direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden
Plan: Maanweg 2009
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.89-0501

Artikel 3 Agrarisch met waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijvigheid, uitgezonderd fokkerijen en mesterijen van eenden, ganzen en kalkoenen in de open lucht en van pelsdieren, alsmede vis-, wormen- en madenkwekerijen, behoudens agrarische bedrijven, waar zodanige agrarische bedrijvigheid wordt uitgeoefend op het tijdstip van het onherroepelijk worden van het plan,
  • b. instandhouding en ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden, waaronder hier zijn begrepen geomorfologische, bodemkundige, landschapsvisuele, cultuurhistorische, landschapsecologische en biologische waarden,
  • c. groenvoorzieningen, en
  • d. watergangen en waterpartijen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken binnen bouwvlakken

Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 3.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij één agrarisch bedrijf behorende bebouwing. Onder die bebouwing zijn begrepen ten hoogste één woning, zijnde de bedrijfswoning, en daarbij behorende bijgebouwen.

3.2.2 Toegestane bouwwerken buiten bouwvlakken

Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals delen van aangrenzende bruggen, niet zijnde bouwwerken voor mestopslag, andere silo's of windturbines.

3.2.3 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de subleden 3.2.1 en 3.2.2, gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien vaststaat dat binnen hetzelfde bouwvlak een of meer andere gebouwen ten behoeve van het betreffende agrarisch bedrijf worden of zijn gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen of niet meer dan de bestaande inhoud indien die meer dan 600 m³ bedraagt;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van kassen met een bouwhoogte van meer dan 1 m mag binnen elk bouwvlak niet meer dan 300 m² bedragen;
  • d. de goothoogte van gebouwen en de bouwhoogte van bouwwerken mogen niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bijgebouwen   3 m   5 m  
bedrijfswoningen en overige gebouwen   6 m   10 m  
bouwwerken voor mestopslag en windturbines   -   6 m  
silo's   -   12 m  
erf- of perceelafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van een bedrijfswoning   -   1 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   -   2 m  
bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.2   -   2 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   -   10 m  
3.3 Ontheffing vergroting inhoud bedrijfswoning in boerderij

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 3.2.3, onder b, indien het betreft een boerderij al of niet met daaraan vastgebouwde deel, ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de in de boerderij voorkomende woning tot de inhoud van de boerderij respectievelijk de gezamenlijke inhoud van de boerderij en de deel, mits het aantal woningen niet wordt vergroot.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval ook het gebruik van gronden als bedoeld in lid 3.1, voor zover gelegen buiten bouwvlakken, voor -niet als bouwwerk aan te merken- boogkassen, mestbassins en silo's.

3.5 Toepasselijkheid aanlegvergunning

Artikel 16 (Aanlegvergunning) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.