Plan: | Kern Linschoten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0335.BPKernLinschoten-VA03 |
Het college van burgemeester en wethouders heeft in de Nota integrale handhaving 2005 het handhavingsbeleid vastgelegd. De keuze voor integrale handhaving is ingegeven om te voorkomen dat er binnen elk beleidsterrein een eigen handhavingsklimaat ontstaat.
Deze nota beoogt op een bondige wijze helderheid te scheppen omtrent de handhavende taak binnen de gemeente. De nota beoogt concreet zichtbaar te maken waaruit de handhavende taak van de gemeente bestaat, hoe daaraan vorm gegeven wordt en kan worden, en wat daarvoor vereist is. De nota beoogt algemene uitgangspunten te formuleren voor beleidsmatige keuzen die er voor de uitvoering van het gemeentelijk handhavingsbeleid moeten worden gemaakt.
Bij het bepalen van de hoeveelheid personele middelen die nodig zijn voor het bereiken van een adequaat handhavingsbeleid zijn een aantal handhavingsniveaus opgesteld aan de hand van een risicomatrix. De volgende handhavingsniveaus worden onderscheiden:
Aan de hand van deze niveaus is een prioriteitsstelling opgenomen. Aanlegactiviteiten of activiteiten in strijd met het bestemmingsplan (strijdig gebruik) hebben een gemiddelde prioriteit toebedeeld gekregen.
De handhaving van de regelgeving vervat in dit plan is de bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Het gaat daarmee met name om de planregels inzake het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken. In het Bro is een algemeen verbod opgenomen om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming.
Handhaving van dit plan is van belang om de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid in stand te houden. Daarnaast heeft handhaving uiteraard ook een belangrijke functie in het kader van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.
De planregels in dit plan zijn voldoende duidelijk, concreet en toepasbaar om te kunnen handhaven. Handhaving van het plan zal in de praktijk primair plaatsvinden via de bestemmingsplantoets in het kader van de bouwvergunning en door feitelijk toezicht op de aanwezigheid van bouwwerken en op gebruiksactiviteiten. Bij gebleken strijdigheid met het plan wordt, afhankelijk van de prioriteitstelling uit de Nota integrale handhaving 2005, een handhavingtraject ingezet.