direct naar inhoud van 5.7 Milieuhinder bedrijvigheid
Plan: Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0339.BP2012Dorp-OW01

5.7 Milieuhinder bedrijvigheid

Milieuzonering
Ten aanzien van de milieuzonering rond in het plan voorkomende bedrijfsactiviteiten is aangesloten bij de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende afstanden ten opzichte van woonbebouwing (uitgaande van een rustige woonwijk).

In het plangebied komen met name langs de Dorpsstraat kleinschalige bedrijvigheid en detailhandel voor, daarnaast liggen verspreid in het gebied ook enkele maatschappelijk functies. Conform de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 vallen deze 'afwijkende' functies in categorie 1 en 2. (Bedrijfs)activiteiten uit categorie 1 en 2 zijn over het algemeen goed in te passen in een woonomgeving. De huidige menging van functies in het plangebied wordt dan ook als aanvaardbaar geacht.

Sportcomplex De Hokhorst
Uitzondering op het bovenstaande vormt het veldsportcomplex (met verlichting) De Hokhorst. Hoewel dit sportcomplex geen onderdeel uitmaakt van het plangebied is het sportcomplex wel van invloed op het gebied. Conform de publicatie Bedrijven en Milieuzonering behoort een dergelijk sportcomplex tot milieucategorie 3.1. De grootste richtafstand bedraagt 50 meter in verband met geluid en lichthinder.

Aangezien de nieuwe woonbuurt Beekweide, maar ook bestaande woningen nabij dit sportcomplex zijn gelegen is hier uitvoerig onderzoek naar gedaan. In dit onderzoek is een lichtberekening gemaakt van de gevolgen van de verlichtingsarmaturen bij de drie sportvelden. Het onderzoek dient inzicht te verschaffen in de uitstralingseffecten van de verlichting op de omliggende woningen. Het onderzoek is als losse bijlage aan het bestemmingsplan toegevoegd.

Uit de lichtberekening komt naar voren dat de grenswaarde voor lichthinder afhankelijk is van de omringende reeds aanwezige verlichting in de omgeving. Daarbij worden vier zones onderscheiden (E1= natuurgebied t/m E4= stadscentrum. Voor de bebouwing van Beekweide is uitgegaan van een gebied dat in zone E3, stedelijk gebied. Op basis van de lichtberekening kan worden geconcludeerd dat uitgaande van de maximale verticale verlichtingssterkte (Ev lux) wordt voldaan aan de richtlijnen voor verlichting bij sportcomplexen voor omgevingszone E3 tussen 7.00u en 23.00u, zoals die zijn opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Buiten de genoemde tijden is het sportveldencomplex niet in gebruik.

De grenswaarden voor de lichtsterkte worden in de actuele situatie overschreden. Ondanks het feit dat dit tot nu toe niet tot klachten heeft geleid, is dit voor de gemeente aanleiding om te onderzoeken of deze situatie kan worden verbeterd. Eventuele maatregelen vallen buiten het bereik van het bestemmingsplan.

Wat betreft de gevolgen van de uitstraling van de verlichting van het sportcomplex richting de Lunterse Beek en de daarbij behorende natuurwaarden (zoals watervleermuizen) kan worden opgemerkt dat de woningen, die in het kader van onderhavige planontwikkeling gerealiseerd worden, een afschermde werking hebben. Gezien het feit dat hier sprake is van een bestaande situatie, kan worden geconcludeerd dat hier een verbetering optreedt ten opzichte van de bestaande situatie.

Verder kan worden opgemerkt dat in de periode dat de verlichting het meest intensief wordt gebruikt (winterperiode) vleermuizen niet actief zijn. In de periode dat de vleermuizen weer actief worden zijn met name de maanden april en (begin) september relevant. In die periode valt de schemering rond 21.30u in. De verlichting staat in die periode tot 22uur aan, om die reden is de hinder die daarvan wordt ondervonden dan ook beperkt. Er zijn om die reden geen aanvullende beperkingen in het kader van dit bestemmingsplan.

Overige milieuregelgeving
Naast de geadviseerde milieuzonering voor bedrijven op basis van de VNG handreiking Bedrijven en milieuzonering, kunnen er ook nog afstandscriteria uit specifieke milieuwet- en regelgeving gelden. Denk hierbij aan de Wet milieubeheer, de agrarische geurwetgeving en de veiligheidsregelgeving. Deze regelgeving geldt uiteindelijk als toetsingskader voor de toegestane milieueffecten.

In de omgeving van het plangebied liggen verschillende functies die op basis van milieuregelgeving een invloedsgebied hebben dat in het plangebied valt. Aangezien het voorliggend bestemmingsplan enkel voorziet in het vastleggen van de huidige situatie vormt de aanwezigheid van dergelijke functies geen knelpunt in het kader van dit bestemmingsplan. Mocht in de toekomst sprake zijn van nieuwe ontwikkelingen in het plangebied dan dient hierbij het aspect milieuhinder bedrijvigheid in ogenschouw te worden genomen.