Plan: | Beekweide-plus |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0339.BPBeekweideplus-vg01 |
Een ander financieel risico wordt gevormd door de regeling uit artikel 6.1 Wro, die recht geeft op
vergoeding van die schade, die een belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van de in het artikel
genoemde besluiten, zoals een planwijziging of een planuitwerking, het aanpassen van het
bestemmingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning om af te wijken van een bestemmingsplan. De aanvraag voor een dergelijke vergoeding moet worden ingediend binnen 5 jaar nadat de betreffende bepaling uit het bestemmingsplan, dan wel het betreffende besluit onherroepelijk is geworden.
Artikel 6.24 Wro bepaalt verder dat, voor zover planschade haar grondslag vindt in een besluit naar
aanleiding van een verzoek ten behoeve van de verwezenlijking van een project, burgemeester en
wethouders met die verzoeker overeen kunnen komen dat die schade geheel of gedeeltelijk voor
rekening van die verzoeker komt. Die partij is vervolgens belanghebbende bij een besluit op een verzoek
aangaande planschadevergoeding ter zake van de wijziging van het bestemmingsplan of het
projectbesluit waar hij om verzocht.
De hier bedoelde vergoedingsregeling moet worden gezien als een tegemoetkoming in de geleden
schade als gevolg van (wijziging van) een bestemmingsplan of omgevingsvergunning. Een belanghebbende kan alleen een beroep doen op de regeling indien zijn vrijheid sterker door de planologische wijziging wordt aangetast, dan met de algemene maatschappelijke situatie in overeenstemming is. Met andere woorden: alleen aan iemand die schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op andere wijze verzekerd is kan, naar billijkheid een schadevergoeding worden toegekend. Daarbij komt dat alleen vermogensschade en inkomensschade als gevolg van een planologisch nadeliger situatie voor vergoeding in aanmerking komen. Met de invoering van artikel 6.2 Wro heeft de wetgever het criterium van het normale maatschappelijke risico geïntroduceerd ter hoogte van een (forfaitair) bedrag van 2% van de waarde van een onroerende zaak c.q. het inkomen. De binnen het normale maatschappelijke risico vallende schade blijft in ieder geval voor rekening van de aanvrager.
Vermogensschade betreft veelal de waardevermindering van een betrokken onroerende zaak wegens
aantasting van het woon- en leefklimaat Voorbeelden hiervan zijn: het beperken of vervallen van
waardebepalend vrij uitzicht of een andere visuele verslechtering, beperking van bezonning, aantasting
van de privacy, geluidhinder, geuroverlast, trillingen, (grond)wateroverlast, luchtvervuiling windhinder,
lichthinder, beperking van de bereikbaarheid, toename van de parkeerdruk, aantasting van de
situeringswaarde of combinaties daarvan. Inkomensschade betreft overwegend de derving van inkomsten
c.q. winst, minder omzet, maar ook hogere kosten door een minder goede bereikbaarheid, omrijden,
stagnatie, hogere woonlasten etc.
In het kader van onderhavige plannen die gericht zijn op het realiseren van een nieuwe woningen als onderdeel van de ontwikkeling van Beekweide I. De plannen waren daarom te voorzien voor de bewoners van de woningen in Beekweide I en de omgeving. Er is daarom geen planschaderisicoanalyse opgesteld. Gelet op het karakter van een dergelijke analyse maakt het rapport geen deel uit van het bestemmingsplan en is het rapport niet opgenomen als bijlage bij dit plan.