direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Renswoude Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0339.BP2010buitengebied-vg01

Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie –Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een caravanstalling;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - vergaderaccommodatie': tevens een vergaderaccommodatie;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie-1': uitsluitend een verblijfsrecreatieterrein voor permanente en niet-permanente standplaatsen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie-2': uitsluitend een verblijfsrecreatieterrein voor niet-permanente standplaatsen, bed & breakfast en 6 kampeerhuisjes;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - beekdal': tevens het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschapsstructuur en het aanwezige reliëf;

alsmede voor:

  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals voorzieningen voor dienstverlening, beheer en onderhoud, receptie, kantine en sanitaire voorzieningen, spel-, sport- en speelvoorzieningen, kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, parkeervoorzieningen, wegen, tuinen, erven, groenelementen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • g. een strook met een breedte van 5 meter rondom de terreinen uitsluitend is bestemd voor landschappelijke inpassing van de recreatieterreinen door middel van dichte opgaande beplanting, bestaande uit streekeigen bomen en struiken.

14.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

14.2.1 Algemene bouwregels
  • a. gebouwen en overkappingen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gerealiseerd;
  • b. buiten het bouwvlak mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd met een maximale hoogte van 2 meter;
  • c. de maximale hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten bedraagt 10 meter;
  • d. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • e. de maximale hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt 3 meter;
  • f. op een permanente standplaats zijn uitsluitend stacaravans en kampeerhuisjes toegestaan;
  • g. op een permanente standplaats is in aanvulling op het bepaalde onder f ten hoogste één vrijstaand bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 10 m², een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale hoogte van 5 meter;
  • h. op een niet-permanente standplaats zijn geen gebouwen toegestaan;
  • i. de afstand tussen een bijgebouw en de grens van een standplaats bedraagt ten minste 1 meter;
  • j. de afstand tussen stacaravans en/of kampeerhuisjes bedraagt ten minste 3 meter;
  • k. de afstand tussen bijgebouwen op standplaatsen of bij recreatiewoningen bedraagt ten minste 3 meter;
  • l. de afstand van gebouwen en stacaravans tot de grens van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie-1' en 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie-2' bedraagt ten minste 5 meter.

14.2.2 Bedrijfswoning
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie - 1' bedraagt het aantal bedrijfswoningen maximaal 2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie - 2' bedraagt het aantal bedrijfswoningen maximaal 1;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 600 m3;
  • d. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 6 meter en de bouwhoogte maximaal 10 meter;
  • e. de maximale oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt 80 m2 per bedrijfswoning;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter.

14.2.3 Bed & breakfast
  • a. de oppervlakte van gebouwen voor bed & breakfast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie - 2' bedraagt maximaal 420 m²;
  • b. de goothoogte van gebouwen voor bed & breakfast bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 8 meter.

14.2.4 Stacaravans en kampeerhuisjes
  • a. het aantal kampeerhuisjes/stacaravans ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' bedraagt maximaal 450;
  • b. het aantal kampeerhuisjes ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2' bedraagt maximaal 6;
  • c. de maximale oppervlakte van een stacaravan en een kampeerhuisje bedraagt 70 m²;
  • d. de bouwhoogte van een stacaravan en een kampeerhuisje bedraagt maximaal 5 meter;
  • e. de afstand tussen stacaravans en kampeerhuisjes bedraagt minimaal 3 meter.

14.2.5 Voorzieningen
  • a. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van voorzieningen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie – 1' maximaal 4.500 m2 en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie – 2' maximaal 1.900 m2;
  • b. de goothoogte voor de gebouwen ten behoeve van voorzieningen bedraagt maximaal 4 meter en de bouwhoogte maximaal 8 m.

14.3 Ontheffing van de bouwregels
14.3.1 Individuele sanitairvoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 14.2.1onder h om individuele sanitairgebouwen te kunnen toestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. een sanitairgebouw is uitsluitend toegestaan op een niet-permanente standplaats;
  • b. per niet-permanente standplaats is ten hoogste één individueel sanitairgebouw toegestaan;
  • c. de totale hoogte van individuele sanitairgebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • d. per standplaats bedraagt de oppervlakte van een individueel sanitairgebouw ten hoogste 6 m²;
  • e. sanitairgebouwen mogen aaneen worden gebouwd, met dien verstande dat ten hoogste 4 sanitairgebouwen mogen worden gecombineerd in één gebouw van ten hoogste 24 m2;
  • f. tussen gemeente en de betreffende campingeigenaar is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten waarin is geborgd dat het kampeerterrein gedurende het hele jaar door middel van een adequate randbeplanting met opgaande en streekeigen beplanting wordt onttrokken aan het zicht vanuit de omgeving;
  • g. individuele sanitairgebouwen zijn ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied' slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.

14.3.2 Vergroten maximale bebouwingsoppervlakte gebouwen en overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 14.2.5onder a voor het vergroten van de oppervlakte van gebouwen met ten hoogste 15% mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het landschap in de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • b. de bebouwing wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • d. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'Wro - zone wijzigingsgebied' en binnen een afstand van 50 meter van de door de provincie in de Verordening Ruimte vastgestelde begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur is vergroting met 100 m2of meer slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.

14.4 Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. seksinrichtingen en prostitutie zijn niet toegestaan;
  • b. het totaal aantal standplaatsen en het totaal aantal permanente standplaatsen bedraagt ten hoogste:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' bedraagt het aantal standplaatsen maximaal 450, deze mogen allen permanent worden gebruikt;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2' bedraagt het aantal standplaatsen maximaal 120, waarvan maximaal 0 standplaatsen permanent gebruikt mogen worden;
  • c. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen, kampeerhuisjes, bijgebouwen en recreatiewoningen is niet toegestaan;
  • d. recreatief nachtverblijf in bijgebouwen is niet toegestaan;
  • e. op een permanente standplaats mogen in aanvulling op een stacaravan of kampeerhuisje en een bijgebouw ten hoogste worden geplaatst twee bijzettentjes van elk ten hoogste 6 m2.
  • f. op een niet-permanente standplaats mogen ten hoogste worden geplaatst één kampeermiddel, niet zijnde een stacaravan, met ten hoogste twee bijzettentjes van elk ten hoogste 6 m2;
  • g. de afstand tussen standplaatsen onderling en tussen standplaatsen en recreatiewoningen bedraagt ten minste 3 meter;
  • h. horeca is toegestaan voor zover:
    • 1. dit een ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge het voorafgaande toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie - 1' voorkomend in maximaal categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie - 2' voorkomend in maximaal categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • i. het gebruik van niet-permanente standplaatsen in het winterseizoen als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van stoffen en materialen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het oog op het in lid 14.1bedoelde gebruik;
  • j. het gebruik van de strook met een breedte van 5 meter rondom de verblijfsrecreatieterreinen ten behoeve van standplaatsen is niet toegestaan.
  • k. tijdelijke bewoning van bijgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, is niet toegestaan;
  • l. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.

14.5 Ontheffing van de gebruiksregels
14.5.1 Ontheffing ten behoeve van mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 14.4 onder l voor het bieden van mantelzorg in een bijgebouw of een tijdelijke unit bij een woning, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van een bouwperceel waarop krachtens het plan een bedrijfswoning is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. ontheffing wordt slechts verleend als een zorgindicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wordt overgelegd voor Awbz-zorg thuis;
  • d. uit de indicatie van het CIZ moet blijken dat sprake is van mantelzorg voor minimaal zes maanden;
  • e. de indicatie moet na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan zijn afgegeven voor minimaal zes maanden en geldig zijn op het moment van de aanvraag om bouwvergunning;
  • f. de oppervlakte die in gebruik voor mantelzorg bedraagt maximaal 80 m²
  • g. indien sprake is van een tijdelijke unit dient deze te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. een tijdelijke unit wordt geplaatst aan de achterzijde of zijgevel van de bestaande woning, waarbij plaatsing aan de zijgevel slechts is toegestaan als de afstand tot de voorgevelrooilijn ten minste 3 meter bedraagt;
    • 2. de afstand van een tijdelijke unit tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen bedraagt ten minste 2 meter;
  • h. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • i. ontheffing wordt verleend voor de duur van de periode waarin mantelzorg wordt geboden.

14.6 Aanlegvergunning
14.6.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - beekdal' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, vergraven, verruimen, uitdiepen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren;
  • b. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting;
  • c. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van gronden;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

14.6.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 14.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer begrepen worden normale agrarische exploitatie ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • d. binnen bouwvlakken worden uitgevoerd.

14.6.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 14.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 14.1 onder e genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

14.6.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 14.6.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de waterbeheerder, omtrent de voorwaarden zoals genoemd in lid 14.6.3.

14.6.5 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 14.6.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.