikte verhardingen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal', behoud en bescherming van houtwallen en natuurlijk struweel;
  • e. de instandhouding en het onderhoud van cultuurhistorisch waardevolle bomen.
3.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:

  • a. speelvoorzieningen: 4 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' zijn speelvoorzieningen niet toegestaan;
  • c. erfafscheiding: 1 m;
  • d. overige andere bouwwerken: 3 m.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
    • 2. het vellen of rooien van bomen, hakhout, houtwallen en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van houtopstanden ten gevolge kunnen hebben, anders dan bij wijze van verzorging van houtopstanden, één en ander indien en voor zover de Boswet niet van toepassing is;
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.3 sub a. mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
  • c. Geen omgevingsvergunning als bedoeld in 3.3 sub a. is vereist voor:
    • 1. werken of werkzaamheden ter verwezenlijking van de in dit plan aan de gronden toegekende bestemmingen, waaronder tevens de aanleg van wegen en paden is begrepen;
    • 2. werken of werkzaamheden, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
    • 3. werken of werkzaamheden die op het moment van inwerkingtreding van het plan legaal in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of aangevraagde vergunning.