19.6 Wijzigingsbevoegdheden
19.6.1 Verplaatsen van de woning
Burgemeester en wethouders kunnen het bouwvlak wijzigen voor het verplaatsen van de woning binnen het bestemmingsvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de woning wordt op maximaal 10 meter van de bestaande woning gebouwd;
-
b. de bestaande woning wordt gesloopt;
-
c. de maatvoeringseisen voor woningen worden in acht genomen;
-
d. de woning wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
-
e. het landschap wordt niet onevenredig aangetast;
-
f. wijziging leidt niet tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
19.6.2 Wijzigen van het bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen het bouwvlak wijzigen in combinatie met de vergroting van de inhoud van de woning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. het bouwvlak mag niet buiten het bestemmingsvlak worden gelegd;
-
b. het landschap wordt niet onevenredig aangetast;
-
c. de maatvoeringseisen voor woningen worden in acht genomen;
-
d. ontheffing leidt niet tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
19.6.3 Woningsplitsing cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om binnen een bestaand pand met een woonfunctie, inclusief aan- en uitbouwen te weten de woning met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, een tweede woning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de bestaande woning is aangemerkt als cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
-
b. woningsplitsing leidt tot de instandhouding van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing;
-
c. het bestaande gebouw met woonfunctie mag volledig worden benut en dient als maximale maatvoering te worden aangehouden;
-
d. de minimale inhoudsmaat van woningen bedraagt 400 m³;
-
e. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
-
f. de gronden zijn niet gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied'.
19.6.4 Tweede woning bij voormalige agrarische bebouwing
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van de realisatie van één extra woning en in combinatie daarmee tevens lid 29.2 onder a wijzigen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de extra woning mag uitsluitend binnen de bestaande woning, inclusief aan- en uitbouwen, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, van een voormalige boerderij, worden gerealiseerd;
-
b. de extra woning draagt bij aan de instandhouding van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing;
-
c. het bestaande gebouw met woonfunctie mag volledig worden benut en dient als maximale maatvoering te worden aangehouden;
-
d. vooraf staat vast dat binnen het betreffende bouwvlak de overige voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van de bebouwing, die als bijgebouwen bij de woningen kunnen en, gezien de maximale oppervlaktebepalingen, mogen worden aangemerkt;
-
e. de oppervlakte van de te slopen bedrijfsgebouwen bedraagt ten minste 1.000 m2, met inachtneming van hetgeen onder f en g is bepaald;
-
f. ter plaatse van de gebiedsaanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied volstaat een te slopen oppervlakte aan bedrijfsgebouwen van ten minste 800 m2, indien sprake is van een voormalige intensieve veehouderij;
-
g. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mag niet worden gesloopt;
-
h. wijziging van lid 29.2 onder a is uitsluitend toegestaan in geval van sloop van bedrijfsgebouwen als bedoeld onder e, waarbij deze wijziging is gericht op het verminderen van de maximaal toelaatbare oppervlakten van bestaande bouwwerken voor het betreffende perceel met de oppervlakte aan bebouwing die wordt gesloopt;
-
i. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
-
j. de gronden zijn niet gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied'.
19.6.5 Extra vrijstaande woning
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' een bouwvlak toevoegen, waarbij één extra vrijstaande woning mag worden gerealiseerd en in combinatie daarmee tevens lid 29.2onder a wijzigen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. vooraf staat vast dat binnen het betreffende bouwvlak alle overige voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van de bebouwing, die als bijgebouwen bij de woningen kunnen en, gezien de maximale oppervlaktebepalingen, mogen worden aangemerkt;
-
b. de oppervlakte van de te slopen bedrijfsgebouwen bedraagt ten minste 1.000 m2, met inachtneming van hetgeen onder c en d is bepaald;
-
c. ter plaatse van de gebiedsaanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied volstaat een te slopen oppervlakte aan bedrijfsgebouwen van ten minste 800 m2, indien sprake is van een voormalige intensieve veehouderij;
-
d. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mag niet worden gesloopt;
-
e. wijziging van lid 29.2 onder a is uitsluitend toegestaan in geval van sloop van bedrijfsgebouwen als bedoeld onder b en c, waarbij deze wijziging is gericht op het verminderen van de maximaal toelaatbare oppervlakten van bestaande bouwwerken voor het betreffende perceel met de oppervlakte aan bebouwing die wordt gesloopt;
-
f. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
-
g. de gronden zijn niet gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied'.