direct naar inhoud van 6.6 Mobiliteit
Plan: Beekweide-plus
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0339.BPBeekweideplus-ow03

6.6 Mobiliteit

Op grond van de Structuurvisie van de Provincie dient een mobiliteitstoets te worden uitgevoerd om de verkeerseffecten van de beoogde woningbouwplannen inzichtelijk te maken. In december 2010 is dit onderzoek uitgevoerd door Goudappel Coffeng. De onderzoeksresultaten maken als Bijlage 7 deel uit van dit bestemmingsplan.

In het onderzoek zijn de verkeerskundige effecten van de nieuwe bouwlocatie op dezelfde wijze in beeld gebracht, zoals dat eerder ook voor Beekweide I is gedaan. Doel van het onderzoek is vast te stellen of de bestaande wegenstructuur van Renswoude is toegerust om het extra verkeer van en naar Beekweide-plus op een goede en veilige wijze af te wikkelen.

De ontsluiting van het gebied vindt plaats via de recent aangelegde weg Beekweide op de Barneveldsestraat en door het gebied van Beekweide I richting Ubbeschoterweg. Om een goede basis te hebben voor de prognose van de toekomstige verkeers intensiteiten zijn op 5 wegvakken verkeerstellingen uitgevoerd. Voor de verkeers intensiteiten op de Dorpsstraat is gebruik gemaakt van de gegevens van de Provincie Utrecht. Op grond van verkeerstellingen elders geldt als regel dat in nieuwbouwlocaties per woning gemiddeld 5,5 ritten per etmaal worden gemaakt. Voor Beekweide-plus betekent dit 60*5.5=330 ritten per etmaal. Dit is de totale verkeersproductie en -attractie per woning.

De totale verkeersproductie verdeelt zich vervolgens over verschillende richtingen, waarbij uitgangspunt is dat de straten binnen het plangebied worden ingericht als woonstraten zonder functie voor doorgaand verkeer. Ten aanzien van het aspect verkeersveiligheid is vastgesteld dat de wegen van en naar Beekweide-plus zodanig zijn vormgegeven dat deze voldoen aan de principes van 'Duurzaam Veilig' aanpassing van de wegprofielen kan daarom achterwege blijven.

Daarnaast is onderzocht in hoeverre de huidige kruispunten ook in de toekomst in staat zijn het verkeer goed af te kunnen wikkelen. Concluderend is gesteld dat Beekweide-plus zonder problemen kan worden aangesloten op de Barneveldsestraat en de Meidoornlaan. Deze (ongeregelde T-)aansluiting is ook geschikt voor de opvang van het extra verkeer. Ook de rotonde Dorpsstraat/ Oude Holleweg en de Barneveldsestraat heeft voldoende restcapaciteit om het extra verkeer en de autonome groei af te kunnen wikkelen. Het verkeer vanuit Beekweide-plus op de Ubbeschoterweg is verwaarloosbaar.

Uit het verkeerskundig onderzoek kwam voorts naar voren dat de aansluiting Ubbeschoterweg - Dorpsstraat, na realisatie van het plan Beekweide, het verkeer niet goed zou kunnen verwerken. In 2012 is de notitie "Controle modelintensiteiten 2020" (kenmerk: RWD057/Fdf/0027) opgesteld. Dit heeft in overleg met de provincie Utrecht geleid tot de afspraak op basis van de beschikbare (nieuwe) tellingen, (nieuwe) verkeersintensiteiten voor de ochtend- en avondspits op te stellen voor dit kruispunt (notitie Verkeersintensiteiten ochtend- en avondspits d.d. 16-2-2012, kenmerk RWD057/Fdf/0028). Op basis van die nieuwe gegevens zijn nieuwe kruispuntberekeningen uitgevoerd, waarmee inzicht wordt gegeven in de verkeersafwikkeling op dit kruispunt en het effect daarop van de autonome groei en de totale ontwikkeling van het plan Beekweide.

Uit de herberekening komt naar voren dat de huidige kruispuntconfiguratie kan het verkeer in alle scenario's goed verwerken. De invloed van de autonome groei en de ontwikkeling van Beekweide op de verwachte kwaliteit van de verkeersafwikkeling vormen geen aanleiding om het kruispunt aan te passen. De resultaten van die berekeningen maken deel uit van dit bestemmingsplan als Bijlage 8.