direct naar inhoud van 2.1 Provincie Utrecht
Plan: 't Spieghel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.83-0501

2.1 Provincie Utrecht

Ruimtelijke Structuurvisie 2005-2015

Ruimtelijke ontwikkelingen Leusden

Uitgegaan wordt van een woningbouwprogramma van in totaal 1500 woningen voor de hele gemeente. Doordat de grenzen van Leusden duidelijk worden bepaald door de aanwezige waarden en door beperkende omstandigheden in het omringende gebied zijn nieuwe uitleglocaties minder gewenst. Het accent van de woningbouwontwikkeling zal daarom liggen op het benutten van restcapaciteit, inbreiden en transformeren. De locatie Tabakssteeg is de belangrijkste.

De open zone tussen Leusden en Amersfoort functioneert als een groene geleding en ecologische verbinding en is zowel voor Leusden als voor Amersfoort een groene tegenpool voor het stedelijk gebied. Deze functie moet worden versterkt om te voorkomen dat beide stedelijke gebieden naar elkaar toe groeien. In Leusden wordt deze zone begrensd door de stadsontsluitingsweg De Groene Zoom. Er zijn ambities voor een betere beeldkwaliteit door het toevoegen van enkele stedelijke elementen.

Onderdeel van de geledingszone is het gebied 't Spieghel. Het is van belang dat bij de herstructurering van dit gebied sterk wordt ingezet op substantiële kwaliteitsverbetering, met het respecteren van het groen als randvoorwaarde. De insteek is om hier in beperkte mate nieuwe stedelijke elementen in te voegen als daarmee een kwaliteitsverbetering wordt bereikt. Het westelijk deel zal bij de herstructurering van het gebied nadrukkelijk een groene ontwikkeling worden meegegeven. Het oostelijk deel van 't Spieghel zal worden herontwikkeld als bedrijventerrein dat past bij de Leusdense maat en schaal als ook bij de ligging van het gebied als overgang van de groene geledingszone naar bebouwd gebied. Een beperkte toevoeging met kleinschalige en hoogwaardige bedrijvigheid, gecombineerd met wonen en met een nadrukkelijke groene uitstraling die de overgang naar het volledige groene coulisselandschap van de groene geledingszone recht doet. Het is van belang dat deze ontwikkeling nadrukkelijk gericht is op Leusdense behoefte.

De inrichting van 't Spieghel moet gebaseerd zijn op een beeldkwaliteitsplan met in acht name van de genoemde uitgangspunten, waarbij de samenhang tussen stedelijke ontwikkelingen en de verbetering van de groene waarden en de ruimtelijke kwaliteit inzichtelijk moet worden gemaakt. Het in het gebied aanwezige tuincentrum moet hierbij worden betrokken en verplaatsing hiervan naar elders zal een bijdrage leveren voor de opwaardering van de kwaliteit. Ten slotte moet ook op de ontsluiting worden ingegaan.


Landelijk gebied

Nieuwe natuur versterkt de bestaande natuur en kan bijdragen aan het veilig stellen van deze cultuurhistorisch waardevolle ensembles. Dit laatste vraagt de nodige zorgvuldigheid bij de planvorming en de uitvoering.

Gestreefd wordt naar het ontwikkelen van nieuwe natuur - in de vorm van schraalland, bos en beekbegeleidende beplanting - op en nabij de landgoederen en ten oosten van Leusden, in samenhang met agrarisch natuurbeheer. Aan de oostelijke flank van de Heuvelrug zijn, buiten de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS), goede kansen om met nieuwe landgoederen de kwaliteit van het gebied verder te verhogen. Essentieel daarbij is dat eventuele nieuwe landgoederen qua situering, schaal en vormgeving aansluiten bij de gebiedskarakteristiek. Ook is juist de Vallei een gebied waar de toepassing van ruimte voor ruimte landschappelijke winst kan opleveren.


Water

Bij in- en uitbreidingen moet voldoende ruimte worden aangehouden voor wateropvang en waterberging. Hiervoor is meer ruimte nodig dan waar men in het verleden vanuit is gegaan. Door klimaatverandering (meer neerslag in de winter) is de grondwaterstand gestegen; als gevolg hiervan moet er anders gebouwd worden. Dit is overigens vooral een ontwerptechnische randvoorwaarde. Er geldt een inspanningsverplichting voor gemeenten om duurzaam stedelijk waterbeheer zoveel mogelijk te integreren in de ruimtelijke plannen

Relatie Ruimtelijke Structuurvisie-Reconstructieplan

Het hele deelgebied van de Ruimtelijke Structuurvisie is onderdeel van het Reconstructieplan Gelderse Vallei en Utrecht-Oost. Het provinciale ruimtelijk beleid voor het landelijk gebied komt deels tot uiting in het Reconstructieplan. Overigens zijn het Streekplan (nu: Ruimtelijke Structuurvisie) en het Reconstructieplan op elkaar afgestemd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.83-0501_0002.jpg" Afbeelding uitsnede Streekplan Utrecht 2005

Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-oost 2005

Het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost is een plan om de ruimtelijke en milieuproblematiek in het gebied, grofweg begrensd door de Veluwe, de Randmeren, de A27, de Kromme Rijn en de Nederrijn, in de komende 12 jaar aan te pakken. Na een inspraakprocedure en vaststelling door Provinciale Staten van de provincies Utrecht en Gelderland en goedkeuring van het Rijk kan het in uitvoering worden genomen.

Het reconstructieplan moet de problemen die zich voordoen in het landelijk gebied (de 'gestapelde' problematiek) in de concentratiegebieden integraal aanpakken en moet een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur. Daarnaast moet de reconstructie het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur verbeteren. De problematiek binnen de bebouwde kom van dorpen en steden in het gebied is geen onderdeel van dit plan.

Het plangebied is grotendeels gelegen in verwevingsgebied. Een klein gedeelte aan de zuidwestkant is extensiveringsgebied.


Natuurgebiedsplan Gelderse Vallei / 2007

In een Natuurgebiedsplan worden gebieden begrensd met een huidige hoofdfunctie 'natuur' (bestaande natuur) en landbouwgronden waar op termijn natuur wordt ontwikkeld (nieuwe natuur). In deze laatstgenoemde gebieden kan op vrijwillige basis particulier natuurbeheer of grondverwerving door de overheid plaatsvinden. In het Natuurgebiedsplan wordt aangegeven welke natuurdoelen in de begrensde natuurgebieden ontwikkeld kunnen worden. Door de begrenzing biedt het plan de subsidiemogelijkheden van de Subsidieregeling Natuurbeheer. De Vereniging Natuurmonumenten (NM), Stichting Het Utrechts Landschap (HUL) en particulieren kunnen op basis van de SN subsidie krijgen voor de ontwikkeling, de omvorming en het beheer van de natuurgebieden. Staatsbosbeheer maakt op basis van de Natuurgebiedsplannen afspraken met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) over de te realiseren doelstellingen.

In het plangebied is het Valleikanaal en een strook langs de rijksweg A28 aangewezen als ecologische verbindingszone. Hier wordt gestreefd naar ontwikkeling van natuur, waarbij ingezet wordt op instandhouding, herstel en ontwikkeling van ecologische verbindingen. Deze verbindingen hebben tot doel een verbinding te vormen tussen bestaande en/of te ontwikkelen natuurgebieden.


Werkdocument ecologische verbindingszones provincie Utrecht, april 2004

In het Werkdocument is het gebied ten noorden van Leusden, tussen het Valleikanaal en de Liniedijk aangewezen als zoekgebied voor de ontwikkeling van moerasachtige elementen. Inmiddels is al een deel van dit gebied omgevormd tot natuur. In het bestemmingsplan zal voor het overige deel een regeling moeten worden opgenomen die de realisatie van de ecologische verbindingszone mogelijk maakt.


Stroomgebiedsvisie Gelderse Vallei/ 2002

De Stroomgebiedsvisie Gelderse Vallei geeft aan wat op lange termijn (2050) het wensbeeld is voor het regionale watersysteem in de Gelderse Vallei. De relatie van de waterhuishoudkundige inrichting (kwantiteit en kwaliteit van zowel grond- als oppervlaktewater) en ruimtelijke inrichting van het stroomgebied staat hierbij centraal. De stroomgebiedsvisie vormt een bouwsteen voor deze plannen. In de stroomgebiedsvisie worden de knelpunten in het waterbeheer besproken. Per subgebied zijn streefbeelden voor het jaar 2050 aangegeven en een daarmee samenhangend ambitieniveau. Het plangebied ligt in het subgebied 'Parels en hoenders'. De streefbeelden vormen het "waterkompas" voor de komende jaren: ze geven richting aan plannen, projecten, maatregelen en andere ontwikkelingen die het watersysteem beïnvloeden. De streefbeelden van belang voor het plangebied zijn:

  • Vasthouden van grond- en oppervlaktewater.
  • Het waterbeheer richten op de diverse ruimtelijke functies in het gebied.
  • Voor wat betreft de waterkwaliteit wordt minimaal het MTR-niveau gehaald.