direct naar inhoud van 6.9 Externe veiligheid
Plan: Kern Linschoten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.BPKernLinschoten-VA03

6.9 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken2 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriƫntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriƫntatiewaarde overschrijdt.

Buisleidingen

Voor ruimtelijke plannen in de omgeving van leidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd waren de volgende circulaires van toepassing:

  • a. de circulaire Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen (1984);
  • b. de circulaire Bekendmaking van beleid ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie (1991).

Op grond van de circulaires golden voor nieuw te bouwen objecten toetsings- en bebouwingsafstanden. Momenteel is echter een nieuwe AMvB voor buisleidingen in voorbereiding. Met deze AMvB zal worden aangesloten bij de risiconormering uit het Bevi. Daarbij worden de huidige toetsings- en bebouwingsafstand vervangen door een afstand voor het plaatsgebonden risico en een afstand voor het invloedsgebied van het groepsrisico. Het Ministerie van VROM adviseert met deze nieuwe normstelling rekening te houden. In dit bestemmingsplan is daarom van deze nieuwe normstelling uitgegaan.

Onderzoek

Zowel in het plangebied als in de directe omgeving van het plangebied liggen geen risicovolle inrichtingen. Ook worden hier geen gevaarlijke stoffen over de weg, over het water of over het spoor vervoerd. Ongeveer 490 m ten noorden van het plangebied ligt een aardgasleiding (32936 - A-510-KR-147). Deze leiding heeft een uitwendige diameter van 35,98 inch en een druk van 66,20 bar. De PR 10-6-risicocontour ligt niet buiten de leiding. Voor een dergelijke leiding geldt een inventarisatieafstand voor het GR van 430 m. Aangezien het plangebied (en dus ook de beoogde ontwikkeling aan de Nieuwe Zandweg) buiten deze inventarisatieafstand ligt, vormt de gasleiding geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. Zowel wat betreft vervoer van gevaarlijke stoffen, buisleidingen als risicovolle inrichtingen spelen er geen knelpunten omtrent externe veiligheid.