direct naar inhoud van 3.5 Gemeentelijk/lokaal beleid
Plan: bedrijventerrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0339.BDTR-vg01

3.5 Gemeentelijk/lokaal beleid

3.5.1 Toekomstvisie/ 2000

In de toekomstvisie heeft de gemeente Renswoude de gewenste ruimtelijke toekomstrichting geschetst, zowel voor het landelijk als stedelijk gebied. In dit gewenste toekomstbeeld staan het waarborgen van de bestaande kwaliteiten (zoals het kleinschalige dorpse karakter en het voorzieningenniveau) en het verbeteren van overige kwaliteiten (betere opvang eigen bevolking, betere overgang dorp-buitengebied, verkeersveiligheid etc.) centraal.

Een geleidelijke stijging van de bevolkingsomvang van Renswoude is gewenst. Gedacht moet worden aan een stijging tot zo’n 5.500-6.000 inwoners in 2020. Om dit te bereiken is een stijging van de woningvoorraad nodig van ongeveer 25-35 woningen per jaar.
De woningen worden zowel op in- als uitbreidingslocaties gebouwd, waarbij wordt opgemerkt dat zorgvuldig moet worden omgegaan met de inbreidingslocaties. Bij inbreiding wordt gestreefd naar het verbeteren van de kwaliteit van een bepaalde locatie, waarbij rekening gehouden moet worden met de stijl van de woningen in de omgeving. Het grootste deel van de te realiseren woningen wordt op (kleinschalige) uitbreidingslocaties aan de randen van het dorp gerealiseerd.

Gewenst is dat het voorzieningenniveau in 2020 tenminste hetzelfde peil heeft als in het jaar 2000, dit is nodig om de leefbaarheid van Renswoude te behouden. De lichte stijging van de bevolking, en een gedifferentïeerde leeftijdsopbouw dragen bij aan een behoud van veel voorzieningen. Wel bestaat de dreiging dat sommige voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de basisscholen, onder druk komen te staan. Dit doordat het aandeel jongeren toch licht zal afnemen.

Om de eenzijdige werkgelegenheidsstructuur te doorbreken, lijkt het op dit moment het meest zinvol om te streven naar het aantrekken van kleinschalige bedrijven in de zakelijke dienstverlening. Het gaat hier bovendien vooral om 'schone' werkgelegenheid. Integratie van wonen en werken behoort bij dit soort bedrijvigheid (zakelijke dienstverlening) zeker tot de mogelijkheden. Op het gebied van verkeer en vervoer dient in de toekomst vooral de verkeersveiligheid centraal te staan.

Dit bestemmingsplan betreft een conserverend plan. Het plan maakt geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk. De bestaande planologische ontwikkelingsruimte, voor met name bedrijventerrein Groot Overeem, wordt in dit plan voortgezet. Daarnaast worden de bestaande functies in het plangebied positief bestemd.

3.5.2 Beleidsnota kruimelgevallen

In verband met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 heeft de gemeente Renswoude in februari 2011 de "Beleidsnota kruimelgevallen" opgesteld. Met de invoering van de Wabo wijzigt niet de Wet ruimtelijke ordening op zich, maar de Wabo biedt de mogelijkheid tot afwijken van het bestemmingsplan. Om te voorkomen dat ieder bouwplan apart besproken en voor besluitvorming door het college beoordeeld moet worden, wil de gemeente door middel van deze beleidsnota duidelijkheid en zekerheid bieden aan initiatiefnemers. Dit alles heeft tot doel om de ruimtelijke kwaliteit van Renswoude te waarborgen en besluitvorming van processen te versnellen.

In de beleidsnota zijn de beleidsregels opgenomen voor de mogelijkheid om af te wijken van de bestemmingsplannen via een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1 lid 1 sub c Wabo in de gevallen als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 onder a onder 2o Wabo juncto artikel 4 van bijlage ll Bor. Het betreft hier beleidsregels voor de planologische kruimelgevallen onder het regime van de Wabo (hierna te noemen: beleidsregels).

In de nota zijn bepalingen opgenomen op basis waarvan van het bestemmingsplan afgeweken kan worden. Het betreft hier onder andere bepalingen voor het bouwen/uitbreiden van:

  • de voor-, achter- en zijgevel;
  • vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  • een bijbehorend bouwwerk bij een ander gebouw dan een woning;
  • vrijstaande bijbehorende bouwwerken buiten de bebouwde kom;
  • gebouwen ten behoeve van infrastructurele of openbare voorzieningen;
  • bouwwerken, geen gebouw zijnde.

Ook voor het organiseren van evenementen en het gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige gebruiksactiviteiten, zijn in de beleidsnota bepalingen opgenomen.

Voorzover de uitgangspunten uit de kruimelgevallen nota een doorwerking in het bestemmingsplan behoeven is hier in de regels op aangesloten.

3.5.3 Welstandsnota

De gemeenteraad van Renswoude heeft op 22 juni 2004 de Welstandsnota vastgesteld. Het doel van de Welstandsnota is het behouden en waar mogelijk versterken van de ruimtelijke kwaliteit.

In de Welstandsnota van de gemeente Renswoude zijn gebiedsgerichte criteria opgenomen. Met de gebiedsgerichte benaderingswijze zijn de karakteristieken van wijken en samenhangende gebieden in heel de gemeente vastgelegd en gewaardeerd. Hiermee moeten de ontwerpers van nieuwe bouwplannen rekening houden en het biedt de welstandscommissie handvatten voor het formuleren van een welstands-advisering.

Het bestemmingsplan en de Welstandsnota functioneren naast elkaar. Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken. Datgene wat door het bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt kan niet door welstandscriteria worden tegengehouden. De architectonische vormgeving van bouwwerken valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. De Welstandsnota doet daar uitspraken over. De ruimte die het bestemmingsplan biedt kan door de welstandscriteria gebruikt worden ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit. Als een bouwplan voldoet aan het bestemmingsplan, maar het ontwerp te sterk afbreuk doet aan de ruimtelijke beleving van het gebied, kan een negatief welstandsadvies gegeven worden.

In het kader van dit bestemmingsplan zijn de welstandscriteria voor de volgende gebieden van toepassing:

  • Het dorpslint;
  • Bedrijventerrein West;
  • Bedrijventerrein De Hooge Hoek.

De criteria verschillen per deelgebied en hebben onder andere betrekking op de plaatsing van gebouwen, massa en vorm, detaillering en kleur- en materiaalgebruik.

Voorliggend bestemmingsplan is conserverend van aard en staat met recht geen grootschalige ontwikkelingen die moeten voldoen aan de welstandscriteria. Indien in de toekomst ontwikkelingen in het plangebied plaatsvinden, dienen deze aan te sluiten bij de uitgangspunten uit de Welstandsnota. Daarnaast is in het kader van dit bestemmingsplan het uitgangspunt, om ruimtelijk relevante criteria uit de Welstandsnota in het bestemmingsplan door te vertalen.