In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden.
De gemeenteraad van de gemeente Lopik heeft op 23 november 2010 het gemeentelijk archeologiebeleid vastgesteld. Dit archeologiebeleid bestaat uit een 'Beleidsnota gemeentelijke archeologische monumentenzorg' en een 'Toelichting op de archeologische beleidskaart'. In de vorm van de zogenaamde maatregelenkaart is de beleidskaart geschikt om op ambtelijk niveau uitvoering te geven aan het archeologiebeleid in het kader van ruimtelijke besluitvorming. Op de maatregelenkaart zijn de bekende vindplaatsen en de verschillende verwachtingsgebieden van de waarden- en verwachtingenkaart vertaald in zes beleidscategorieën, waaraan een eigen planologisch beschermingsregime wordt gekoppeld. Op de volgende afbeelding is een uitsnede van de maatregelenkaart weergegeven.
Uitsnede maatregelenkaart archeologiebeid gemeente Lopik
Het grootste deel van het plangebied is gelegen in een categorie 6-gebied. Dit betekent dat het om een gebied gaat waar is vastgesteld dat geen bodemarchief (meer) aanwezig is, of waar behoudenswaardige archeologische resten zijn veiliggesteld door opgraving. Vanuit archeologisch oogpunt is de beleidsdoelstelling voor deze categorie vrijgave voor andere ruimtelijke functies.
Daarnaast is een klein deel van het plangebied gelegen in een categorie 3-gebied. Dit deel heeft de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 2' gekregen. Op basis van deze dubbelbestemming kan het zijn dat archeologisch onderzoek verplicht is als er bodemingrepen plaatsvinden.