Plan: | Beekweide-plus |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0339.BPBeekweideplus-vg01 |
Een watertoets heeft als doel water als ordenend element vroegtijdig te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Daartoe heeft in het kader van dit bestemmingsplan vooroverleg plaatsgevonden met de waterbeheerder in het gebied (Waterschap Vallei en Eem, de heer Th. van Veen). Daarnaast is door BOOT organiserend ingenieursburo een aanvullende notitie uitbreiding deelplan 1 opgesteld. Deze notitie is opgenomen als Bijlage 10 bij dit bestemmingsplan.
De locatie grenst direct aan de Lunterse Beek en ligt daarmee in het stroomgebied van die beek in de Gelderse Vallei. Het diepte grondwater wordt gevoed door infiltratie uit de stuwwallen van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe.
Het grondwater is op locatie aangetroffen op 0,3 m -maaiveld. Op de locatie zelf, noch in de directe omgeving zijn peilbuizen aanwezig. Op basis van peilbuizen uit de omgeving blijkt dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand 0,25m -maaiveld kan voorkomen. Rekening moet worden gehouden met hoge grondwaterstanden.
In maar 2011 is in het kader van de ontwikkeling van Beekweide-plus een aanvullende rapportage opgesteld ten opzichte van het Waterstructuurplan dat voor Beekweide I (8 december 2006) is opgesteld. In de notitie is naast de met dit plan beoogde uitbreidingen rekening gehouden met de aanpassingen in het waterprofiel van de watergang aan de noordzijde van het plangebied. Aangezien de bergingscapaciteit is beïnvloed doordat de waterspiegel met 1,5 meter afneemt, is een nieuwe totaalberekening uitgevoerd.
Het hemelwater, afkomstig van de daken van woningen, verharde delen van de voortuinen en opritten en openbare infrastructuur zal ondergronds, middels het reeds aanwezige en deels uit te breiden HWA-rioleringsstelsel worden afgevoerd naar de in het plangebied liggende watergangen. Deze watergangen voorzien in de bergingsbehoefte. De werking van het watersysteem blijft door de beoogde ontwikkelingen en gerealiseerde aanpassingen ongewijzigd.
Het vuil water van de woningen kan in het gedeelte langs de Lunterse beek direct worden aangesloten op de reeds aangelegde DWA-riolering onder de rijbaan. Ten oosten van de sportvelden zullen nieuwe DWA-strengen worden aangelegd, die worden aangesloten op het bestaande omliggende DWA-stelsel. Uit de resultaten van de uitgevoerde boringen, blijkt dat er geen wezenlijke verschillen in bodemopbouw zijn ten opzichte van het plandeel Beekweide I. Als gevolg van de genoemde wijzigingen en uitbreidingen worden geen nadelige effecten verwacht op de huidige (grond)waterhuishouding.
Uit de berekeningen blijkt dat bij de neerslaggebeurtenissen T=10+10% en T=100+10% in beide gevallen het hemelwater in het totale stelsel kan worden geborgen. Daarmee zijn de eisen zoals gesteld door het Waterschap gewaarborgd.